Het opvoeren van een musical in coronatijd: je kunt het wel vergeten. Dat was zeker de gedachte voor seizoen 2020-2021. Voor grote shows is er tot nog toe weinig tot geen ruimte geweest, maar gelukkig zijn er nog wel kleinschaliger projecten. Inmiddels moeten we weer zeker een paar weken zonder doen, maar laten we hopen dat deze pauze van korte duur is. Een van die kleine projecten is Murder Ballad. Een cast van 4 personen, een orkest van 1 (ok, misschien ietsje meer, maar daarover later meer) en de rest op band. Een sober decor, en een korte voorstelling zodat twee keer op een avond gespeeld kan worden.
Murder Ballad is een off-Broadway show die in 2012 zijn première had. De voorstelling draait om Sara. Zij is een jonge vrouw, die na een hartstochtelijke relatie met de onafhankelijke, wilde Tom kiest voor een meer huisje-boompje-beestje man in de persoon van Michael. Na enige jaren en het krijgen van een kind keert haar verlangen naar het avontuur, en haar oorspronkelijke minnaar terug. De voorstelling wordt in haar geheel gezongen, en net als in bijvoorbeeld Blood Brothers worden de gebeurtenissen verteld door een verteller-rol. Ditmaal is het een vertelster, maar met een gelijke wat cynische toon. De titel van de voorstelling verraadt al dat het niet goed afloopt voor (tenminste) één van hen. Deze korte samenvatting geeft al aan dat het zowel qua personages als qua vertelling wat clichématig in elkaar steekt. De personen krijgen weinig emotionele inhoud. Het meest boeit die mysterieuze vertelster. Of de ontknoping verrassend is zal van persoon tot persoon verschillen.
Nu zijn er meer musicals die het niet moeten hebben van een sterk script, maar wel voorzien zijn van een verzameling lekkere liedjes, en in die categorie valt deze Murder Ballad ook. De uitvoering van powervrouwen Vajèn van den Bosch als Sara en Cystine Carreon als verteller mag er dan ook zijn. Zuiver en krachtig. Solo kunnen Jonathan Demoor als Tom en Buddy Vedder het vocale vuurwerk dan ook niet evenaren. De stemmen van het viertal kleuren dan weer wel mooi met elkaar, en zijn op die momenten ook prima in balans. Qua spel halen ze uit hun rol wat erin zit. Cystine Carreon ’s mysterieuze rol wordt daarbij nog eens versterkt met het spelen op een elektrische viool, een instrument dat door het gebrek aan klankkast ook nog eens iets mysterieus heeft. Omdat de songs niet altijd even soepel in elkaar overlopen, en er ook maar weinig stiltes vallen, voelt de voorstelling dan ook meer aan als een verzameling liedjes met een rode draad die abrupt elkaar opvolgen dan als een echte vertelling. Mogelijk is dit het gevolg van het zo kort mogelijk maken van de voorstelling, zodat deze tweemaal per avond gespeeld kan worden. Wel heel musical is uiteraard het terugkeren van muzikale thema’s.
Het decor wordt gepresenteerd als wereldprimeur: het is de eerste barcode waar je doorheen kunt lopen en de eerste van elastiek. Af en toe levert het ook mooie plaatjes op, maar verder oogt het vrij statisch. Er zijn scenes die zich achter de strepen afspelen, en zo deels aan het zicht zijn onttrokken. In het begin is dit een aardige optische vondst, maar het voelt ook of je dingen mist, zeker naarmate de voorstelling vordert.
Werkelijk zonde van de tijd is het laatste nummer van de voorstelling, als het verhaal verteld is. Het lijkt er ook wel op dat de makers hier niet goed raad mee wisten, want van enige enscenering lijkt geen sprake meer. Het is tijd die beter was besteed aan het versoepelen van de overgangen binnen de voorstelling zelf.
Of het komt door corona of niet, perfect is deze uitwerking van Murder Ballad niet. Toch is het in crisistijd zeker een aangename voorstelling, met name door de vocale kracht van beide dames, en het prettige spel en samenzang van de voltallige cast. In deze wonderlijke tijden is het maar zeer de vraag wanneer er nog iets in het theater te zien is, en aan deze voorstelling val je je zeker geen buil, mits je niet te veel verwacht van het verhaal of visueel spektakel.
Scenefoto’s: Annemieke van der Togt
Overige 2 foto’s: Musicalworld