Overig...

Theaterjaaroverzicht van Londen, deel 2

Brian van Musical World had afgelopen jaar de gelegenheid om diverse theatervoorstellingen in Londen te bezoeken. Hij heeft alle ontwikkelingen daar dus van dichtbij meegemaakt en bijgehouden. Hier kun je zijn uitgebreid jaaroverzicht lezen, waarin de belangrijkste ontwikkelingen van de theaterstad van de wereld op een rijtje staan. Deel 1 ging over musicals en deel 2 gaat over het overige aanbod.

Shakespeare haalt de roddelbladen
De West End-productie van “As You Like It” met Helen McCrory en Dominc West haalde meerdere malen het nieuws vorig jaar. Niet zo zeer vanwege het stuk, maar vanwege alle perikelen daarom heen. Met name omdat opkomend filmster Sienna Miller (“Alfie”) in de cast zat toen haar relatie met Jude Law op de klippen liep. Law bekende publiekelijk dat hij was vreemd gegaan met zijn nanny.

Ook nieuwswaardig was het toen McCrory tijdens een voorstelling niet meer door kon gaan, omdat ze door ziekte geveld was. De volgende dag nam een moedige Miller onverwachts de velbegeerde rol van Rosalind over en zat de pers er natuurlijk bovenop. De uitslag: positieve recensies.

Acteur trekt zich terug uit 2 grote stukken
Afgelopen jaar trok acteur Paul Rhys zich terug uit wel 2 grote stukken. De eerste was Deborah Warner’s productie van “Julius Ceasar” met Ralph Fiennes (“The English Patient”). Het tweede stuk was het controversiële “Paul” van Howard Brenton (regie: Howard Davies) in het National Theatre (NT). Het stuk stelde zeer interessante vragen over de heilige Paulus, schrijver van het Nieuwe Testament, en had als uitgangspunt dat Jezus niet aan het kruis was gestorven. “Paul” borduurde verder op het succes van “DaVinci Code” en diverse Christenen waren “not amused”.  Voordat de voorstelling nog maar in productie was gegaan werd het NT overspoeld door boze brieven. Rhys zijn titelrol werd succesvol vervangen door Adam Godley, die op dat moment een bijrol had in “Two Thousand Years” in hetzelfde theater.

Christie Strikes Back (voor heel even dan)
“The Mouse Trap” van Agatha Christie loopt al voor een eeuwigheid in het West End. In 2005 maakte een tweede stuk van Christie haar entree: “And Then There Were None”. Regie werd verzorgd door Steven Pimlott (“Joseph and the Amazing Technicolor Dreamcoat”) en de recensies waren best aardig. Toch werd het niet het moordstuk waar op gehoopt werd en al gauw werd bekend gemaakt dat de productie vervroegd er mee zou kappen.

National Theatre (NT), dit betonnencomplex aan de South Bank is mijn favoriete plek op de hele wereld. Helemaal sinds Nicholas Hytner (“Miss Saigon”) artistiek leider is geworden. Zijn eclectische keuzes zijn vaak het hoogtepunt van een reis naar Londen.  De eerste 2 jaar onder Hytner bloeide het NT op als nooit tevoren, met hits als “Jerry Springer ” the Opera”, “His Dark Materials”, “Play Without Words”, “Mourning Becomes Electra”, “Edmund”, “Henry V”, “A Funny Thing Happened On the Way to the Forum” en “The History Boys”. Deze laatste bleef ook in 2005 razend populair. Het toerde door het hele land, werd verfilmd, kwam eind van het jaar weer terug naar het NT en gaat komend jaar op een wereldtournee die op Broadway zal eindigen.

Het NT sloot het eind van het jaar bijzonder sterk af met de reeds besproken producties van “Paul” en “Two Thousand Years”. Hierbij kwamen nog: “Coram Boy”, een prachtige familievoorstelling die op ingenieuze wijze gebruik maakte van de “Messiah” van Haendel en waar Dickens trots op zou zijn; en “The Pillars of the Community”, een vergeten meesterwerk van Henrik Ibsen. Regisseur Marianne Elliott wist deze klassieker zeer relevant te maken, doordat het inzicht geeft in de hedendaagse politiek. De hoofdrol van Damian Lewis (“Band of Brothers”) is ongetwijfeld door Tony Blair geïnspireerd en hij werd op schitterende wijze ondersteunt door o.a. een emotionele Joseph Millson, lumineuze Lesley Manville en de fragiele Tonywinnaar Brid Brennan.

