75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog hoeven wij ons niet druk te maken om een oorlog in onze omgeving. In je fantasie is het makkelijk te bedenken dat je een held zou zijn, of in ieder geval niet fout, maar Oorlogswinter laat zien dat die grenzen helemaal niet zo makkelijk zijn.
In Oorlogswinter zien we het verhaal door de ogen van Michiel, zoon van de burgemeester en een jaar of 15 oud tijdens het grootste deel van de voorstelling. Op een dag krijgt hij van een vriendin waarmee hij wel eens voetbalt een brief, die hij moet bezorgen voor het geval er iets mis gaat. Zij is namelijk van plan een overval te plegen om distributiebonnen te bemachtigen. Het gaat mis, en als degene voor wie de brief bestemd is ook opgepakt blijkt te zijn, opent Michiel de brief. Het is het verzoek om te zorgen voor een neergeschoten Engelse piloot, die gewond is en in het bos verstopt zit. Michiel bezoekt hem en ziet dat Jack, deze piloot, medische hulp nodig heeft. Nu weet zijn zus Erica wel wat van verpleging, en hij neemt haar mee. Zeer tegen zijn zien ziet hij dat Erica en Jack wel erg goed met elkaar klikken. Wat Michiel misschien wel heeft gestimuleerd dit te doen is dat Ben, een oude vriend van zijn vader, bij hen in huis is komen wonen, en ook hij is een verzetsheld, door het regelen van valse papieren. Waar Michiel en Erica dus in rap tempo met volwassen beslissingen zijn kan het jongste broertje, Jochem nog kind blijven. Maar ook hij wordt geraakt als er in het bos een dode Duitse soldaat wordt aangetroffen en er 10 burgers worden opgepakt, waaronder hun vader. Zij zullen worden doodgeschoten als de dader zich niet meldt.
De voorstelling wordt ingeleid met een quasiauthentiek radiofragment (waarin ook de gebruikelijke publieksinstructies over telefoon en opnames maken). Ze staan dan nog aan de vooravond van de oorlog, met een wat jongere Michiel. En wordt het beroemde Marsman-gedicht Herinnering aan Holland) gezongen (Denkend aan Holland), om hier vervolgens een oorlogs-variant op te zingen. Het duurt even voordat alle karakters op hun plaats vallen. Wat wel meteen duidelijk is, is dat Kristie Koehof goed kan zingen. Zij zingt als juf van der Pol het openingsnummer. Ze blijkt niet de enige: Dat geldt ook voor Maud Smit, die de moeder speelt. Ezra Rebel staat als Michiel voor de pittige taak de musical te dragen, en dat doet hij prima. Ook Nanda Dolman als Erica en Frans van Rijen als Jack weten prima raad met hun rollen. Milo Swagemaker vertolkt de kinderlijke Jochem mooi, mede dankzij het enorm breekbaar gezongen ‘Als je bang bent’. Twee ‘slechteriken’ die het ook goed doen zijn Tijn te Molder, die als Ortskommandant (in het Duits) de juiste toon treft en de veel te nieuwsgierige mevrouw Schafter. En dan mogen we zeker ook niet Rachel Sommers vergeten, die de barones met de juiste toon speelt en ook nog eens prachtig zingt.
Zeer gebruikelijk bij amateurvoorstellingen: er zijn meer meiden dan jongens. Ook deze voorstelling is geen uitzondering, zodat sommige karakters van geslacht zijn veranderd. Dat de meester een juf is geworden valt niet zo op, dat de vluchtelingen nu allebei vrouwen zijn ook niet, maar voor het repareren van je slee is het (ruim ¾ eeuw geleden) niet heel logisch dat je het mevrouw Schafter vraagt. Het betekent ook dat een aantal liedjes beduidend hoger worden gezongen dan op de oorspronkelijke cast-cd (de voorstelling is gemaakt door het NJMT en had Soy Kroon in de hoofdrol), maar de liedjes worden er zeker niet minder sterk door.
De soundtrack bestaat voornamelijk uit rustige nummers en ballads met een beperkt aantal zangers, maar het zijn juist de finalenummers die van het podium knallen. Laat dit het laatste zijn voor de pauze en het afsluitende Denkend aan vrede. Dat laatste nummer krijgt extra kracht door de verwikkelingen in het stuk, als alle puzzelstukjes op zijn plaats vallen en blijkt dat het grootste drama in het stuk uiteindelijk te danken is aan een stuk onnozelheid. De muziek wordt gespeeld door een live-orkest die dat werkelijk voortreffelijk doet.
De basis van het decor is simpel en doeltreffend. Drie vierkante pilaren die zowel de voordeuren van drie huizen, het bos, en het interieur van het huis voorstellen. Voor dit laatste worden dan een tafel en stoelen bijgeplaatst. Helaas blijkt er tijdens het maken van de voorstelling wat minder goed nagedacht over de vele scènewisselingen. Er is de keuze gemaakt om alle scenes in volledig decor te spelen, waardoor er wel heel veel changementen zijn. Hoewel er in het duister keihard wordt gewerkt, houdt dit het verhaal wel wat op. Beter was teruggevallen op het hoogstnoodzakelijke, zeker ook omdat de musical op veel plekken een mooie underscore heeft, en deze op die momenten ook stilvalt. Misschien ook dat door de lange duur een van de voor mij essentiële scenes met Jochem afgeraffeld lijkt en zo niet die aandacht krijgt die het verdient.
Als musicalrecensent zie je amateurmusicals op alle niveaus. Eerder deze week waren bij June Foster de jongeren grotendeels al in professionele shows te zien, en uiteraard is dat een ander niveau dan die van de jongere die het als een leuke hobby bij een studie doet. Binnen die tweede categorie mag deze Oorlogswinter wel alleszins geslaagd genoemd worden. De charmante cast heeft het indrukwekkende verhaal, dat je maar moeilijk loslaat, gewoon knap neergezet.
Foto’s: De derde akte