Recensie

I like to move it: Madagascar in het theater ⭐⭐⭐

Aan energie geen gebrek in de theaterversie van de bekende tekenfilm. Het maakt deze voorstelling, die er prachtig uitziet, vooral geschikt voor de jeugdige bezoeker.

Madagascar startte als een verrassend succesvolle tekenfilm over een groep gedomesticeerde dierentuindieren, die in het wild van Madagaskar terecht komen. De vier hoofdkarakters met wel heel menselijke trekjes, en een hoop energie hebben ook de weg naar het theater gevonden in de musicalversie van de film. Het verhaal wordt trouw gevolgd, en dus zien we ook de pinguïn-commando’s en het maki volk van koning Julian terug op het podium.
Voor wie het verhaal niet kent: zebra Marty droomt van het leven buiten de dierentuin, en wil dolgraag eens het platteland zien. Zijn vrienden Melman, Alex en Gloria begrijpen daar helemaal niets van: het leven is toch goed. Maar mede dankzij een groep pinguïns dat ook uitbraakplannen heeft weet hij te ontsnappen. Zijn vrienden gaan op zoek om hem terug te halen: straks plaatsen ze hem nog over naar een andere zoo. Maar als ze hem vinden, blijkt hun bestemming nog wat verder weg: zie de titel van de show.

Bij het vertalen van een tekenfilm naar het podium is de eerste uitdaging uiteraard visueel. Ga je voor een aparte vormgeving, zoals The Lion King, of juist voor een zo tekenfilmgetrouw beeld, zoals de podiumshows van bijvoorbeeld Paw Patrol. De keuze bij deze voorstelling ligt dicht tegen de tweede aan. Leeuw Alex, giraf Melman, en zebra Marty zijn duidelijk herkenbaar als dier, en lijken behoorlijk op de tekenfilmversie. Bij nijlpaard Gloria blijkt het niet helemaal gelukt: wie de film niet zag heeft ongetwijfeld een beschrijving nodig. De poppen van de pinguïns zijn daarentegen weer prachtig, en ook de maki’s zien er uitstekend uit. Het podiumbeeld leunt sterk op scherpe projecties, aangevuld met mooi vormgegeven decorstukken. Het plaatje is dus dik in orde.

De figuren in de voorstellingen zijn enorm expressief. Florian Avoux heeft als hypochonder Melman de sterkste kaarten, en hij speelt die ook sterk uit. Zijn overdreven angsten en zijn verliefdheid op Gloria zorgen dankzij prima timing voor de nodige lachsalvo’s. Dat mag een hele kunst genoemd worden: hij heeft een lange giraffennek, en dus ook een poppenhoofd dat hij moet bespelen. Energiek is zeker ook Rogier Komproe als de daadkrachtige zebra, terwijl Leendert de Vis als showleeuw het ook prima doet. Elke Buyle heeft minder sterk materiaal, maar haalt eruit wat erin zit. Brent Pannier en Mike Wauters vormen als Julian en Maurice een sterk komisch duo, en Jakob Verstichel zorgt dat je wegsmelt bij de schattige baby maki Mort.
Het ensemble maakt een sterke entree: als ondersteuning bij de rap in het openingsnummer van Marty oogt de dans sterk en strak. Ze keren uiteraard terug in diverse rollen, en zorgen zo voor de nodige beweging. De keuze om Maurice en Julian op de knieën te laten spelen, betekent bijvoorbeeld dat de energie voor de hit van de show, “I like to move it” vooral bij hen vandaan moet komen, en dat vertrouwen wordt niet beschaamd.

Naast de eerdergenoemde hit zitten er nog een aantal aanstekelijke songs in de show, die uitstekend worden vertolkt. Wie een live-orkest verwacht, komt bedrogen uit. De muziek staat op band, net als de stemmen van de pinguïns. De leden van het ensemble bespelen de poppen, maar het West-Vlaams wat we horen blijkt ingesproken door een bizarre mix van bekende Vlamingen: Lieven Scheire (‘Kowalski’), Jean-Marie Dedecker(‘Skipper’), Dominique Persoone (‘Rico’) en Gunter Lamoot (‘Soldaat’). Op een enkel moment gaat het spreken tegen de band mis, en wordt het antwoord gegeven nog voordat de vraag volledig gesteld is, maar meestal gaat het goed.
De première had nog een aantal verrassingen in petto, deels gepland, en deels ongepland. In die laatste categorie viel een show-stop van meer dan een half uur door een technisch probleem. Voor sommige gasten werd het zo te laat, zodat ze naar huis moesten, terwijl anderen juist een extra feestje vierde toen de show eindelijk hervat werd. Er werd op het podium ook een aantal keer op deze situatie ingespeeld. Wel gepland was het speciale optreden van Belle Perez, die haar Madagascar-song “Que Viva La Vida (Chiquitan)”zong. Het mag niet verbazen dat het zo extra feestelijk eindigde.

Madagascar is een show, die vooral de kinderen zal bevallen. De minimumleeftijd van 3 lijkt me wel wat jong, maar iets oudere kinderen stuiteren ongetwijfeld in hun stoelen van de energie die van het podium komt. De volwassene die mee gaat zal het waarschijnlijk als wel erg druk ervaren.

Madagascar is morgen nog te zien in Gent, en begin april in Antwerpen.

Scenefoto’s: Luk Monsaert
Groepsfoto’‘s/Belle Perez: Jeroen Schat

Deel jouw ervaring
28 February 2020
Première
Gent (BE)
Capitole
https://www.musichall.be/shows/madagascar/
Madagascar, I like to move it

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen