Wie nog niet eerder in Puurs was staat een ongekende ervaring te wachten. Het effect dat wordt bereikt met de rijdende tribunes is wederom bijzonder fraai, en het vervelende van het op hebben van een koptelefoon wordt meer dan goedgemaakt door het loepzuivere geluid en uitstekende stereo-effect, waardoor het geluid ook daadwerkelijk past bij wat je ziet, en waar. Het begint ook spectaculair, na authentieke filmbeelden en een introductie van een oudere Jan Leemans (de prachtige stem van Jo de Meyere). Een enorme cast, een enorme loopbrug die leidt naar een van de schepen van de Red Star Line. We bevinden ons in de jaren twintig van de vorige eeuw, in een tijd dat zo’n 2 miljoen Belgen een nieuw bestaan willen opbouwen in de Verenigde Staten via een reis met deze schepen.
Een van deze dromers is Jan Leemans en als via via zijn idee voor een automatische vaatwasmachine bij een Walter, een Belgische industrieel in New York, belandt, wordt hij uitgenodigd daarheen te komen. Hij moet dan wel afscheid nemen van zijn vriendinnetje Marie, maar vraagt haar wel later ook daarheen te komen, om daar te trouwen. Voorlopig is ze nog hard nodig bij haar alleenstaande moeder Rosalie in het dorpje Kallo. Een tweede verhaallijn gaat over een gezin dat vanuit dat dorp naar Antwerpen verhuisd is. Vader Jef werkt in de dokken, net als zijn dochter Martha, die weer droomt van een carrière als kledingontwerpster in Amerika. Als ploegbaas Desmet avances in haar richting maakt, krijgt Jef woorden met hem, en wordt pardoes ontslagen. Ander werk vinden blijkt een onmogelijke opgave, en tegelijkertijd is Martha ook niet veilig.
Als Jan na enige tijd Marie polst ook naar Amerika te komen, blijkt dat onbespreekbaar voor Rosalie. Jan wil dan terug naar België, maar wordt met een directiebaan toch verleid te blijven. Walters bedrijf staat aan de rand van een faillissement en heeft Jan nodig. Als Rosalie vervolgens de brieven van Martha naar Jan en vice versa onderschept, denken beide geliefden dat het over is. Voor Walters dochter Louise is dit de uitgelezen kans met Jan aan te pappen en in een huwelijk te lokken, want er zijn kapers op de kust voor Jans uitvinding.
In de basis is Red Star Line dus een eenvoudig liefdesverhaal, waarvan het verloop door nogal wat (niet allemaal even geloofwaardige) toevalligheden wordt bepaald. Het voelt dan ook niet of in deze musical het verhaal centraal staat, maar meer het spektakel wat je in deze tijdsperiode erbij kunt halen. Een kermis in Kallo, de Ziegfried Follies en een andere club in New York bijvoorbeeld, of een echte ‘Broadwaydansscène’ in een bruidswinkel. En uiteraard zijn een aantal mooie scènes op de Belgenland, een schip van de Red Star Line. Daarnaast is aan kostuums en decors zichtbaar veel aandacht besteed: het ziet er allemaal picobello uit.
De voorstelling speelt met een dubbele bezetting. Musicalworld was bij de ‘wereldpremière’ in de middag; diezelfde avond speelde de andere cast zijn première. Jelle Cleymans speelt Jan, een vriendelijke, charmante jongen van het type dat hij vaker speelt, en doet dat ook hier weer prima. Het andere bekende Studio100 gezicht in deze cast is Peter van de Velde, die wel een heel stereotype karakter te spelen krijgt. Hij haalt uit Walter wat erin zit. Dat geldt ook voor Charlotte Verduyn als Louise. Interessanter zijn de rollen van Lotte Stevens (Marie) en Laura Seys (Martha). Zij spelen vol overtuiging, en zingen hun nummers fantastisch, met een duet tussen de twee als hoogtepunt. Om op te vreten is de jonge Gust, het broertje van Martha, heerlijk vertolkt door Casper Caudron. De prachtige vertolking van Carry Goossens maakt het extra jammer dat de rol van Jakob (de boekhouder van Walter) zo klein is. En als Nederlander willen we natuurlijk ook Gitty Pregers nog noemen, die in een New Yorkse club vocaal vuurwerk levert.
De muziek van de voorstelling (Steve Willaert) is dik in orde, en ligt in de lijn van de eerdere voorstellingen. ‘Een nieuwe wereld, een nieuw begin’, het themanummer uit de voorstelling heeft bijvoorbeeld dezelfde sfeer als ‘Aan het einde van de horizon’ uit Daens. De techniek met de rijdende tribunes bewees zich al bij eerdere producties, maar ook nu wordt het weer goed gebruikt om zowel grootse scenes als intieme momenten optimaal te beleven. Alleen bij de dansscenes werkt het wat minder goed. Als de tribunes in carrévorm staan opgesteld, en er naar vier kanten wordt gespeeld oogt het vanaf de hogere rijen als bovenaanzicht erg rommelig, en andere dansscenes moet je, afhankelijk van je tribune, vanaf de zijkant aanschouwen. Ook dit geeft toch een minder mooi effect dan zicht van voren. Aan de andere kant zijn de wisselingen van scènes wel bijzonder fraai gedaan, en ga wordt in een vloeiende beweging van de ene locatie naar de andere meegenomen.
Kortom, qua verhaal lijken er bij Red Star Line kansen gemist te zijn. Op de uitvoering valt weinig aan te merken, en de benaming spektakel-musical is dan ook zeker op zijn plek. Wie zich wil vergapen moet dan ook zeker gaan kijken.
Scènefoto’s: Bart Meeus
Overige foto’s: Musicalworld