“Het Veterstrik concert is een heus popconcert voor iedereen die al kan veterstrikken of dat nog moet leren”. Met deze titel en omschrijving is meteen duidelijk wat de doelgroep is van het optreden: jonge kinderen, uiteraard vergezeld van hun ouders of andere familie. Plaats van handeling van deze première is Cabrio in Soest. Het openluchttheater waar recent nog de musical sing-a-long werd opgenomen, biedt deze middag plaats aan ruim 200 volwassenen en kinderen en is zo ‘uitverkocht’.
Nog voor de voorstelling echt begint zien we de drie spelers van de voorstelling al op het podium rondlopen. De kleding van de cast en het tweemansorkest doet vermoeden dat het een sportieve middag gaat worden: Mark Haayema, Dennis de Groot en Abke Bruins zijn alle drie gekleed in bontgekleurde trainingsjassen. Wat minder kleurrijk, maar net zo sportief, ogen de musici, in wie de echte musicalliefhebber (vooral dankzij het fenomenale Wintersprookje) onmiddellijk de gebroeders Jan en Keez Groenteman zou moeten herkennen. Naast het muzikaal begeleiden zingen ze ook mee, soms zelfs als leadzanger, of spelen ze mee in de voorstelling. Zo bepaalt Keez dat het nummer” Boem pats kledder en boink” wel lang genoeg geduurd heeft, nadat Jan die eerder al had ingeleid met de anekdote dat zij als kind altijd al met muziek bezig waren, zoals trommelen op de pindakaas.
Voor de meest enthousiaste kinderen is wat volgt inderdaad een work-out. Af en toe wordt het publiek gestimuleerd mee te doen, maar ook veel andere momenten lenen zich uitermate goed om zich energiek te uiten. De voorstelling begint met een medley van bekende kinderliedjes en wordt ook weer afgesloten met zo’n medley. Daartussen worden korte verhaaltjes verteld en liedjes gezongen, veelal met een knipoog en kwinkslag, al zit er her en der ook een wat serieuzer moment tussen. Een belangrijk onderdeel is het verhaal van “Pluk van de Petteflet”. (Tip: Mocht je als lezer van dit verhaal indruk willen maken in de zaal: diep even de namen op uit dit verhaal), dat met behulp van liedfragmenten en sketches in sneltreinvaart wordt verteld. Ook Alfred J Kwak beleeft een kort avontuur, waarmee de voorstelling voor de ouders een stukje jeugdsentiment met zich meebrengt.
De vijftig minuten zitten werkelijk boordevol, en tegelijkertijd vliegen ze om. De snelle verkledingen, met de afgrijselijke mevrouw Helderder uit Pluk als hoogtepunt, maken het zeer amusant. Daarnaast doen de twee senioren-poppen het ook goed: Oma die vertelt over een forse leeftijdgenote, die succesvol aan ballet doet. Of de opa-pop die over het bijzondere hondje Ibbe rapt. Daarnaast bevat het onbekendere materiaal ook leuke teksten en liedjes. Een muis die verliefd is op een poes, of de bijzondere dingen die je in je dromen kunt beleven. Er is een fijne interactie met het publiek, met een geintje op z’n tijd. De zang is dik in orde, en het spel eveneens.
Naast enkele voorstellingen in de buitenlucht is de voorstelling het komende seizoen vooral in veel theaters in het land te zien. Die intiemere setting en betere faciliteiten zorgt niet alleen voor een iets andere aankleding (inclusief projecties), maar ook een deels andere invulling. Dan staan ook het liedje “Strontvlieg” en het prachtige “Sorry” op de setlist. Dit laatste nummer, dat Haayema schreef voor deel 40 van Kinderen voor Kinderen, is een waardige opvolger voor het meest breekbare nummer uit de serie ooit, “De Lek” (volgens de schrijver, maar ook het Parool).
Haayema sluit deze voorstelling af met een “ontzettend fijn dat we dit weer konden doen” Daar staat een net zo “ontzettend fijn dat we het konden meemaken” tegenover. Wij hebben ons erg vermaakt.