Toneel, musical of kleinkunst?
De show opent, net als Chorus Line, met het begin van een auditiedag. De studenten staan in spotjes en spreken (overlappende) interne monologen uit. Dan begint het nummer ‘I Hope I Get It’, sensationeel uitgevoerd met name vanwege de bijdrage van de eerstejaars-studenten van de opleiding Jazz- en Musicaldans in Amsterdam. Als ze al in het eerste jaar dit niveau hebben kijk ik ontzettend uit naar hun afstudeervoorstelling.
Na het openingsnummer vindt er gelijk een selectie plaats door regisseur Gijs de Lange (Musical Award nominatie voor Jan Jansen en de Kinderen) en blijven alleen de afstuderende studenten over. Opvallend is dat ze een musical moeten uitvoeren, maar vanwege de vreemde fusie tussen de twee opleidingen is niemand all round of weet echt waarin ze afstuderen. Toneel? Kleinkunst? Musical? Niet voor niets wordt de bekende Shakespeare soliloquy ‘To be or not to be.’ uit Hamlet geciteerd in de voorstelling.
De Lange laat afgestudeerde Daniel Samkalden vrij snel weten dat hij als choreograaf ook de danspassen moet voordoen in de voorstelling. Deze antwoordt dat hij juist deze rol heeft gekregen zodat hij niet zou hoeven dansen. Dit zet de zelfspottende toon voor de rest van de voorstelling. Dat de meeste afgestudeerden geen grote zangers of dansers zijn wordt erkend door zowel spelers als regisseur. De Lange heeft duidelijk ontzettend veel lol als de egocentrische en afkrakende regisseur. Met volle overgave stort hij zich in zijn rol. Omdat hij zo’n overtuigende hufter is breng je al heel gauw sympathie op voor de studenten.
Hoogtepunten
De show kende enkele echte highlights voor mij:
1. De reeds genoemde opening.
2. De Vlaamse Thomas Cammaert, wat mij betreft de enige echte ‘triple threat’ onder de afgestudeerden. Hij stal de show met zijn charisma, talent en een fenomenale uitvoering van ‘Sweet Transvestite’ uit The Rocky Horror Show, die het kritische publiek spontaan in applaus deed uitbarsten.
3. Guy Clemens, die het braafste jongetje van de klas speelde. Hij liep tijdens zijn studie stage bij het Zuidelijk Toneel en staat komend seizoen in de nieuwe voorstelling van Maria Goos, De geschiedenis van de familie Avenier. Alhoewel hij zeker geen zanger is ontroerde hij met zijn interpretatie van ‘Het is voorbij’, een nummer voor een vrouw. Zonder een woord aan de tekst te veranderen wist Clemens te ontroeren vanwege de oprechte intentie en intimiteit waarmee hij het nummer uitvoerde.
4. Nina de la Croix studeerde eerder al aan de Frank Sanders Academie en kwam er toen achter dat ze eigenlijk niet zo veel met musical had. Zij zorgde voor een dynamische encore (aan het Engels accent mag nog wel wat geschaafd worden) met haar ‘Climbing Uphill’ uit The Last Five Years.
5. Last but not least: Daniel Samkalden. Deze bewerkte de voorstelling en speelde ook schrijver en regieassistent in de voorstelling zelf. ‘In de lijn van’ is een interessante samensmelting geworden van realiteit en fictie, net als trouwens A Chorus Line zelf. Samkalden, onthoud die naam, was co-vertaler van Nine voor Stichting Op naar het Bos en is een begenadigd singer/songwriter. Afgelopen seizoen tourde hij reeds met zijn eigen theaterprogramma, geregisseerd door niemand minder dan Ruut Weissman. Ik heb de show gezien en was erg onder de indruk van zowel de nummers als de uitvoering.
‘In de lijn van’ was een onevenwichtige, maar zeker een van de interessantere, studentenvoorstellingen die ik dit jaar zag. De zelfspot en zwarte humor waren ook zeer verfrissend. Het Its Festival loopt nog tot en met 29 juni in Amsterdam.