In een musicalseizoen vol reprises, zowel oud als redelijk nieuw, zou je kunnen verwachten dat een nieuwe titel de meest spraakmakende voorstelling wordt. Dit seizoen bewijst anders: precies die oer-musical vol songs met luid drama en grote gebaren waar haters koude rillingen van krijgen, is in zijn derde versie de belangrijkste musical geworden van het seizoen. Sterker nog, Les Misérables zal nog ver in het volgende seizoen een diep spoor trekken.
En terecht. De producenten Hans Cornelissen, Ruud de Graaf en Erwin van Lambaart moeten snel hun memoires schrijven, want hoe de heren dit resultaat hebben klaargespeeld, met alle uitdagingen op het gebied van casting, livemuziek, decor, licht, geluid en pr, moet vastgelegd worden voor de volgende generatie musicalmakers.
Natuurlijk, deze versie is een zeer getrouwe kopie van de Engelse productie, een productie die in coronatijd onderhanden is genomen voor een glorieuze terugkeer na het opheffen van de maatregelen. Er werd veel over geschreven. Deze versie zou opgefrist en sneller zijn. Allemaal enigszins waar, maar wat het meeste opvalt, is dat de vernieuwers geen knieval hebben gemaakt voor de Misérables-sceptici. Het luide drama-met-de-grote-gebaren is er nog steeds, is zelfs – in lijn met onze moderne, verharde tijd – rauwer en heftiger geworden.
In ’onze’ versie heeft Milan van Waardenburg de zware taak om het publiek mee te nemen in het drama. Mensen die hem kennen van zijn romantische rol in Anastasia, zullen gedurende de proloog naar adem happen, want zij zien een Van Waardenburg die een totale metamorfose heeft ondergaan. In deze eerste tien, vijftien minuten is zijn Jean Valjean net vrijgelaten en lukt het re-integreren in de maatschappij hem na tal van verwoede pogingen niet. Hevig gefrustreerd beent Van Waadenbrug als een wilde in het rond, briest driest naar iedereen die op zijn pad komt, met verwilderde blikken waar zelfs een Raspoetin bang van zou worden. Deze tour de force van Van Waardenburg kan afgedaan worden als eenzijdig en ongenuanceerd, maar die cynici zouden een volgende keer vooraan moeten zitten om de zorgvuldigheid te kunnen waarderen.
Geen mooi verhaal zonder tegenstander van de held en dat is Freek Bartels als de beruchte Javert. Bartels biedt kranig tegenspel en hoewel hij minder ‘momenten’ heeft, weet hij die volledig te benutten om ons te laten zien dat zijn carrière een van de duurzaamste is in musicalland.
Van de nieuwe gezichten moet tenminste dat van Michael Muyderman genoemd worden. Zijn karakter in de voorstelling, de jonge en behoorlijk verliefde Marius, lijkt gecreëerd om nieuw, veelbelovend talent te lanceren. Nu heeft Muyderman al een nominatie voor de Musical Award voor aanstormend talent voor Annie op zak, maar nu wij zien hoe lief en verlangend hij Marius speelt en hoe indrukwekkend hij de klassieker Lege tafels lege stoelen brengt, vestigt hij zijn naam definitief.
Maar eigenlijk verdienen alle andere rollen evenveel lof, voor hun krachtige zang en hun gave om als één groep gedisciplineerd te opereren, in harmonie met de tientallen mannen en vrouwen achter de schermen. De massascène op de barricade is het mooiste voorbeeld van die harmonie, een wonder van timing en regie. Terwijl de kogels het publiek om de oren vliegen en het fantastische liveorkest onze bloeddruk nog extra opzweept, zien we iedere demonstrerende student stuk voor stuk dodelijk geraakt worden. Elk sterfgeval, en dat zijn er niet twee of drie, krijgt precies op tijd zijn eigen spotlight waarop de arme student als een ontroerend schilderij ter aarde neerzijgt.
Les Misérables, wonderen bestaan.
foto’s: Johan Persson