Othello
De enige kans om deze show nog te zien is om ’s ochtends vroeg in de rij te staan voor enkele zit- en staanplaatsen. Toch moest en zou ik deze show zien. Niet alleen echter vanwege de Iago van filmster Ewan McGregor (“Moulin Rouge”), die de oorzaak van alle commotie is. McGregor had ik namelijk al eerder in het theater gezien. De combi van McGregor, Chiwetel Ejiofor (“Love Actually”) als Othello en Kelly Reilly (“Mrs. Henderson Presents”) als Desdemona sprak zeer tot mijn verbeelding. Niet in de laatste plaats omdat ze werden geregisseerd door een van mijn favoriete regisseurs, Michael Grandage (“Evita”, “Grand Hotel”). Een man die alle drie talenten eerder heeft geregisseerd met mooie resultaten. Verder was het vooruitzicht om een van de grootste tragedies van Shakespeare in het intieme Donmar Warehouse te zien, waar je praktisch op schoot zit bij de acteurs, te aantrekkelijk om te weerstaan.
Om 8:30 a.m. arriveerde ik dus (op een donderdagochtend) voor het theater, in de hoop nog binnen te komen. Bij de eerste aanblik zonk de hoop echter al in mijn schoenen. Er stond al een giga-rij, terwijl de verkoop pas om 10:30 uur begint! De laatste keer dat dit theater zo’n hype veroorzaakte was toen Nicole Kidman daar in “The Blue Room” schitterde, onder regie van Sam Mendes.
Ik wou bijna opgeven maar besloot toch aan te sluiten in de rij, aangezien er 2 voorstellingen op deze dag zijn en er dus 2 keer zo veel dagkaarten beschikbaar zijn. Dat het ongetwijfeld staanplaatsen worden maakt niet uit.
Na heel wat koukleumen (gelukkig regende het niet) lukt het uiteindelijk toch om staanplaatsen voor de avondvoorstelling te bemachtigen. Ik betaal hiervoor 7,50 i.p.v. 1.200 pond. “Hopelijk is de voorstelling het waard om over de 3 uur te staan”, denk ik bij mezelf (Een recensie volgt binnenkort).
(Hier sta ik dus in de beruchte rij.)
Macbeth
Deze grote vraag naar Shakespeare is momenteel geen uitzondering in Londen. Enkele maanden geleden betreurden theater critici nog dat drama in het West End wel erg zeldzaam werd. Een feit waar ze zich grote zorgen om maakten. Theaters die traditioneel gevuld werden door diverse toneelstukken werden toen massaal bezet door middelmatige musicals.
Eind 2007 zag het West End-landschap er echter al weer heel anders uit. Veel van de musicals bleken flops te zijn (“Bad Girls”, “The Drowsy Chaperone”, “Desperately Seeking Susan”, “Rent Remixed”, etc.) en vervangen door succesvolle toneelstukken, waardoor de West End weer de gezonde diversiteit bied waar het om geroemd wordt. Van al deze stukken zijn die van Shakespeare, verassend genoeg, de meest gewilde en geprezen.
Zo was er de monumentale “Macbeth” van de veelbelovende jonge hond Rupert Goold, die zijn interpretatie situeerde in een Stalinistische Sovjet Unie en zich o.a. liet inspireren door horror films als “The Shining” van Stanley Kubrick. De titelrol van Patrick Stewart (“Star Trek: The Next Generation”) wordt als de kroon op diens illustere carrière beschouwd en is o.a. intrigerend omdat de rol een stuk ouder dan normaal is gecast. Kate Fleetwood, als de ambitieuze Lady Macbeth, deed overigens niet onder voor Stewart. Deze productie was een van mijn theaterhoogtepunten van 2007 en gaat binnenkort in New York lopen.
King Lear & Much Ado About Nothing
Voor de imponerende “King Lear” van Sir Ian McKellen (“The Lord of the Rings”) was er ook geen kaartje te bemachtigen, zowel in Stratford-Upon-Avon, New York als Londen. In het West End wist deze Sir Trevor Nunn productie avond aan avond de zaal te vullen van het theater (New London Theatre) dat jarenlang de massa trok met “Cats” (ook een Nunn productie overigens).
Verder trekt momenteel “Much Ado About Nothing” ook heel wat publiek in de grootste zaal van het National Theatre. Ook in deze show, geregisseerd Nicholas Hytner (“Miss Saigon”), zijn de hoofdrollen ouder dan normaal gecast en het resultaat mag er wezen volgens critici en publiek. Top theaterartiesten als Zoe Wanamaker (“Electra”) en Simon Russell Beale (“Spamalot”) weten de massa elke avond weer te betoveren met hun battle of the sexes.
Hamlet vs Hamlet
Aan deze Shakespeare opleving lijkt er voorlopig geen eind te komen, want in de coulissen staan 2 Hamlet’s waar velen reikhalzend naar uitkijken. De eerste zal van de zomer plaats vinden bij The Royal Shakespeare Company, waar David Tennant (bij de Britten beter bekend als “Doctor Who”) de titelrol voor zijn rekening zal nemen. De tweede vindt in september plaats en wordt geregisseerd door Kenneth Branagh, die het stuk der stukken ook al succesvol verfilmde (met zichzelf in de titelrol). Zijn Hamlet zal vertolkt worden door filmster Jude Law (“Cold Mountain”). De Donmar Warehouse, die het produceert, hoopt natuurlijk om net als met “Othello” weer voor een sensatie te zorgen.
Het goede nieuws is dus dat naast de grote musicals ook toneel weer grote groepen mensen (van diverse achtergronden en leeftijden) weet te trekken, dankzij spannende regieconcepten en grote namen. Minder goed nieuws echter is dat nieuwe stukken nog steeds vrijwel niet te zien zijn in het West End. Zoals toneelschrijver J.B. Priestley (“An Inspector Calls”) zegt in zijn essay “The Case Against Shakespeare” (1955): “..a nation’s drama cannot be fully alive unless it is being continually created”. Hij zou het ook over Nederland kunnen hebben.