Het toneelvlak is een groot schaakbord, waar al voor aanvang wat stukken op staan. Als de band er een paar hebben weggehaald blijft op het bord een opstelling over die te vergelijken is met de gezinssituatie in de voorstelling. Twee koningen, een koningin een toren en een paar pionnen. In Falsettos, dat zich afspeelt aan het begin van de jaren tachtig, draait het namelijk om Marvin, zijn ex-vrouw Trina en hun zoon Jason, die nog samenwonen.Bij hen trekt ook de nieuwe vriend van Marvin in, Whizzer. Marvin bleek namelijk homo te zijn. Een situatie die zeker voor Trina tot spanningen leidt, en het is dan ook niet verbazingwekkend dat ook zij belandt bij de psychiater van Marvin, dr, Mendel. Hij blijkt meteen gecharmeerd van haar, maar karakter en beroepsethiek verhinderen onmiddellijke actie. Niet veel later moet ook Jason van zijn ouders in therapie, en krijgt hij van dr. Mendel huisbezoek. De eerste akte is vooral komisch van aard, en draait om de verwikkelingen rond deze personages. In de tweede akte verandert de toon drastisch, al kent het zeker ook nog komische momenten. Het is uit tussen Whizzer en Marvin, en aan tussen Trina en Mendel. Het is een jaar later, het jaar van Jasons Bar Mitzwa. Als Whizzer opduikt bij een baseballwedstrijd van Jason raakt het weer aan tussen de oud-geliefden. Maar Whizzer wordt ziek.
Falsettos is een musical van William Finn en James Lapine, en is samengesteld uit de laatste twee delen van drie losse eenakters die hij over Marvin maakte: March of the Falsettos en Falsettoland, titels die we in de liedjes nog tegenkomen. Het eerste van deze twee delen werd ook begin jaren tachtig geschreven, het tweede een decennium later, toen er meer bekendheid was over die onbekende ziekte die de homogemeenschap trof, en inmiddels AIDS werd genoemd.
De voorstelling kent een aantal thema’s. Al in het openingsnummer wordt bezongen dat de vier heren Joods zijn (Whizzer eigenlijk maar half). Dat uit zich bijvoorbeeld in bepaalde stereotypen (Joden zijn niet goed in sport) en rituelen, waarvan de Bar Mitzwa de belangrijkste is. Dit volwassenheidsritueel is symbolisch voor het thema van de voorstelling. Niet (alleen) Jason moet volwassen worden, eigenlijk moeten de volwassenen in het stuk dat ook nog. Daarnaast speelt homoseksualiteit en de toen nog naamloze ziekte die zo veel slachtoffers maakt een essentiële rol.
Er staat een sterke cast op het podium. William Spaaij speelt Marvin, de man die zowel een gezinsleven als een seksleven met zijn vriend wil. Hij doet dit prima. Rosalie de Jong is als Trina de vrouw die deze situatie moet aanvaarden en daar moeite mee heeft. Dit levert onder andere een hysterische keukenscène op, waarin ze wild tekeer gaat op een wortel. Het is haar wel toevertrouwd. Samen met Ad Knippels konden we haar eerder dit seizoen al als aanstaand liefdespaar bewonderen in Come From Away, en nu is dat weer het geval. Dat Mendel ondanks vergelijkbare karaktertrekken totaal niet lijkt op Nick toont zijn veelzijdigheid aan. Hij zorgt als psychiater voor de hardste lachsalvo’s met zijn magnetische handen. Handen die Jason ook blijkt te hebben. Deze gedeelde rol wordt deze première gespeeld door Milan van Lipzig, die hiermee zijn debuut maakt. Hij speelt de rol goed, en heeft de meest ontroerende zin van de hele voorstelling aan het ziekbed van Whizzer (al is het maar de vraag of Jason die zin zo bedoelt). De aantrekkingskracht van Whizzer weet de talentvolle Job Greuter goed duidelijk te maken. In de tweede akte, als Marvin op zichzelf woont, maken we kennis met zijn nieuwe buren, het lesbische stel Cordelia, koosjer cateraar, en Charlotte, internist. Julia Herfst zien we vooral grappig in de weer met bakjes, eten terwijl Danique Graanoogst met verve de krachtige vrouw vertolkt. Zij blijkt ook weinig moeite te hebben met de complexe nummers die Finn schreef, waar enkele anderen in de cast hoorbaar hard moeten werken om de juiste toon te halen. Voor Jason is het een echte uitdaging.
Hoewel alle ingrediënten aanwezig lijken te zijn voor een bloedmooie voorstelling, blijkt het gevoel dat een eerdere versie op het West End wist op te roepen, hier uit te blijven. Waar daar na afloop niemand te zien was die geen betraande ogen had, heb ik ze hier zelf ook niet. Het lijkt een bewuste keuze om weg te blijven bij deze harde emoties, maar jammer is het wel. Ook ben ik geen fan van het rood kleuren van rode rozen. Het decor is hartstikke abstract en we weten al dat ze Joods zijn, dan is een extra altaar op de achtergrond niet nodig. Of het laten zakken van een roze driehoek, ook als is het samenvoegen in de tweede akte met een tweede om zo de bekende Davidster (in geel) te vormen een mooi plaatje.
Falsettos is een boeiende voorstelling, en deze versie van Opus One heeft een fijne cast. Voor velen zal dit een eerste kennismaking zijn en zij kunnen met een gerust hart gaan kijken.