Een mooie samenloop van omstandigheden. Of een kwestie van pr-professionals die bewijzen dat ze hun salaris waard zijn. Op een en dezelfde dag kondigt Stage Entertainment de hoofdcast aan van de reprise van The Bodyguard en organiseert Universal Pictures de première van de Whitney Houston-biopic I Wanna Dance.
Veel is al bekend over het turbulente leven van de koningin van de powerballad Whitney Houston. De drugs, haar divagedrag, het ongelukkige huwelijk en natuurlijk haar vermeende amoureuze relatie met haar ‘beste’ vriendin. Als de begintitels laten zien dat haar ontdekker Clive Davis en schoonzus Pat Houston de film medegeproduceerd hebben, groeit de vrees dat we de komende twee uur een gepolijste of - nog erger - selectieve biografie voorgeschoteld krijgen.
Niets is minder waar. Na een obligate beginscène in een kerk - Aretha Franklin, Tina Turner, deelnemen aan een kerkkoor tijdens de prille jeugdjaren is bijna een cliché geworden - valt de film met de deur in huis: na een korte, succesvolle kennismaking belanden Whitney en de hoekige Robyn Crawford al snel in elkaars armen. Ze gaat zelfs ondanks gereserveerde blikken van haar ouders met haar vlam samenwonen. Wanneer haar zangcarrière als een speer gaat, wordt Whitney onder druk gezet om als hetero door het leven te gaan. Haar vader geeft haar zelfs opdracht om in het openbaar uit te gaan met mannen. En zo wordt de eerste helft van I Wanna Dance onverwacht het verhaal van een lesbische liefde die door de heersende tijdgeest geen kans krijgt.
Ondertussen wordt de zangeres beroemder en beroemder en wordt de film steeds meer een traditionele biografie. Chronologisch en steeds flinkere sprongen in de tijd. De makers zullen gedacht hebben dat al die gewonnen awards, nummer 1-hits en de slimme zijstap naar film (The Bodyguard) overbekend zijn bij het grote publiek. Uitgebreider komt haar treurige huwelijk met schuinsmarcheerder Bobby Brown aan bod, die periode valt immers samen met haar toevlucht tot drugs en zodoende haar einde. Dat levert pittige scènes op, die de haast even weg weten te nemen.
Wat de songs betreft, staat I Wanna Dance voor een uitdaging. Een actrice die moeilijke songs (I Have Nothing, The Greatest Love of All) zelf laten zingen is te veel gevraagd. Whitneys zangkunsten waren bovenmenselijk, kijkers zouden twee uur lang alleen maar vergelijken. De Britse Naomi Ackie zien we Whitneys songs dus playbacken. In een tijd dat verfilmingen van titels als Les Misérables en West Side Story ons stevig verwennen met op de set live zingende acteurs. Ackie doet haar best, maar I Wanna Dance klinkt alsof de tijd is teruggedraaid.
Ondanks dat de cast relatief onbekend is, helemaal voor ons Nederlanders, wordt er uitstekend geacteerd. Alleen veteraan Stanley Tucci zullen de meesten wel kennen van The Devil Wears Prada. Hij zet ontdekker Clive Davis heel mooi neer als een deskundige maar milde bondgenoot van Houston. Naomi Ackie heeft de zware taak om de diva neer te zetten, van jong eigenwijs koormeisje tot een drugsverslaafd icoon. Ackie lijkt niet heel veel op Houston en de karakterovergangen zijn dankzij script en montage nogal plotseling. Toch weet Ackie Houstons divaschild te doorbreken en ons een boeiend persoon te laten zien en een boeiend verhaal te vertellen.
Foto’s: Copyright 2021 CTMG, Inc. All Rights Reserved.