Music Hall, de Live Entertainment Foundation, Musical van Vlaanderen en dan nu Theater Publiek? Je raakt de weg zowat kwijt in die wirwar van benamingen. Ik noem het na al die jaren nog altijd gewoon Music Hall. Geert Allaert kondigde aan dat Assepoester de laatste musical onder de naam Musical van Vlaanderen zal zijn en direct ook de eerste musical onder de naam Theater Publiek. Het meest opmerkelijke is dat Allaert het artistiek leiderschap overdraagt aan Stany Crets.
Het tamelijk ware verhaal van Assepoester baseert zich op een mengeling van de vertelling van Perrault en van de Gebroeders Grimm met hier en daar een kleine toevoeging. Zo is er de reporter (Sebastien de Smet) die ons meeneemt door het verhaal. Hij laat ons regelmatig weten hoe cynisch hij is en hoe objectief hij moet zijn, maar gedraagt zich binnen de musical simpelweg als verteller. Hij neemt ons mee naar het graf van de Lieve Moeder (Jasmine Jaspers) alwaar de jonge Louise al dagen treurt om het verlies van haar moeder. Het standbeeld op het graf van haar moeder komt tot leven en zingt het prachtige ‘Wees goed’ in duet met Louise, waarbij de rol overgaat van de jonge naar de volwassen Louise (Charlotte Campion). Vader Leopold (Joris de Beul) hertrouwt met Vicieuza (Ann van den Broeck) die samen met haar twee dochters Depressiva (Maaike Cafmeyer) en Tristessa (Fleur Brusselmans) intrekt bij Louise en haar vader. Vicieuza stuurt Leopold op pad om een nieuwe baan te gaan zoeken en Louise vervalt tot de sloof van het huishouden. Vervolgens maken we kennis met Meneer het Prinske (Laurenz Hoorelbeke) die zich de hele dag door verveelt. Het is Tante Snös (Daisy Thys) die hem het idee geeft om een bal te houden. Uiteraard gaan de stiefzusters naar het bal en ook Louise is aanwezig die zichzelf aankondigt als Barones Poes de As. Is het nodig hier verdere uitleg te geven? Nee, iedereen zal weten wat er verder gebeurde.
Het script en de liedteksten zijn van de hand van Stany Crets, eerdere voorstellingen van zijn hand waren om van te smullen. Hij heeft het verhaal ‘van al zijn mierzoete suiker ontdaan’, staat te lezen in het programmaboek, maar of dat echt meerwaarde geeft? Het is een ‘rauwere’ hervertelling van het verhaal zonder daar echt iets aan toe te voegen, het is vooral ‘meer van hetzelfde’. Telkens als je denkt ‘nou komt het’ gaat het verhaal terug naar de lijn zoals we die al kennen. Het is zeer zeker niet slecht, maar het heeft ook niet veel om het lijf. De Prins wil niet echt sympathiek worden en zijn Stiefmoeder is gewoon slecht, meer niet. Ad van Dijk stond in voor de muziek, daar zitten een aantal mooie en lekkere nummers tussen zoals ‘Wees goed’, de heerlijke reprise van ‘Wees goed’, ‘Het enige wat ik wil’ en de swingende finale ‘Lang en gelukkig, gelukkig en lang’. De oorwurmen waar Geert Allaert in zijn toespraak over sprak heb ik echter niet gehoord. We zijn in België, dus de kans dat de choreografieën van de hand van Martin Michel zijn is behoorlijk groot, met name de finale is behoorlijk lekker. Het decor is van de hand van Niek Kortekaas en geeft vaak het gevoel alsof je in een kijkdoos kijkt, alles is vlak, maar door de lagen krijgt het een erg toffe dieptewerking. Hij stond tevens in voor het lichtontwerp samen met Remko van Wely, sfeervol en kleurrijk.
De cast doet z´n best met het gegeven materiaal, maar krijgt niet de kans er veel meer uit te halen dan dat wat we allemaal al kennen van Assepoester. Charlotte Campion is klein van stuk, maar gezegend met een prachtige stem. Ze is breekbaar in het nummer ‘Het enige wat ik wil’, waarbij ze ongewild wordt gebruikt als pianostandaard en als een kind zo blij in de reprise van ‘Wees goed’. Ann van den Broeck is een vaste waarde die we vaak tegenkomen op de Vlaamse podia, prachtige stem en een waar sekreet. Ik had echter graag meer van haar gezien, wie is deze vrouw? Waar komt ze vandaan? Wie is ze? Laurenz Hoorelbeke heeft de ondankbare taak om Meneer het Prinske te moeten spelen als een klein aandachtsziek kind, haast onmogelijk om hem sympathiek te maken, al lukt het hem enigzins in de laatste twee scènes door z’n aandoenlijkheid als maagdelijke jongen. Maaike Cafmeyer en Fleur Brusselmans spelen twee standaard stiefzusters zoals we er al zovelen hebben gezien. Daisy Thys speelt de vreemde rol van tante Snös, een soort vroedvrouw-babysitter-personal-assistent-achtig personage. Zij neemt de Prins mee op sleeptouw en is erg grappig rondom het kampvuurtje in het nummer ‘Vroeg of laat’ en in de perikelen rondom haar echte naam.
Assepoester, het tamelijk ware verhaal heeft het grote probleem dat het ‘op moet boksen’ tegen een aantal bijzonder geslaagde bewerkingen van hetzelfde verhaal, zoals Lang en Gelukkig, dat het Ro Theater ons bracht, de huidige Broadway productie van Cinderella en aardig recent nog Soho Cinders op West End. Allen versies die wezenlijks iets deden met het materiaal. Crets stelt in het programmaboek dat zijn versie een antwoord geeft op de vraag ‘Wat is er in godsnaam met haar vader gebeurd?’ Was dat niet in elke andere versie ook allang duidelijk? Tevens zegt hij dat de rol van de reporter de kans heeft vragen te stellen zoals waarom Assepoester zelf niets doet aan haar situatie, wacht ze op het lot dat ingrijpt, op hulp van buitenaf? Waarom onderneemt ze zelf eigenlijk niets? Het blijft bij stellen, want meer gebeurt er met de vragen niet. Dat blijft het grootste gemis aan deze voorstelling.
Een bij vlagen vermakelijke voorstelling, met een aantal leuke en mooie momenten, maar die bij mij vooral de vraag achterliet waarom er een nieuwe bewerking moest worden gemaakt…