De musical 40-45 speelt weer volop, en met veelal drie voorstelling op een dag is een dubbele bezetting op alle rollen zeker geen overbodige luxe. De jongste aanvulling op de cast bestaat uit Ludo Hoogmartens, Ianthe Tavernier, Ruben en Ella Leyers. Dit was hun premièredag, al moet Ella Leyers deze vanwege ziekte aan zich voorbij laten gaan.
Vooraf aan de voorstelling sprak Jeroen met Ruben en Ianthe. Hij was vooral benieuwd naar hoe zijn zo’n immense voorstelling in een grote hal boordevol techniek ervaren.
Ruben van Keer:
Hoe voelt het om na lange tijd weer in het theater te mogen staan?
Geweldig. Het gek genoeg ook wel gek, omdat we een jaar en half hebben thuisgezeten. Het is een raar gevoel, wat moeilijk te omschrijven is, maar als je dan terug ergens komt, waar dat je voelt dat je thuis hoort, dat is speciaal. Dus ik ben heel blij. Ik ben zo wat ongelukkig geweest in het afgelopen anderhalf jaar, en nu voel je weer adem en lucht. Het is geweldig om terug te mogen spelen.
Dit is allesbehalve een standaardtheater met zaal en podium. Hoe ervaar je dat als speler?
In het begin vreselijk. Want je denkt leuk, ik mag dit doen, dit grote, immense project, maar als je een keer in de zaal komt denk je: “oh oh oh. Ik weet niet waar ik af moet, ik weet niet waar ik op moet, die draaiende tribunes en dan kom je weer langs een andere kant.” In het begin was het een beetje hel, maar eens als je het door hebt hoe het eenmaal werkt en hoe je van scene 1 naar scene 2 moet en door, is het fantastisch, want dan kun je ook genieten van wat het is. Als je komt kijken, of je ziet de dvd, denk je wow, dat ziet er geweldig uit, en het is een prachtige productie. Als je echt exact weet wat er gebeurt met de tribunes, kun je er als acteur ook echt van genieten. En dat is nu het geval, en dat is heel erg top.
Het publiek zie je soms zitten, allemaal met een walkman op hun hoofd. Dat lijkt me ook wel bijzonder.
Dat voelt heel anders. Ik vind dat wel gek. Voor deze productie vind ik het zeker werken, want geluidstechnisch met die tribunes in een grote hal kan dat geluidstechnisch niet anders, maar persoonlijk ben ik niet de allergrootste voorstander van de koptelefoon. Hier werkt het wel, omdat je door de koptelefoon het gevoel hebt dat je in de scenes gezogen wordt. Maar ik hoop niet dat het overal een gewoonte wordt, omdat ik toch het gevoel heb, dat je een gedeelte van het live-gegeven mist. Dus voor deze productie werkt het, maar over het algemeen ben ik er geen fan van.
Ik heb je in Nederland gezien, in Engeland, nu weer terug in België. Is er een planning? Heimwee misschien?
Er is niet echt een planning. Ik wist wel dat ik naar Engeland wilde. Dat heb ik gedaan en ik heel blij dat ik dat gedaan heb. Ik sluit niet uit dat dat nog gebeurt, als dat lukt tenminste, want ik vind het echt top daar. Maar ik ben echt superblij dat ik nu hier ben bij dit geweldige bedrijf, dat ik deze voorstelling mag doen, want dat is een echt voorrecht. Heimwee had ik niet, maar anderhalf jaar met Les Miserables in Engeland touren (voor corona) was wel heftig, moet ik toegeven. Toen had ik wel nood aan even België, even thuis zijn, ook voor familie en vrienden. En toen kwam dit op mijn pad, en toen dacht ik: de kosmos die zegt, goede keuze om even naar huis te komen. Ik heb nu ook een dochtertje, sinds kort, dus voorlopig blijven we nog even hier.
Je speelt hier de rol van Staf. Wat is de essentie van die rol?
Staf is volgens mij een jongen met een goed hart die met, ik wil zeggen, de verkeerde mensen in contact komt. Maar verkeerde mensen, klopt dat wel, ik weet het niet. Het is in ieder geval iemand die in zijn jeugdigheid en naïviteit contact zoekt met een groep. Hij wil deel zijn van een groter geheel en dat zijn in dit geval mensen die extreme ideeën hebben. De essentie is dat het een goeie jongen is, maar door omstandigheden geraakt is waar hij is.
Het interview met Ianthe Tavernier lees je op de volgende pagina: