Winter Garden op Broadway, Gillian Lynne Theatre op het West-End, het Zuiderpershuis Antwerpen. Ok, we hebben dan wel een aantal (Engelstalige) tours buiten beschouwing gelaten, maar dat je als “amateurgroep” de Europese (vasteland) première van een Andrew Lloyd Webber-musical weet te bemachtigen (en ook nog eens de eerste vertaalde versie), toont al wel aan dat je een bijzondere groep bent. Na eerdere prachtproducties als Magdalena, November ’89 en June Foster wisten we dat natuurlijk ook wel. En gelukkig weet ‘the Singing Factory’ er wederom een knalvoorstelling van te maken.
In School of Rock heeft Andrew Lloyd Webber eindelijk weer eens zijn rockkant laten zien. Flarden van bekende rocksongs zijn natuurlijk heel bewust, maar af en toe klinken ook Jesus Christ Superstar en Whistle down the wind door (niet toevallig twee van de favorieten van uw recensent). School of Rock, begonnen als een comedyfilm met Jack Black in de hoofdrol, werd door Andrew Lloyd Webber, Glenn Slater en Julian Fellowes in 2015 tot een musical bewerkt. Het verhaal gaat over Dewey Finn, een egocentrische jongen die leeft voor rockmuziek, maar vooral ook in zijn eigen wereldje. Hij beschouwt zich als een wereldgitarist en muzikant, maar wordt uit zijn band gezet, vlak voor de Battle of the Bands, waar hij zijn grote doorbraak verwacht. Hij profiteert ook van zijn beste vriend, de burgerlijke invalleerkracht Ned Schneebly, door bij hem in te wonen. Zeer tegen het zere been van Neds vriendin Patty, die nogal met Dewey botst. Als ze hem vraagt eindelijk een keer de huur te betalen of anders te vertrekken, neemt Dewey een telefoontje, bestemd voor Ned op. Hierin vraagt directrice om direct als invaller te beginnen. Als Dewey hoort hoeveel het verdient, besluit hij zich voor te doen als Ned, en op het chique en dure Horace Green aan de slag te gaan. Met zijn eigen lakse mentaliteit (komt te laat, wil eerder weg) en sjofele uiterlijk lijkt hij ook verder geen poging te willen doen dit werk goed te doen of ook maar iets om zijn leerlingen te geven. Totdat hij een klassieke muziekrepetitie van zijn klas met de directrice hoort, en beseft dat deze kinderen muziek kunnen maken. Vanaf dan probeert hij hen mee te krijgen in zijn droom: meedoen aan de “Battle of the Bands.”
In deze Vlaamse versie wordt de rol van Dewey gespeeld door Jerwyn Weckx. Hoewel zijn optredens in Vlaanderen vaak beperkt zijn gebleven tot ensemblerollen, beheerst hij deze hoofdrol tot in de puntjes. Hij stuitert over het podium, is zeer geloofwaardig als onvolwassen volwassene, en maakt bijna ongemerkt en daardoor heel natuurlijk de draai naar het besef wat echt belangrijk is. De rocksongs komen ook lekker zijn mond uit. De tweede professional op het podium is An Lauwereins als de directrice. Een schitterende Mozart-aria uit de Toverfluit, maar ook het sentimentele “Waar ging de rock heen? “klinken geweldig, maar haar vertolking van de strikte directrice, die uiteraard ook een andere kant heeft, is erg goed. Maar hoe goed deze twee ook waren, de harten worden gestolen door de kinderen op het podium, door een heerlijke hoofdcast, zoals de streberige Summer (Chaya van Mol), die lekker kan afgeven op Dewey, de ontwapenende Freddy (Jasper van Hees), die zijn rol van drummer ook heerlijk speelt. Vooral de transformatie die ze ondergaan, volledig tot bloei komen, wordt heerlijk gespeeld, zoals Zack (Titus Schrooyen), bassiste Katie (Sterre Hannes) en vooral Lawrence (Thijs Joppen), die van glutenintolerant nerd transformeert naar iemand die straalt in de meest foute jaren ’70 glamrock-kostuums. Stuk voor stuk kanjers. Voor het talent van Lotte Villays moeten we een beetje spoileren, maar als Tomika, die in het begin geen woord over haar lippen laat komen, blijkt ze uiteindelijk een geweldige zangeres. Het grootste kippenvelmoment krijgen we bij stylist Billy, als hij het eerste couplet zingt van “Als je naar me luistert”. Mathias van Cauwenberge zingt dat prachtig en raakt zo precies de juiste snaar. De gehele jeugdcast klinkt sowieso prachtig, en voert de fijne choreografie van Matthew Michel en Baptiste Vuylsteke strak en indrukwekkend uit.
In de professionele miljoenenproducties zaten kinderen die daadwerkelijk instrumenten bespeelden. Dat is bij deze versie niet het geval: die rol is volledig voor de prima spelende live-band. Het acteerwerk van deze Vlaamse cast is er zeker niet minder om, en nu de schoolklas ook echt de grootte van een klas heeft, spetteren de school ensemblenummers meer dan ze op West-End of Broadway ooit deden. The Singing Factory weet waar hun kracht zit en buit die hier zeer goed uit.
In tegenstelling tot de eerdere eigen producties heeft School of Rock een verhaal met weinig diepgang. Tegelijkertijd weet het wel je hart te verwarmen in deze koude tijden. Een musical waarin je kunt genieten van een enorme berg jeugdig talent, ondersteund door twee vakmensen en een begeleidend ensemble van goedwillende volwassenen. Het overdonderende “Vecht tegen de man”, dat gelukkig ook een paar keer terug komt, is het bezoek al meer dan waard, het ontroerende “Als je naar me luistert” ook. Een goed gevoel na afloop is dan ook gegarandeerd.
Op Broadway en West End heeft iedereen ongeveer 4 jaar de tijd gehad de voorstelling te zien. In Antwerpen is het over drie weken voorbij. Dus wees er snel bij.
Scenefoto (Stagedive): TSF
Overige foto’s: Musicalworld