Als we spreken over sprookjesmusicals, dan hebben we het niet bepaald over onontgonnen gebied. Ook Sneeuwwitje is talloze malen op het podium gebracht in musicalvorm of, als het wat intellectueler wordt ingestoken, in de vorm van muziektheater. Wie Theater Terra kent, weet dat er geen zevental korte mensen is ingevlogen. Wie hier leest dat bij deze voorstelling slechts drie acteurs op het podium staan, zal zich realiseren dat door hen een waar kunststukje wordt uitgevoerd.
Theater Terra heeft een rijke historie in het opvoeren van musicals met poppen. De Kikker-voorstellingen zullen de bekendste zijn: deze gingen de wereld rond. Ook bij Sneeuwwitje wordt gebruik gemaakt van poppen. Uiteraard zijn dat de zeven dwergen, maar ook de stiefmoeder wordt met de hand tot leven gewekt. De enige ‘skin-actors’ zijn Sneeuwwitje en de jagerszoon.
Een hoofdrol is weggelegd voor één van de dwergen, “Zeventje”, die het verhaal inleidt en zijn beklag doet. Het kan toch net zo goed “Er was eens een dwerg zijn”, en niet “Er was eens een prinses”. De dwergen werken in een goudmijn, en dat werk is niet zijn sterkste punt. De andere dwergen, met allemaal wel een telwoordverwijzing in de naam, zijn er veel beter in. (Hoe lager het nummer, hoe groter de goudklomp.) Maar uiteraard gaat deze musical toch voornamelijk over wat Sneeuwwitje overkomt. De grote lijn van het oorspronkelijke sprookje is er zeker nog in te herkennen, maar er zijn zeker een aantal aanpassingen gedaan. Net als andere producenten is het ‘me too’-gehalte weggepoetst door Sneeuwwitje en degene die haar wakker kust al eerder wat onderlinge chemie te geven. Ook is de bewijsvoering door de jager hier wat minder gruwelijk dan in het origineel. Verder zien we, een beetje als in Into the woods’, ook andere sprookjes terug. De dansende schoentjes, en Assepoester zijn overduidelijk aanwezig, maar er lijken meer verwijzingen in de voorstelling verstopt te zitten.
Sneeuwwitje wordt gespeeld door Britt van Doorn, die de rol eigentijds invult en dus ver weg blijft van de kleurloze dame uit de tekenfilm. Sebastiaan Hoen is enorm ontwapenend als de verlegen jager(szoon). De theaternestor Wesley de Ridder maakt met al zijn ervaring in poppenwerk het drietal compleet. Hij is één met zijn poppen, die al snel tot leven komen, en weet ook goed te improviseren. Als er iets mis gaat, lijkt het in eerste instantie erbij te horen. De vierde wand is immers al een beetje doorbroken met de dwerg die het sprookje anders wil beginnen. Maar als er een stukje terug in het verhaal moet worden gegaan, blijkt het ‘paniek’ achter de techniektafel in de zaal, zoals hij het als Zeventje benoemd, waarschijnlijk de waarheid te zijn geweest. In de herneming wordt vervolgens grappig een aantal keer verwezen naar het feit dat het een herhaling is. Uiteraard doet hij de poppen niet alleen, maar nemen ook de twee anderen regelmatig één of meerder poppen ter hand. Ook de decorwisselingen verzorgt de cast grotendeels zelf. Dit decor van Kathelijne Monnens oogt simpel, maar weet ingenieus wisselingen van locatie in een mum van tijd te kunnen uitvoeren. Zij verzorgde ook de prachtige poppen. Huiscomponisten Fons Merkies en Laurens Goedhart leverden weer een fijne collectie liedjes af,
De voorstelling zelf is wel een slow-starter, afgaand op de reactie van het publiek, dat even de tijd nodig heeft om erin te komen. Waar de eerste grapjes niet helemaal lijken te landen, slaat de stemming al snel om, en geniet iedereen duidelijk van deze bewerking van het overbekende sprookje. De makers lijken er ook een beetje vanuit te gaan dat iedereen het verhaal wel kent. Sommige stappen in de vertelling worden met zevenmijlslaarzen gezet.
Theater Terra heeft een naam hoog te houden in segment familietheater. Sneeuwwitje toont andermaal aan dat ze hier meesters in blijven.