Hier is het eerste deel van Musicalworlds interview met Duncan Sheik.
Wat is je eerste herinnering aan het boek American Psycho?
“Rond 1991, het jaar dat American Psycho uitkwam, studeerde ik nog. Ik was al fan van zijn vorige roman Less Than Zero, dus ik was heel benieuwd naar dit nieuwere boek. Onmiddellijk toen het in de winkels kwam te liggen, veroorzaakte het al veel controverse. En ik moet zeggen dat ik bij het lezen ook gemengde gevoelens had. Ten eerste vond ik het boek te veel in herhaling treden, bijna ergerlijk eentonig. Vervolgens vond ik de supergewelddadige passages verontrustend. Ten slotte vond ik het boek te dicht bij huis. Zelf was ik misschien meer te vinden in de artistiekerige hoek van mijn universiteit, maar sommige vrienden van mij, vooral de ambitieuze, leken in gedrag wel erg veel op hoofdpersoon Patrick Bateman. Behalve dan zijn moorddadige kant natuurlijk. Op een gegeven moment legde ik het boek maar weg.”
Hoe ben je dan toch bijgedraaid?
“Twintig jaar later dacht ik pas terug aan het boek, nota bene toen de producenten contact met mij zochten om van het gegeven een musical te maken. Toen ze mij hun plan voorlegden, vond ik het eigenlijk maar een idioot idee. Maar dat veranderde toen ik in het vliegtuig naar Tokyo zat op weg naar de Japanse productie van Spring Awakening. Dat was een lange vlucht, dus ik besloot het boek een tweede kans te geven. En op een ochtend, tijdens het joggen, was het alsof er boven mijn hoofd een lamp aansprong. American Psycho leek mij ineens een uitstekende basis voor een musical. Vooral met een liveband à la Depeche Mode of Kraftwerk. Waarbij alle muziek werd uitgevoerd op die typische elektronische instrumenten uit de jaren tachtig. Die sound die zo ijzig was, omdat mensenhanden ze niet op echte instrumenten voortbrachten: geen gitaren, geen piano’s, geen violen, alleen synthesizers en drummachines. Ik zag daarbij een beeld voor me van die band die achter Robert Palmer stond in zijn video bij Addicted To Love: drie of vier ijskoude meiden achter machines. Dat is nog nooit in het theater vertoond. Dat visioen was intrigerend genoeg om eens mee te stoeien.”
Wordt in American Psycho The Musical de muziek als onder- of achtergrond gebruikt of zal Patrick Bateman, de seriemoordenaar, zich ook nog aan solozang wagen?
“Als we een scène in een nachtclub hebben, dan zul je vast wel een oude hit van een eightiesband als New Order op de achtergrond horen. Maar er zitten ook zo’n veertien nieuw geschreven songs in, die de cast voor zijn rekening neemt. En ook Patrick Bateman. Sterker nog, hij zingt in ieder geval het grote finalenummer. Zijn monologue intérieur gaat hij echt zingen.”
In Spring Awakening overtrad je bewust de regels en liet je negentiende-eeuwse kinderen hippe eenentwintigste-eeuwse muziek zingen. Dat is er dus vast niet meer bij in American Psycho?
“Laat ik het zo zeggen. Ikzelf heb me in mijn leven laten onderdompelen door eightiesmuziek. En daarbij ben ik ook nog zwaar anglofiel als het om popmuziek gaat. Dus alles wat ik componeer, heeft zijn wortels in de jaren tachtig. Een paar jaar geleden heb ik zelfs een heel album met 80’s coverversies uitgebracht. Maar ga straks niet denken dat ik voor American Psycho anders te werk ga dan bij Spring Awakening. American Psycho speelt zich eenmaal af in zo’n typische tijd in de geschiedenis en daar hoort deze muziek bij. Andersom geredeneerd moet je ook weer niet denken dat ik slaafs bestaande eightiesmuziek ga zitten kopiëren. Zie het als het meubilair in je woning. Als je een paar tafels uit 1947 hebt staan, dan maakt dat jouw inrichting niet meteen naoorlogs. American Psycho klinkt heel eighties maar met de aanpak van nu.”
Eightiesmuziek, vooral die freaky muziek van Kraftwerk, is te gek. Maar fijn tussen mijzelf en mijn iPod. Hoe moet ik me die voorstellen in een vol theater?
“Dat is een goede vraag. Want je kunt niet zomaar vier ijzige muzikanten de hele avond op het podium laten musiceren. Daarmee zou ik het publiek beledigen. Wie gaat er op een stoel zitten om twee uur lang dat tafereel aan te moeten zien? Er zullen zeker van die gedeeltes in de show zitten, precies op die momenten dat de voorstelling die specifieke energie nodig heeft. Maar je maakt ook ballads mee, zij het elektronische. En vooral grappige songs. Zo heb je de song Hard Bodies, die zich afspeelt in een fitnessschool en You Are What You Wear, waarbij de draak wordt gestoken met de kledingmerken waar mensen in die tijd geobsedeerd van waren. Dus ik maak er een gevarieerde boel van. Soms zul je je in een club wanen, hoe heet die tent in Amsterdam, de Roxy? Oké, af en toe waan je je in de Roxy, maar even vaak ben je ergens anders.”
Naast het revolutionaire karakter van Spring Awakening, was die voorstelling ook ronduit hartverscheurend. Die ontroerende momenten kan ik bij een harde satire als American Psycho wel vergeten?
“Tja, daar zeg je me wat. Naast alle grappige momenten bewandelt American Psycho vooral een intellectueel pad. We geven commentaar op cultuur en maatschappij. Het gaat hier om ideeën, het is geen show over het menselijk hart. Maar ik heb er echt voor gezorgd om bepaalde personages toch nog iets van een hart te geven. Denk aan Patricks secretaresse Jean en een paar jongens uit zijn vriendenkring. Die kijken toch meer met een geweten de wereld in. En zelfs seriemoordenaar Patrick. Hij is toch meer een slachtoffer van de omstandigheden dan een bruut monster. Als je goed zoekt, vind je genoeg menselijks, zelfs in deze show. Maar er is een wezenlijk verschil tussen American Psycho en Spring Awakening. Logisch, de shows hebben elk een andere bedoeling met het publiek.”
Interview
Spring Awakening’s Duncan Sheik praat door (slot)
Musicalworld spreekt nog steeds met Duncan Sheik, Tony-winnaar en componist van Spring Awakening. Duncan heeft het over zijn nieuwe musical American Psycho, vanaf december in Londen. Gisteren was het eerste deel, vandaag het slot.
02 May 2013 | |
N.v.t. | |
Crowdfundingsite voor American Psycho | |
duncan sheik, spring awakening, american psycho, musical, touch me, bret easton ellis, almeida, London, |