Bijzonder goed nieuws is dat het “10 pond-seizoen” met nog 3 jaar wordt verlengd, dankzij sponsor Travelex. Dit houdt in dat tweede derde van de plaatsen van 4 producties per jaar voor 10 pond worden verkocht. De eerste drie jaar heeft dit al 666,000 bezoekers naar het NT getrokken, waaronder 155,000 die er voor het eerst kwamen.

Het Donmar Warehouse (250 zitplaatsen) had in 2005 een van haar sterkste seizoenen ooit o.l.v. artiek leider Michael Grandage. Hun West End productie van “Guys & Dolls” met Ewan McGregor en Jane Krakowski was een groot succes en deze trend zette zich ook voort met producties in eigen huis.

Mary Stuart” van Friedrich Schiller veranderde, onder regie van Phyllida Lloyd (“Mamma Mia!”), in een sensatie en werd overgebracht naar het West End, waar het de 2de Schiller-kaskraker van het jaar werd. De eerste was “Don Carlos” (regie: Grandage), waarin de imponerende Sir Derek Jacobi en Richard Coyle (“Coupling”) schitterden.

De scène uit “Mary Stuart”, waarin de ijzige Koningin Elizabeth I van Olivier-winnaar Harriet Walter en de ongeremde Mary Stuart van Tony-winnaar Janet McTeer elkaar eindelijk voor het eerst in de regen ontmoeten (iets wat in het echt nooit gebeurt is), alleen al creëerde theatrale chemie van het hoogste niveau.

Met “The Philanthropist” zette Simon Russell Beale waarschijnlijk de meest geprezen rol van het jaar neer. Ook het reeds besproken “This is How It Goes” van Neil LaBute maakte grote indruk en het jaar eindigde op sensationele wijze met Grandage zijn interpretatie van de zelden uitgevoerde “The Wild Duck” van Ibsen, met een super cast geleidt door Ben Daniels en Paul Hilton.

Old Vic: Sinds Kevin Spacey (“American Beauty”) in 2004 artistiek leider is geworden van dit historische theater heeft hij heel wat kritiek over zich heen gestort gekregen van de Britse pers. Het publiek is het hiermee duidelijk niet eens want ze blijven massaal toestromen. Zijn eerste termijn, dat begon met “Cloaca” van Maria Goos was niet bijzonder spectaculair qua repertoire, maar 2005 was al beduidend een grote sprong voorwaarts. Spacey zelf, was in 3 producties te zien. Eerst als een dynamische maar uiteindelijk trieste verkoper in “National Anthems” met Mary Stuart Masterson (“Benny & Joon”) en Steven Weber (“Jeffrey), daarna als cynische charmeur in “The Philadelphia Story” tegenover tonywinnaar Jennifer Ehle (“Pride & Prejudice”) en in zijn Shakespeare-debuut als “Richard II” onder regie van Sir Trevor Nunn. Het Old Vic sloot het jaar op frivole wijze af met een populaire panto van “Aladdin” met Frances Barber, Roger Allan en een hilarische Sir Ian McKellen als travestiet.

Sadler’s Wells heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot het paleis van de moderne dans. Hier staat het Nederlands Danstheater dan ook regelmatig. In 2005 trok het theater de publiciteit met 2 grote voorstellingen die op films gebaseerd waren. De eerste was ” Dangerous Liaisons”,  bewerkt door danser (“Swan Lake”) en choreograaf (“Grand Hotel”) Adam Cooper. Deze danste zelf ook de hoofdrol. Matthew Bourne, die Sadler’s Wells traditioneel met de feestdagen van een modern ballet voorziet, creëerde een magische bewerking van “Edward Scissorhands”. Sam Archer danste de Johnny Depp-rol.

