Duncan Sheik, de man achter musicalklassiekers als Touch Me en The Bitch of Living (Spring Awakening), waagt zich opnieuw aan een musical, het spraakmakende American Psycho van Bret Easton Ellis, Daarin koestert de succesvolle yup Patrick Bateman naast zijn voorliefde voor de 80’s muziek van Huey Lewis een ziekelijke behoefte om zijn visite met bijl en kettingzaag te lijf te gaan.
American Psycho gaat in december in Londen in wereldpremière, maar eerst moet via crowdfunding de som van 150.000 dollar binnengehaald worden. Geïnteresseerden vinden meer informatie op de crowdfundingwebsite Kickstarter.
In dit eerste deel van zijn interview met Musicalworld vertelt Duncan Sheik over zijn aanvankelijke aversie tegen het boek American Psycho en de specifieke muziek die het publiek in de musical kan verwachten.
Wat is je eerste herinnering aan het boek American Psycho?
“Rond 1991, het jaar dat American Psycho uitkwam, studeerde ik nog. Ik was al fan van zijn vorige roman Less Than Zero, dus ik was heel benieuwd naar dit nieuwere boek. Onmiddellijk toen het in de winkels kwam te liggen, veroorzaakte het al veel controverse. En ik moet zeggen dat ik bij het lezen ook gemengde gevoelens had. Ten eerste vond ik het boek te veel in herhaling treden, bijna ergerlijk eentonig. Vervolgens vond ik de supergewelddadige passages verontrustend. Ten slotte vond ik het boek te dicht bij huis. Zelf was ik misschien meer te vinden in de artistiekerige hoek van mijn universiteit, maar sommige vrienden van mij, vooral de ambitieuze, leken in gedrag wel erg veel op hoofdpersoon Patrick Bateman. Behalve dan zijn moorddadige kant natuurlijk. Op een gegeven moment legde ik het boek maar weg.”
Hoe ben je dan toch bijgedraaid?
“Twintig jaar later dacht ik pas terug aan het boek, nota bene toen de producenten contact met mij zochten om van het gegeven een musical te maken. Toen ze mij hun plan voorlegden, vond ik het eigenlijk maar een idioot idee. Maar dat veranderde toen ik in het vliegtuig naar Tokyo zat op weg naar de Japanse productie van Spring Awakening. Dat was een lange vlucht, dus ik besloot het boek een tweede kans te geven. En op een ochtend, tijdens het joggen, was het alsof er boven mijn hoofd een lamp aansprong. American Psycho leek mij ineens een uitstekende basis voor een musical. Vooral met een liveband à la Depeche Mode of Kraftwerk. Waarbij alle muziek werd uitgevoerd op die typische elektronische instrumenten uit de jaren tachtig. Die sound die zo ijzig was, omdat mensenhanden ze niet op echte instrumenten voortbrachten: geen gitaren, geen piano’s, geen violen, alleen synthesizers en drummachines. Ik zag daarbij een beeld voor me van die band die achter Robert Palmer stond in zijn video bij Addicted To Love: drie of vier ijskoude meiden achter machines. Dat is nog nooit in het theater vertoond. Dat visioen was intrigerend genoeg om eens mee te stoeien.”
Wordt in American Psycho The Musical de muziek als onder- of achtergrond gebruikt of zal Patrick Bateman, de seriemoordenaar, zich ook nog aan solozang wagen?
“Als we een scène in een nachtclub hebben, dan zul je vast wel een oude hit van een eightiesband als New Order op de achtergrond horen. Maar er zitten ook zo’n veertien nieuw geschreven songs in, die de cast voor zijn rekening neemt. En ook Patrick Bateman. Sterker nog, hij zingt in ieder geval het grote finalenummer. Zijn monologue intérieur gaat hij echt zingen.”
In Spring Awakening overtrad je bewust de regels en liet je negentiende-eeuwse kinderen hippe eenentwintigste-eeuwse muziek zingen. Dat is er dus vast niet meer bij in American Psycho?
“Laat ik het zo zeggen. Ikzelf heb me in mijn leven laten onderdompelen door eightiesmuziek. En daarbij ben ik ook nog zwaar anglofiel als het om popmuziek gaat. Dus alles wat ik componeer, heeft zijn wortels in de jaren tachtig. Een paar jaar geleden heb ik zelfs een heel album met 80’s coverversies uitgebracht. Maar ga straks niet denken dat ik voor American Psycho anders te werk ga dan bij Spring Awakening. American Psycho speelt zich eenmaal af in zo’n typische tijd in de geschiedenis en daar hoort deze muziek bij. Andersom geredeneerd moet je ook weer niet denken dat ik slaafs bestaande eightiesmuziek ga zitten kopiëren. Zie het als het meubilair in je woning. Als je een paar tafels uit 1947 hebt staan, dan maakt dat jouw inrichting niet meteen naoorlogs. American Psycho klinkt heel eighties maar met de aanpak van nu.”
Lees verder op de volgende pagina