Zijn we geneigd musicals te associëren met gastvrije zalen, rood pluche en gezellige foyers, het genre doet het ook aardig buiten het theater. Denk bijvoorbeeld aan arenamusicals. Jesus Christ Superstar werd jaren geleden opgeblazen tot een stadionversie in de Londense O2 en deze maand is in Belfast een ‘arena spectacular’-versie gestart van Les Misérables. En nu wordt Nederland verblijd met het partyfenomeen. In de Schiecentrale in Rotterdam kunnen we bijna elke avond tot diep in de avond feesten op Mamma Mia The Party.
Voor de goede orde: Mamma Mia The Party en de onsterfelijke musical Mamma Mia hebben weinig tot niets met elkaar te maken. Elk van beide voorstellingen vertelt zijn eigen verhaal. Alleen putten ze voor hun songs beide uit dezelfde muziekcatalogus: de klassieke songs van ABBA. En daar houdt de vergelijking ook resoluut op. Is de musical charmant, ontwapenend, meeslepend en grappig tegelijk, de partyversie is ergerlijk, vervelend, teleurstellend en flauw.
De partyversie richt zich overduidelijk op mensen die iets anders willen dan een theaterervaring. In het theater geldt zitten en mond dicht, in de Schiecentrale is het net of we thuis in gezelschap tafelen terwijl de televisie in een hoek aanstaat op RTL Boulevard of Eva. Casual kijken. Eten, drinken, kletsen en af en toe opkijken van het bord naar het gedoe dat daar bezig is. Als bonus bij Mamma Mia The Party ook nog dansen op een bekende song. En naarmate de avond vordert en het aantal lege glazen groeit, hossen en meelallen.
Dat van die lege glazen lukt aardig, want te pas en te onpas komt een – voor de rest zeer vriendelijke – ober vragen of we nog iets willen drinken. Beleefd vragen helpt, want de pornstar martini’s zijn niet aan te slepen. Arme theaterliefhebbers, want ondanks de aanzet tot het uitvoeren van iets wat lijkt op een musical wordt het consumeren van het verhaal constant verstoord door dat andere consumeren. Allereerst verraadt de opstelling van de tafels een gebrek aan respect voor de voorstelling: die inrichting maakt de show een bijzaak. Verder hoort de bezoeker om zich heen het onophoudelijke geroezemoes van luid etende mensen, stevig rondstappende serveerders, vallende dienbladen vol glazen. Vooral tijdens de scènes met gesproken scènes willen de gesprekken aan tafel nogal hoog oplopen. Wat een moeilijk te verwerken tafereel moet dit zijn voor die professionele musicalacteurs die elke avond hard werken voor hun applaus. Die zullen zelf natuurlijk ook hun wenkbrauwen hebben gefronst bij het in ontvangst nemen van een flauw en fantasieloos script. Dat applaus en gejoel van het publiek komt er gelukkig wel, maar naar alle waarschijnlijkheid mede aangemoedigd door de drank die rijkelijk vloeit.
Dat is jammer, vooral in het tweede gedeelte van de show. Hoewel bizar genoeg het verhaal van de voorstelling zo goed als losgelaten wordt. Want in die onafgebroken reeks liedjes wordt er eindelijk goed gezongen en – dat is dan toch de meerwaarde van de voorstelling – zitten er opmerkelijke keuzes tussen. Ongebruikelijke, bijna vergeten ABBA-juwelen als As Good As New en I Let The Music Speak krijgen veel en zorgvuldige aandacht.
Ongetwijfeld zal Mamma Mia The Party zijn publiek vinden. De show is uitermate geschikt voor vrijgezellinnenavonden en personeelsuitjes. Theaterliefhebbers gelieve even verder door te rijden naar het Luxor Theater.
Foto’s: William Rutten