Een voorstelling in de buitenlucht is altijd speciaal. Dat geldt ook voor ‘Vreemde vogels’, dat op een aantal plekken in Overijssel en Gelderland speelt, in tuinen van landhuizen of kastelen. Eerste stop: Enschede, waar de tuin van landgoed Schuttersveld de eerste plaats van handeling is. Geheel conform de huidige coronamaatregelen zijn de zitplaatsen op voldoende bubbelafstand en is testen vooraf dus niet nodig.
Vreemde Vogels draait om de grasparkiet Johannes, die sinds hij geboren is woont in een kooi bij Gijs. Als Gijs op een dag een verrassing voor hem heeft, is Johannes niet bepaald enthousiast. Hij krijgt een volière, maar ook gezelschap van allerlei andere vogels. Johannes houdt van zijn leefpatroon, waaronder 11 uur ’s ochtends en ’s avonds gevoerd worden en de wederzijdse verstandhouding, hoewel hij het er niet mee eens is dat Gijs zichzelf het baasje noemt. Dus als er eerst een doos met vier zebravinken verschijnt, waarschijnlijk geïmporteerd uit Australië, want ze spreken Engels, of eigenlijk een soort mengeling van Nederlands en Engels. Ze vinden de afwerende reactie van Johannes gek, en lachen er een beetje om. Daarna komen er ook nog een kanarie en een tweetal ara’s (met zeer scherpe stemmen) bij. En omdat een eitje bij het ontbijt wel fijn is, ook nog een moederkloek en grote hoeveelheid hennen. Botsingen te over dus, maar uiteindelijk blijkt wennen automatisch te gaan. Het tweede deel wordt het spannender, als Gijs niet op de gebruikelijke tijd het water en voer heeft bijgevuld, en er ook nog eens een vogel van buiten de kooi vraagt om binnengelaten te worden.
Het mag duidelijk zijn: Vreemde vogels heeft een boodschap, die niet onder stoelen of banken wordt gestoken. (ok, banken zijn er deze avond niet). Tegelijkertijd wordt het ook niet zwart-wit gebracht, maar wordt ook het zwart voldoende beargumenteerd, en is er volop humor die het niet drammerig maken. Ook een actueel thema rond genderfluïditeit komt aan bod. Hoewel de voorstelling is gebaseerd op het prentenboek Johannes de Parkiet, heeft schrijver Mark Haayema er dus zeker geen kindervoorstelling van gemaakt, maar eentje die geschikt is voor jong en oud.
In Vreemde vogels komen diverse theaterdisciplines samen. De zebravinken zijn handpoppen, de ara’s een soort gecontroleerde vliegers, terwijl de overige vogels door acteurs in kostuum worden vertolkt. Daarnaast is er nog een voice-over die de voorstelling inluidt en afsluit, terwijl ook Gijs alleen maar te horen is. Tenslotte is er nog een encyclopedie met Twentse tongval, die wetenswaardigheden over de vogels vertelt, maar wel met een enorm vette knipoog. Het klinkt wat veel allemaal, maar het werkt bijzonder goed.
Johannes wordt gespeeld door Emiel de Jong, die al in zijn kooi zit als de poorten een half uur voor aanvang open gaan. Hij speelt een overtuigende parkiet, wat hij bijvoorbeeld illustreert met de typische hoofbewegingen. In het stuk is het niet zo moeilijk in zijn emoties mee te gaan. ‘Gijs, wat zou jij doen als ineens een wildvreemde familie in je kamer staat.’ Hij bezingt zijn emoties in een aantal mooie ballads. De zebravinken zijn de bijdehandjes, de lekker spelen met Nederlands en Engels, en als groep ook leuk acteren en bewegen. Beweging is ook de voornaamste vorm voor de kanarie, die in dans communiceert, en in zekere zin geldt dat ook voor de ara’s, die nog wel de nodige teksten papagaaien. Voor Dennis de Groot is er een diva-rol weggelegd als de moederkloek. Een powerhen, die onwrikbaar lijkt, maar in de tweede akte wel haar kwetsbaarheid laat zien met een terugblik naar het verleden. Toch is het eerst en vooral een ensemble-voorstelling, waar geen zwakke schakel in te benoemen valt.
Vreemde vogels is een heerlijke voorstelling geworden, die wel wat traag op gang komt met een (overigens lekker) lied over Johannes’ voorvaderen. Ook het danswerk van de kanarie had misschien wat meer Penny de Jager-vibe kunnen krijgen. Het zijn de enige twee zwaktes in een verder prachtig geheel. Fraaie kostuums, een mooie combinatie van lekker aanstekelijke songs en mooie ballads, en een flinke dosis humor. Er wordt mooi gebruik gemaakt van de opkomende avondschemering, waardoor de tweede akte niet alleen duister van toon is, maar ook van kleur. En tenslotte word je als publiek ook nog eens in de watten gelegd, met een mandje met drank en lekkernijen, inbegrepen in de prijs. Er zitten zelfs poncho’s, in voor als het zou gaan regenen. Weer waar je misschien niet op zit te wachten, maar de ervaring leert dat dit naast een heerlijk solidariteitsgevoel ook nog eens voor heerlijke geuren zorgt. Dus eigenlijk is er geen enkel excuus om niet te gaan kijken als de voorstelling speelt op een locatie op reisafstand. Naast Enschede tot en met aanstaande zaterdag zijn dat Dalfsen, Steenwijk en Harderwijk.