Nog voor de voorstelling begint weten we al iets over de karakters in de voorstelling. In het midden staan twee schoolbanken, iets verder naar achter twee bedden. Links is het keurig opgemaakt, rechts is het een zooitje. De voorstelling begint met een rondedans rond de tafels, waarbij de twee uiteindelijk elkaar vinden, totdat de een de ander weer afstoot. Een samenvatting in beweging, van wat we erna te zien krijgen.
Lucas is verhuisd, en moet beginnen op een nieuwe school. Hij beseft dat hij op jongens valt, maar weet niet goed hoe hij dit ‘geheim’ moet vertellen. Zelfs niet aan zijn moeder, die vol liefde naar haar zoon is. “Alles komt altijd goed.” Hij is idolaat van de band Queen en praat ook met Freddie Mercury, die als poster boven zijn bed hangt, Hij probeert ook een tekst te schrijven op de muziek van Bohemian Rhapsody. (Herkennen we de titel van de voorstelling?) Felix zit al langer op de school, en helpt Lucas er een beetje op weg. Felix is idolaat van skaten, maar hoort toch niet bij de populaire jongens van de school, de skaters. Hij mist de zelfverzekerdheid van die groep. Felix woont bij zijn vader, die het skaten maar niets vindt, en hem in alles kleineert. “Uw best is niet goed genoeg.” Zijn moeder is uit beeld, gevlucht voor de mishandeling van haar man. Tussen de twee jongens ontstaat een band, en na veel aarzelen biedt Lucas aan Felix aan zijn song te laten horen. Maar er bloeit ook iets op tussen de twee: gevoelens waar Lucas zich wat makkelijker aan overgeeft dan Felix. Maar als hij besluit thuis niet langer te liegen….
De voorstelling wordt gespeeld door twee jonge Vlamingen, die het stuk zelf hebben ontwikkeld. Ze zijn er anderhalf jaar mee bezig geweest. Mathieu van Nieulande (Felix) en Kobe Verdonck (Lucas). Beiden hebben de nodige theaterervaring, en samen waren ze te zien in “De ridders van de Ronde Keukentafel”. Dat verklaart ook de hulp van een aantal bekende namen. Mark Tijsmans, schrijver/regisseur van deze voorstelling, hielp hen met het script, voor de regie werd Mark van Haasteren gevonden, Hij is ook te horen als onderwijzer. Eveneens horen we de stemmen van Goele de Raedt als Lucas’ moeder en Sébastien de Smet als vader.
Beide acteurs vertolken hun rol voortreffelijk. Je voelt automatisch met hen mee. De nodige humor in de voorstelling. Van puberale grappen over het tevoorschijn halen van fluiten (blokfluiten dus) tot het erbarmelijk uitgesproken frans van de docent, het zorgt voor het dagelijkse sfeertje, en voor contrast met de emoties die minder ontspannen zijn en benadrukt zo juist die emotionele achtbaan waar zij zich in bevinden.
“Nothing really matters” focust op problemen die jongeren hebben bij het vinden van hun identiteit. Sexualiteit is een belangrijk issue en het accepteren van jezelf, door jezelf en je omgeving. Naast dat het een buitengewoon mooie voorstelling is, zou het dan ook zeker geschikt zijn als aanleiding voor gesprekken op scholen. Want iedereen zal in deze voorstelling dingen herkennen: of het nu overbegripvolle ouders is of juist het tegenovergestelde. Twijfel over de toekomst, of het vernietigen van dromen. Of de twijfel over je (seksuele) identiteit.
Het is te hopen dat deze voorstelling door een producent wordt opgepikt. Ik zou graag nog een keer gaan kijken. En zelfs al is het geen musical (er wordt wel wat in gezongen), iedereen van harte aanbevelen.