De tijd is een paar eeuwen teruggezet in de Steengroeve van Winterswijk. Het is 1799. De in grote getale toegestroomde mensen wordt meermaals op de lange weg naar de zitplaats regelmatig een fijne executie toegewenst. Want dat is wat we bijwonen: de executie van de Freule: Judith van Dorth. Met een platte kar met paard wordt ze binnengereden, en voor een vuurpeloton gezet. Een vonnis om dat wat ze heeft gezegd, bij het zien van een dode patriot: haar wens dat er velen zouden volgen. Even lijkt de executie verhinderd te worden door een zekere Engelbert Crookceus, die de legitimiteit van de rechters en het oordeel aanvecht, maar als de freule zelf aangeeft dat hij dertig jaar te laat is, wordt alsnog ze neergeschoten.
Dit zou een van de kortste voorstellingen aller tijden kunnen zijn, ware het niet dat Engelbert vervolgens het levensverhaal van de freule vertelt aan de nieuwsgierige Glieuwert van Piekenpol, die alle geruchten wel kent en vindt dat ze terecht is geëxecuteerd. ( Hij is overigens de enige in dit stuk met een lokale tongval.) Want zoals de opmerking van de freule al suggereerde, Engelbert en Judith kennen elkaar al jaren.
Hij blijkt een vriend van de adellijke familie, waar Judith en haar broer Gerrit lijden onder een onsympathieke, strenge moeder en van hun vader hoeven ze het ook niet echt te hebben. Als Judith opgroeit, blijkt ze al snel nogal wellustig en richt ze haar pijlen op de dus veel oudere Engelbert, die deze, hoewel het verboden is, niet kan weerstaan. Het levert Judith steeds strengere straffen op, van huisarrest tot onterving en opname in een vrouwengesticht. De liefde voor Engelbert houdt haar op de been, maar hij is na de opname verder gegaan met zijn eigen leven. Toch laat Judith steeds weer zien wat een sterke, recalcitrante vrouw zij is, met wat wraakzuchtige trekken. Haar geluk is echter steeds maar van korte duur.
Met Renée van Wegberg staat er op het enorme podium, of moeten we speelvlak zeggen, inderdaad een krachtige vrouw, die moeiteloos schakelt tussen songs in diverse genres. Je leeft enorm met haar mee. De stem van Steijn de Leeuwe mist wat kracht bij de rocksongs, maar de overige nummers worden uitstekend vertolkt. En wat nog belangrijker is, hij speelt zijn rol enorm overtuigend. Dinant Duenk is als toehoorder Glieuwert de vertegenwoordiger van het publiek in de voorstelling. Zijn voorkeur voor bloed en achterklap zal door velen worden gedeeld; de uitvoering is ook bij hem uitstekend. In een paar bijrollen wordt er wel wat te veel ‘overact’ , maar de andere dragen ook goed bij aan het geslaagde totaalplaatje. Een leuke kleinere rol is er weggelegd voor dienstmeid Hilde. Lune van de Meulen weet haar comedy goed te timen, als ze keer op keer als boodschapper tussen de twee geliefden heen en weer moet hollen. Tenslotte kan Niek van der Deijl niet onbenoemd blijven. Al bij de voorstellingen van NME-kids on tour, zo’n 10 jaar geleden, was al duidelijk dat hij niet op zijn mondje was gevallen, en nu, na een aantal jaar Codarts, is dat nog steeds zo. Als omroeper weet hij in zijn eentje het publiek te onderhouden en amuseren in de tijd dat het wachten is op de bezoekers die lang in de file stonden. Daarnaast speelt hij ook de rol van de broer van Judith goed. Waar de acteurs de songs (van Jan Tekstra) in een breed scala aan genres, tot bijna metal aan toe, goed zingen, is er ook nog ondersteuning van een flink koor, die voor de nodige bombast zorgt. En ook het uitstekende orkest mag niet onbenoemd blijven.
Het is natuurlijk al leuk dat voor deze musical een verhaal uit de regio is genomen, maar de vertaling naar een boeiend, mooi en grappig theaterstuk is bijzonder goed gelukt. De vormgeving (Joris van Veldhoven) is zeer geslaagd, met als één van de hoogtepunten de tuin met heggen en standbeelden. Heggen die bestaan uit een soort rolgordijnen, en die dus in hoogte heen en weer kunnen: het levert een fraai beeld op. Jasper Verheugd weet diverse bijzondere inspiratiebronnen in de voorstelling te stoppen. Als er een val wordt gezet voor Engelbert mondt dit uit in een western-scène en dreigend duel, inclusief de bijbehorende westernklanken (denk mondharmonica). Bij de revolutie is het lastig niet aan de barricade van Les Miserables te denken, met alle vlaggen, ook al ontbreekt de iconische danspas hier. De ontvangst in het vrouwenhuis is zo kil als die van Oliver, hoewel er ook iets Master of the House uit opnieuw Les Miserables in doorsijpelt (zonder humor overigens). Het hoogtepunt in de choreografie (Chaira Re) vinden we terug bij deze scène: de manische dans van de gevangen vrouwen.
De voorstelling wordt afgesloten met een wat ongelukkige lofspeech, die suggereert dat het afscheid nemen van het bestuur een prestatie is die een bloemetje waard is, en dat de voorstelling slechts twee creatives heeft. Toch kan dit, en de behoorlijke tijd die het kost om de tribune weer te verlaten, de pret verder niet drukken. Wie niet in de file naar huis wil, heeft na afloop genoeg gelegenheid om wat te drinken en te eten en het vertrek dus wat uit te stellen.
Dat theater in de open lucht een speciale sfeer heeft zal een ieder die zo’n voorstelling heeft bezocht wel beamen. Een bezoek aan deze steengroeve mag voor mensen met een zwakke conditie een opgave, zijn, vooral na de voorstelling als je een flink stuk moet klimmen, maar het is wel één van de mooiste buitenlocaties waar ik een voorstelling heb mogen zien. En de voorstelling die er deze komende dagen te zien is mag er dus zeker zijn. Dat het normaal geen publieklocatie is, maar wel 5 dagen lang zo’n 3000 bezoekers per dag langskomen zorgt ervoor dat de aanrijroute met de auto stapvoets wordt afgelegd en je zomaar drie kwartier in een file kan komen te staan. Bijtijds vertrekken heeft als bijkomend voordeel dat je een goede plek kunt uitzoeken. Het theater is al om 1900 uur open. Tijdens deze eerste van de serie werd overigens wel gewacht tot alle bezoekers binnen waren, en startte de voorstelling dus een klein half uur te laat.
Scènefoto’s: Sanne Wevers