Voor ik over de voorstelling ga schrijven een opmerking vooraf. Als recensent probeer je een voorstelling zo veel mogelijk objectief te beoordelen. Hoe zou een ander, zonder de bagage van je eigen leven naar de voorstelling kijken. Meestal slaag je daar wel in, en soms merk je dat het heel dichtbij komt, door thematiek of de omstandigheden uit de voorstelling. Bij Vrijdag merk ik dat dit afstand nemen niet goed lukt. Hoewel het alweer een tijdje geleden is, heb ik zelf voor de klas gestaan. Ik ben mentor geweest van hetzelfde leerjaar als die, waar de voorstelling om draait, en ondanks dat de persoonlijkheden in de voorstelling niet heel erg worden uitgediept, zijn er genoeg paralellen. Deze voorstelling komt bij mij dus snoeihard binnen en ik zit dus langer met dan zonder betraande ogen in de zaal. Mijn gezelschap naast me voelt dit minder, juist omdat er vrij weinig over de achtergrond van de jongeren wordt verteld. De impact van de voorstelling blijkt dus afhankelijk van de afstand tot het onderwerp.
Wat bij binnenkomst opvalt is de grote hoeveelheid zwart op het podium. Er staan al enkele jongeren op het podium, en er komen er steeds meer bij. Pas als de voorstelling begint vermoed ik dat het hier om het schoolplein gaat, maar er is geen gesprek of beweging. De voorstelling begint met een “als je wist”-nummer door het hele ensemble. Zou je hetzelfde gedaan hebben als je wist wat er deze dag ging gebeuren, waarbij velen van hen een of twee zinnen uitspreken, doelend op hun eigen leven. Vervolgens gaat de klok tikken van deze vrijdagochtend, die zo min of meer gewoon begint, in hun lokaal op de vijfde verdieping. Wat discussies met de lerares, maar wel een gesprek over toekomstplannen, waar de een beduidend meer over nagedacht heeft dan de ander. De knallen van de schoten, het tellen, het gaat door merg en been.
De lerares wijst de leerlingen op de protocollen en het lange wachten begint, waarbij we een aantal van hen hun gedachten horen uitspreken. De ernst van de situatie komt nog dichterbij als er hard op de inmiddels gebarricadeerde deur wordt geklopt, en er na een behoorlijke discussie wordt overgedaan en Tobias, het zwaargewonde jongere broertje van Quin, een van de leerlingen, binnenstrompelt. Als dan ook nog een Dylan, een klasgenootje van allen en het vriendje van één van hen als mogelijke dader wordt genoemd, terwijl met het tikken van de klok ook de laatste minuten van Tobias voorbijgaan, is ook de spanning binnen de klas om te snijden. En blijkt bij velen de hoop verloren.
Naast de gewaagde thematiek is ook de gekozen vorm bijzonder. De totale voorstelling duurt namelijk langer dan de periode die de gebeurtenissen beslaat. De eerste akte voelt als een één op één belevenis, waarbij de liedjes (die natuurlijk niet volgens het protocol zijn) niet meetellen. Je beleeft in de zaal dezelfde spanning als in de zaal. De tweede akte geeft wat meer achtergrond bij de twee (of drie) hoofdkarakters en beslaat uiteindelijk maar 13 minuten in het schoollokaal.
Zoals eerder al gezegd krijgen we in de eerste akte geen achtergrond bij de leerlingen in de klas. Wel krijgen een flink aantal van de 25 leerlingen (misschien wel allemaal) iets te zeggen over hun gevoel. Zoals het devies “vluchten of vechten”, dat één van hen wordt meegegeven en wel een ding in de voorstelling wordt. Of het is de eerste schooldag na ziekte, terwijl de ouders me liever nog thuis hadden gelaten. Of over een ernstig ziek broertje. De wat irritante lolbroek, die dat doet uit een soort zelfbescherming. Het geeft globale indrukken, die makkelijk invoelbaar zijn. In de tweede akte krijgen we dan wel meer te horen over de relatie tussen Tobias en zijn oudere broer Quin. Ook de lerares mag haar verleden bezingen. Zeker dit laatste nummer doet me onmiddellijk denken aan het lied van de pilote Come From Away. Mooi nummer, maar niet relevant genoeg voor de rest van het verhaal om het ermee te onderbreken (Verder overigens een briljante voorstelling).
De voorstelling kent een dubbele cast, groen en blauw, en ik zag de eerste. In de samenzang klinken ze geweldig, en hoewel ook hier uiteraard geldt dat de ene wat sterker is dan de ander, zitten ze over het algemeen heel goed in hun rol, en spelen ze die (soms pijnlijk) overtuigend. Bij de stress van leerlingen in die situatie is het ook niet erg dat dit in de solozang te horen is, al wordt er op dit vlak soms wel erg uit de bocht gevlogen. Mogelijk is het premièrespanning. Dat laatste geldt misschien ook nog steeds voor Vera Mann, die niet zo sterk aan de voorstelling begint, maar al snel herpakt en laat zien waarom ze in het verleden het ene award-beeldje na het andere verzamelde. Het zal me niet verbazen als we dit laatste over twintig jaar over Sebe Buermans kunnen zeggen. Zijn vertolking van Quin is fantastisch, al zijn een deel van die credits mede te danken aan de uitstekende interactie met Mac di Bono als zijn broertje.
Een verrassing was om vooraf te lezen dat ditmaal niet Sam Verhoeven de muziek heeft gecomponeerd, waar ik eigenlijk als een vanzelfsprekendheidje vanuit was gegaan, maar Nederlander Helmer Kant (onder meer Checkpoint Charlie). De composities weten de sfeer goed te treffen, al heb ik wel af en toe de gedachte – waar lijkt dit op? Antwoorden komen niet, dus het ligt er in die gevallen zeker niet overduidelijk op.
Kun je overal een musical van maken? Ik denk dat die vraag best met ja beantwoord kan worden; als je het maar goed doet. Een onderwerp als “high school shootings”, waarbij elke vorm van happy end ongepast voelt, ligt in ieder geval niet voordehand. Met “Vrijdag” (met een script van Wanne Synnave) wordt dan ook de nodige lef getoond. Het betoog van Quin, waarbij hij beide standaard reacties na dit soort drama’s als voorspelbaar afdoet (wapens weg versus meer wapens), maar ook de uitingen van betrokkenheid op sociale media bekritiseert, zorgt echter wel voor een extra gevoel van machteloosheid. Het gebrek aan antwoord op de vraag “Waarom?” misschien wel nog meer. Toch is dat niet zelden het geval, mogelijk ook bij de daadwerkelijk shootings waarvan de namen van slachtoffers na afloop op het decor prijken. Dat maakt Vrijdag een goed geacteerde confrontatie met de harde en pijnlijke realiteit.
De voorstelling is nog tot en met 17 november te zien in het Zuiderpershuis in Antwerpen.