Repelsteeltje is een aardmannetje dat met zijn vrouw onder de grond in het bos woont. Het is een leven in armoede. En Repelsteeltje heeft ook een dwangneurose. Zijn naam mag vooral niet bekend worden. “Ze kunnen je identiteit stelen en je geld jatten”, is zijn rotsvaste geloof. Het enige wat wel bewondering afdwingt, is dat Repelsteeltje wensen van anderen uit kan laten komen. Zolang die ander maar oprechte tranen huilt.
Boven de grond, om precies te zijn op Paleis Soestdijk, leven Koningin Juliana, haar prins Bernhard en haar dochter prinses Marijke een luxueus leven. Maar ook hun is geen geluk gegund. Prinses Marijke is namelijk blind geboren en moeder Juliana heeft het daar behoorlijk moeilijk mee. De komst van de mysterieuze en spirituele Greet Hofmans veroorzaakt reuring aan het hof. Juliana ziet Greet als de genezer van Marijke, waarop bij Bernhard het vermoeden rijst dat Juliana gek aan het worden is. Dan is er ook nog het verhaal van Joost, de arme varkenshoeder, die in een iets te opschepperige bui beweert dat zijn dochter Sterre uit stro gouden draden kan spinnen. Maar was het niet zo, dat Repelsteeltje wonderen kan laten uitkomen, zolang de wens oprecht is?
Na de uitstap naar de literaire klassieker Hamlet is Theater Rotterdam weer terug op het vertrouwde spoor van hun jaarlijkse familiemusical: een oud sprookje, maar dan danig door de Rotterdamse mangel gehaald. Met Rotterdams bedoelen wij hier vooral regisseur Pieter Kramer. Of hij nu werkt voor Theater Rotterdam (De gelaarsde poes) of zoals vorig musicalseizoen voor de Theateralliantie (Selma Ann Louis), er is altijd sprake van een Kramerstempel, het vet aanzetten van voornamelijke oude theaterwetten en -hebbelijkheden. En het door Don Duyns geschreven gloednieuwe Repelsteeltje en de blinde prinses is hier geen uitzondering op. Zijn acteurs laat Kramer herhaaldelijk hun rol stopzetten om aan te zetten tot een flink potje publieksparticipatie. Vooral Repelsteeltje, die zo dwangmatig zijn naam geheim probeert te houden, vergt dit veel inspanning om met het publiek af te spreken dat zij nooit zijn naam zullen onthullen.
Ook stoeit Kramer weer behoorlijk hard met geluidseffecten. Die zijn weer zo opzettelijk nep gemaakt, dat we ons even in grootmoeders tijd wanen, toen die nog gekluisterd aan de radio was voor de legendarische hoorspelen met meesterspeurder Paul Vlaanderen. Een paar jaar geleden lagen we dubbel als Arjan Ederveen in De gelaarsde poes zijn auto dichtklapt en het geluid ervan te laat opgestart wordt. En dit jaar scoort dezelfde grap enorm tijdens een scène met een dood neervallende kanarie.
Ten slotte zien we bij Kramer een kenmerkend gebruik van decors die zo plat als een dubbeltje zijn. Rekwisieten zijn bewust knullig gemaakt, zoals de op schaal gemaakte privéjet van prins Bernhard, of ze zijn verrassend knap gemaakt, wat te denken van het spinnewiel waarmee Repelsteeltje van droge stro glanzende gouden draden maakt.
De familiemusicals van Theater Rotterdam - en voorganger RoTheater - zijn zonder uitzondering succesvol geweest. Hoewel Theater Rotterdam zich niet per se presenteert als musicalproducent, staat menig Musical Award in de prijzenkast. De vraag is natuurlijk of Theater Rotterdam in staat is elk jaar een goed ontvangen voorstelling af te leveren. Vooral omdat de formule al jaren vaststaat. Helemaal, nu Theater Rotterdam het grootste deel van haar sterren - paradepaardjes Alex Klaasen, Arjan Ederveen, Han Oldigs en anderen - verloren is. In het geval van Repelsteeltje is eigenlijk alleen Wart Kamps overgebleven. Kamps past zijn beproefde recept weer voortreffelijk toe van beweeglijk en woordrijk, opgewonden standje. Maar zonder tegengas van tegenspelers die de lach onmiddellijk aan de kont hebben, valt net iets te veel last op de frêle schouders van Kamps. Kim van Zeben zet haar Juliana dan wel kranig neer, temeer omdat ze een tragisch figuur moet blijven terwijl alle gekkigheid zich om haar heen afspeelt. Maar verder met een Van Zeben na redelijk onbekende cast aan Kamps’ zijde duurt het nogal lang voordat de interactie tussen de spelers begint te werken.
Maar na die moeizame eerste drie kwartier begint de voorstelling alsnog als vanouds te ronken. En beginnen we oprecht van ons tot dan toe nietszeggende namen als Judith van den Berg en Patrick Duijtshoff te houden. Duijtshoff is heel effectief als de schuinsmarcherende prins Bernhard, die ook nog zonder enige schaamte van de jacht houdt. ‘Lekker knallen met z’n allen’ op de melodie van Falco’s Amadeus is zijn hymne aan die dieronvriendelijke hobby en is een van de dijenkletsers van de avond. Jammer dat musicalminnend Nederland Duijtshoff na Repelsteeltje weer zal moeten afstaan aan De Parade.
De beste nieuwkomer in musicalland is Judith van den Berg, die de visueel beperkte prinses Marijke verpletterend neerzet. Eerst zet zij haar karakter zonder enig mededogen neer en zien we het bekende riedeltje grappen rond blinde mensen compleet met stok afgestoken worden. Maar als Greet Hofmans (bijzonder sterk gespeeld door Joke Tjalsma) haar opwachting aan het hof maakt, wordt het allemaal heel spannend rond Marijke en weet Van den Berg die spanning heel mooi vast te houden.
Natuurlijk, of moeten we zeggen ‘alweer’, is de familievoorstelling veel te lang. Als er een tegel aan de muur hangt bij Theater Rotterdam, is dat niet een met ‘Kill your darlings’ erop. Repelsteeltje duurt wel 160 minuten en mede door het moeizame eerste begin betekent dat een hele zit. Volhouden is het devies, want 120 minuten geweldig theater is het wachten meer dan waard.