Post apocalyptische musicals, ze willen nogal eens voorzien zijn van hoogdravende, zichzelf vergalopperende scrips, die slechts worden gespeeld omdat ze gebruik maken van waanzinnige muziek. De insteek van Kamp Delta is gelukkig minder hoogdravend. Een opening met de vrolijkheid, die aan een Ketnet-musical doet denken, zet de toon. Een kamp vol jongeren zou een kruitvat kunnen zijn, maar leven is er vredig, al kan niet iedereen perfect met elkaar overweg. Waarschijnlijk ook dankzij de kampleidster Jax, die de uitzondering is op de regel dat iedereen gelijk is, en degene die bij conflict de knopen doorhakt. Na acht jaar in het kamp zonder enig teken van menselijk leven van buiten heeft de een het lot meer geaccepteerd dan de ander. Zo droomt Luka er nog van zijn ouders terug te vinden, ergens buiten het kamp. Als er op een dag drie nieuwelingen bij het kamp komen werkt dit als katalysator. Waar Kai, het hoofd van de bewaking ze niet vertrouwt en onheus bejegent, is het voor Luka een reden om het kamp te willen verlaten. Dit ondanks dat hij wel heel gecharmeerd is van Lexi, één van de nieuwelingen.
Hoewel de eerste akte wat traag verloopt, wordt wel goed gedoseerd de achtergronden van een aantal van de personages belicht. De komst van de vreemdelingen zorgt wel voor het eerste conflict, maar dat wordt redelijk snel gesmoord. Met een enorme cliffhanger voor de pauze wordt de toon gezet voor een tweede akte waar heel veel vaart in zit. De gaat vooral om het uitzoeken van wat er net voor de pauze gebeurde: een raadsel, waar je als publiek overigens geen miss Marple-bloed voor hoeft te hebben om dit op te lossen, ruim voor het daadwerkelijk op het podium gebeurt. Het is ook een akte met een aantal waanzinnige acteerprestaties en vocale hoogstandjes.
De cast is prima, maar een aantal spelers vallen nog eens extra op. De rol van kampleidster Jax wordt vertolkt door Femke Verschueren. Dit is haar musicaldebuut, maar ze kwijt zich prima van deze taak. De ex-deelneemster van het Junior Songfestival (Eurosong op z’n Vlaams, “Een kusje meer”) knalt van het podium met haar solonummer, waarmee ze iedereen wegblaast. Als we binnenkort ergens lezen dat Jelle Cleymans zijn ziel is kwijtgeraakt, kunnen wij zeggen waar deze is gebleven. Mauro Janssens lijkt qua uiterlijk voor geen meter op de bekende, geliefde (musical)acteur, maar zowel in stemgeluid, warmte en manier van spreken voelen we zijn geest. Het voelt dus volkomen natuurlijk met zijn personage en verhaal mee te gaan in deze musical. Zijn Luca sluiten we al na een paar minuten in ons hart, en we laten onze oren strelen als hij zingt. Zijn maatje Finn levert vooral in de tweede akte vuurwerk, en wordt sterk vertolkt door Thomas Baart. De tweeling Noah en Dante zijn twee andere opvallen rollen. Ze zorgen voor de nodige ontspanning. Mathias Van Cauwenberge als Dante is prachtig, Lotte Villays als Noah eveneens. Zij weet je tot in het diepst van je ziel te raken tijdens één specifieke scene (beschrijving geeft te veel van de plot weg); het maakt me nu al razend benieuwd naar haar hoofdrol in de komende productie “If I fall”.
De kracht van the Singing Factory is al jaren de prachtige samenzang. De musical kent gelukkig een flink aantal koornummers, zodat dat ook in deze productie weer duidelijk wordt gemaakt. Fraaie choreografie maakt het plaatje compleet, al horen daar natuurlijk ook kostuums en grime bij. Het einde der tijden is niet tijdens een eighties revival geweest; de kostuums zijn vooral in aardekleuren. De grime, en zeker de zwarte strepen rond de ogen die sommigen hebben, voelt heel erg Mad Max, al wordt niet duidelijk waarom ze dit dragen. Hygiëne wordt in het kamp weldegelijk gewaardeerd, blijkt uit het stuk. Het kamp bestaat vooral uit een decor van golfplaten. De industrie-look van de locatie zelf draagt bij aan de soberheid van de omgeving.
De songs liggen goed in het gehoor, al voelt het ook als een continue quiz, waar lijkt dit op. Titels van nummers schieten overigens niet te binnen. Hoewel een enkele solo-regel hier en daar soms niet helemaal zuiver is, is de uitvoering ervan over het geheel genomen goed tot uitstekend. Dat de locatie een uitdaging is qua techniek en dan vooral geluid, blijkt als we toch af en toe dingen niet kunnen verstaan, al zijn ook dit uitzonderingen.
Met Kamp Delta is ongetwijfeld geprobeerd een stuk te schrijven dat het maximale uit deze getalenteerde cast te halen, en dat is zeker gelukt. Ik ben onder de indruk. Dat het verhaal twee plotonderdelen heeft waarvan ik denk “zo stom is toch niemand”, dat een enkel nummer vooral lijkt te zijn gemaakt vanwege het effect (het levert een heerlijk trommelnummer op) of dat een uitzichttoren ineens wel heel breed blijkt zijn dan relatieve kleinigheden die ik wel wil vergeven.
Kamp Delta is nog te zien tot en met 13 november in het Zuiderpershuis in Antwerpen. De omgeving is in herontwikkeling, dus slecht te bereiken. Wie met de auto gaat richt zich het beste op parking Kooldok, met een voetgangersingang pal naast het gebouw.
En dan komt na de anderhalf uur reizen naar huis een nieuwsbericht binnen, dat je niet wilt krijgen, maar waar ik niet onderuit kom om het te benoemen. Het feest dat deze première had moeten zijn voor iedereeDe VRT blijkt die middag de samenwerking met hem te hebben stopgezet vanwege ongepast gedrag, dus hij kon hier ook niet bij zijn. De cast heeft dit vlak vóór de voorstelling vernomen. Met de dreun die dat moet hebben teweeggebracht verdient de geweldige prestatie die de jongeren deze avond hebben geleverd nog eens extra respect.
Slotapplaus en groepsfoto’s: Musicalworld
Scenefoto’s: wanne Synnave