Het prestigieuze Almeida theatre ligt niet ver bij Sadler’s Wells vandaan. 2005 was iets minder succesvol dat het jaar daarvoor. Regisseur Richard Eyre (“Mary Poppins”) en snel-stijgende-ster Eve Best wisten een nieuwe kijk te geven op “Hedda Gabler” van Ibsen. Dit leverde lovende recensies en uitverkochte voorstellingen op. Uiteindelijk verhuisde “Hedda” naar het West End. Het overige repertoire was minder spannend. “Romance”, de eerste komedie van David Mamet en met John Mahoney (“Frasier”), vond men tegenvallen. Dit gold ook voor “Blood Wedding” van Garcia Lorca. Deze voorstelling was echter al ver van te voren helemaal uitverkocht vanwege de aanwezigheid van de Mexicaanse filmster Gael Garcia Bernal (“Y Tu Mama Tambien”). De cast was zeer internationaal o.a. met onze Thekla Reuten. Verder waren er 2 versies van “Macbeth” te zien: een one-man-versie met Tony-winnaar Stephen Dillane en een volledige met Olivier-winnaar Simon Russell Beale (“Spamalot”). Het jaar eindigde met “The Hypochondriac”, waarin Olivier-winnaar Henry Goodman (“Chicago”) de titelrol vertolkte.

Zoals reeds vermeld (zie deel 1) is het kleine Gate theatre flink in opkomst. Niet alleen hadden ze een hit met een nieuwe kijk op “Hair”, maar wist Sharrock zelf ook nog eens een sensationele productie te maken van een genegeerd stuk van Eugene O’Neill: “The Emperor Jones”. Binnen 65 minuten zie je de supergetalenteerde zwarte acteur Paterson Joseph zich op fascinerende wijze transformeren van een arrogante dictator tot een bang wezen in de jungle.

Ook in de West End was Sharrock in 2005 vertegenwoordigd. Daar regisseerde zij “Heroes”, een hartverwarmende Franse komedie over 3 WOI-veteranen in een bejaardentehuis. Alle 3 verlangen ze om te ontsnappen uit de dagelijkse sleur. Het stuk werd vertaald door Tom Stoppard en de top-cast bestond uit John Hurt (“Alien”), Ken Stott en Richard Griffiths. De laatste mocht in 2005 ook een Olivier Award in ontvangst nemen voor zijn hoofdrol als een geïnspireerde maar handtastelijke docent in “The History Boys”.

Comeback van de RSC
Nadat Adrian Noble (“Chitty Chitty Bang Bang”), voormalig artistiek leider, het Royal Shakespeare Company in een artistieke en economische malaise achterliet heeft de nieuwe leider Michael Boyd het tij weer weten te keren. De West End producties van het gezelschap lopen weer goed (o.a. het Golden Age Season) en ze weten ook weer grote acteerlegenden als Dame Judi Dench aan te trekken. Het grote ster-project van 2005 kreeg echter slechte recensies. De verwachtingen van Vanessa Redgrave als “Hecuba” waren hoog en de productie kon hier niet aan voldoen. Zeker niet nadat Clare Higgins kort daarvoor nog triomfeerde in “Hecuba” in het Donmar Warehouse.

Weer een Amerikaanse hit die flopt
Traditioneel floppen vele Amerikaanse hits, die over worden gebracht naar het West End. “Rent” en “Master Class” van Terrence McNally en met Patti LuPone zijn slechts 2 voorbeelden. Ook in 2005 was dit weer het geval. Ditmaal was “I Am My Own Wife” het slachtoffer. In Amerika werd dit stuk bekroond met o.a. de Pulitzer Prize en Tony, maar in Londen liet het de critici koud. Het stuk gaat over Charlotte, een travestiet, die zowel de Nazis als communisten in Duitsland wist te overleven. Alle personages werden op fenomenale wijze vertolkt door Jefferson Mays, die op Broadway werd bekroond met een Tony voor zijn verdiensten. In Londen onderging het stuk een zeer snelle dood.

Dit was een overzicht van een fatastisch theaterjaar in Londen. Ik heb er van genoten en kijk uit naar een nieuw jaar gevuld met toptheater in de theaterstad van de wereld.

N.v.t.

overzicht, musicals, theater, Londen