Recensie

Caroline, or Change

Dit is een waar meesterwerk met een monumentale centrale rol van Tonya Pinkins. Schrijver Tony Kushner heeft op ingenieuze wijze het leven van een zwarte huishoudster van een verscheurd Joods-Amerikaans gezin de dimensie van een Shakespeare-tragedie weten te geven.

Het National Theatre heeft een indrukwekkende musical-traditie. Onder het regime van Trevor Nunn werden Amerikaanse klassiekers als ‘Oklahoma!’, ‘My Fair Lady’ en ‘Carousel’ met groot succes herontdekt. Het huidige regime van Nicholas Hytner heeft echter een verfrissend nieuw beleid en programmeert slechts vooruitstrevend muziektheater, zoals ‘Jerry Springer: the Opera’. ‘Caroline’ past helemaal in de visie van dit nieuwe beleid.

De musical speelt zich af in het Louisiana van 1963. Het jaar dat JFK werd vermoord en een groot deel van de Amerikaanse bevolking vocht voor sociale veranderingen.

Het semi-autobiografische libretto van Kushner concentreert zich op de relatie tussen Caroline Thibedeaux (een zwarte huishoudster) en Noah (het Joods-Amerikaanse jochie waar Caroline voor werkt). Beide personages komen uit totaal verschillende milieus, maar wat ze gemeen hebben is een groot verlies in hun leven. Noah zijn moeder is net aan kanker overleden en Caroline staat er alleen voor om haar drie kinderen op te voeden (haar oudste zoon vecht in Vietnam). Ze is gescheiden van haar man omdat hij losse handjes had. Zowel Caroline als Noah zijn emotioneel niet gereed voor de drastische veranderingen in de wereld om hun heen.

Het knappe aan het werk van Kushner is dat hij een zeer persoonlijk en specifiek verhaal op microniveau vertelt, maar er tegelijkertijd ook in slaagt om een sociaaleconomisch tijdsbeeld van Amerika neer te zetten. De relatie van Caroline en Noah weerspiegelt die van de rassen- en klasserelaties van het Amerika begin jaren ‘60. Toch zijn de personages geen symbolen geworden, maar unieke personages van vlees en bloed. ‘Caroline’ laat op hartverscheurende wijze zien wat geld, zelfs kleingeld, doet met de relaties tussen mensen. Zo verraadt Noah zijn heldin Caroline voor $20,- in een hartverscheurende scene, waarin de twee de meest vreselijke verwijten naar elkaars hoofd slingeren.

De muziek van de getalenteerde Jeanine Tesori (Thoroughly Modern Millie) ent zich op diverse stijlen, varierend van Motown-soul tot en met Christelijke en Joodse feestmuziek. Het is een eclectische mix, die zowel in de zieltergende als humoristische scenes de juiste snaren weet te raken. Zo weet Tesori bijvoorbeeld op meesterlijke wijze de huishoudelijke apparaten een muzikale stem te geven. De ritmes van deze nummers reflecteren bijvoorbeeld de wasmachine en droger perfect. Via deze apparaten verwoordt Kushner ook vaak de verbitterde gedachten van Caroline terwijl ze aan het werk is. De nummers in de musical zijn fragmentarisch en wijken af van de klassieke vormen. Ook groeien ze organisch uit het libretto, zoals dat in bijvoorbeeld “Sunday in the Park with George” en “Passion” van Stephen Sondheim en James Lapine ook het geval is.

Regisseur George C. Wolfe (Bring in da Noise/Bring in da Funk) heeft een imponerende voorstelling neergezet, die zich als een droom aan je netvlies voorbijtrekt. De meeste scenes spelen zich ‘s nachts af, onder het toeziend oog van de maan (prachtig vertolkt door Angela M. Caesar), en ook de mise-en-sc�ne doet aan een droomstaat denken. Het speelse decor van Riccardo Hernandez faciliteert deze overgangen, waarin vaak de twee diverse milieus simultaan op het toneel verschijnen om het klasseverschil te benadrukken. Ook het expressionistische lichtontwerp van het legendarische Broadway duo Jules Fisher en Peggy Eissenhauer draagt bij aan de sfeer van een droomwereld onder de grond. Het is een wereld waarin een droger, de maan en een bus kunnen zingen.

Dat Wolfe ook een briljante regisseur van acteurs is, blijkt weer eens uit deze musical. Elke acteur weet een gelaagd personage neer te zetten. Vakmanschap van dit niveau zie je zelden in musicals. Met name Tonya Pinkins (Caroline) heeft een meesterlijk authentieke rol gecre�erd. Zonder pardon laat ze alle onaantrekkelijke kanten van haar stoicijns personage zien: de frustratie, haat en woede. Geen glimlach kan er bij deze afstandelijke en conservatieve vrouw van af.

De apotheose van Caroline vindt plaats in het nummer ‘Lot’s Wife’ (toepasselijke Bijbelverwijzing gezien de religieuze aard van Caroline). Hier verandert het licht in een expressionistische spot, die gedurende het nummer steeds kleiner wordt. Een afspiegeling van de ziel van Caroline. In deze donkere hel gooit Pinkins op onnavolgbare wijze al haar woede en frustratie er uit. Zichzelf opbreken is de enige hoop op een nieuw begin. Deze climax is wat mij betreft een van de meest onvergetelijke momenten uit de geschiedenis van de musical geworden. Pinkins blies hier zowat het dak van het betonnen National Theatre. Een werkelijk fenomenale prestatie!

Zoals gezegd levert de hele cast een topprestatie. Perry Millward (Mary Poppins) als de jonge Noah en Pippa Bennett-Warner (The Lion King) als de revolutionaire dochter van Caroline zijn indrukwekkend en hartverwarmend. Waar halen ze in Engeland toch zo veel jong talent vandaan? Ook Anna Francolini, Norah Cole en Clive Rowe (Company) zijn het noemen waard.

‘Caroline’ vertelt een origineel verhaal op een originele wijze. Iedereen die geeft om de musical als kunstvorm mag deze show niet missen en als bonus krijg je ook nog Tonya Pinkins, die een kunstwerk op zich is. Het woord ‘Change’ in de titel komt in al haar betekenissen in deze musical voor, als kleingeld, sociale verandering in Amerika en verandering in de levens van Caroline en Noah. Bewust of onbewust roept de musical ook verandering van de musicalvorm zelf op. Op eenzame hoogte wijst ‘Caroline’ de weg voorwaarts.

image

Try-out
Londen
National Theatre: Lyttelton Stage
Officiele website

caroline or change, tony kushner, tonya pinkins, national theatre, george c. wolfe, jeanine tesori