A Kind of Odyssey is geen Engelstalige titel omdat het hip is Engels te gebruiken. De hele voorstelling is Engelstalig. Met een redelijke kennis van de Engelse taal is deze goed te volgen. Dit artikel houden we het gewoon op Nederlands, met gebruik van het Engels woord ‘core’, omdat dat nu eenmaal de kern van de voorstelling is.
In de voorstelling zien we een zoektocht. Niet die van Odysseus terug naar Ithaka, maar van een naamloze, die in de omschrijving van de voorstelling X wordt genoemd. Hij is op zoek naar zijn ‘core’. Bij binnenkomst zien we hem rondjes lopen. Verward. Het lukt hem zelfs niet de zeven orkestleden en zijn drie backing boys voor te stellen. De namen zijn weg. En het leek allemaal zo goed te gaan. Met zijn vieren zongen ze, in boyband-stijl, “We are making art”, ieder met een eigen verlicht balletje. Maar hij wordt uit de groep gegooid, en het licht in zijn balletje, zijn core, dooft. Het is een begin van een zoektocht, waarbij verder verdwalen meer voor de hand lijkt te liggen dan het vinden van het doel. Het International Artists Aids Center, een telefonische helpdesk, kan hem niet verder helpen. Het lot van Trixie, die hetzelfde had en is geheel verdwenen biedt ook geen hoop. Zelfs met het geheim van het bestaan, dat hij na een bizarre vragenlijst en een sneer over zijn presentatie krijgt, lijkt hij niets te kunnen.
A Kind Of Odyssey doet qua thematiek denken aan Pippin, als is deze voorstelling veel abstracter. De songs zijn zeer gevarieerd, waarbij het eerder genoemde boybandnummer en het gospelachtige nummer aan het eind het hoogste oorwurmgehalte hebben. Aan de vormgeving is veel aandacht besteed. Fraaie effecten met licht, toffe glow-in-the-dark pijlen en een tocht waarbij we door middel van dwarrelende geeltjes (in meerdere kleuren) en confetti het gevoel krijgen dat er twee seizoenen zijn verlopen. Maar waar deze effecten de serieuze kant van de voorstelling helpen, valt er vooral ook wel veel te lachen. Vreemde vragen in een enquête die ingevuld moeten worden, de mimiek van de telefoniste van de helpdesk, de uiteenzetting in het Engels met een zo Nederlands mogelijk accent, de bombastische alwetende. Ze werken goed op de lachspieren.
Job Greuter’s talent als uitvoerder hebben we al eerder erkend door hem te nomineren voor een Musicalworld Award. Hier speelt hij zijn zoektocht, zijn twijfel, zeer overtuigend, en neemt hij het publiek in de bizarre situaties en adviezen die hij krijgt. Dat hij daarnaast een uitstekend muzikant is op cello en piano, daar waren we nog maar een paar weken geleden getuige van in de voorstelling ‘Het Groene Meisje’. Met een zevenkoppig orkest lag het misschien niet heel erg voor de hand, maar toch verbaasden we ons dat dit zijn eigen voorstelling niet naar voren zou komen. Dat oordeel blijkt te vroeg. Hij verzorgt tegen het eind op de toetsen een volledige muzikale samenvatting van het voorafgaande. Waar Job als X niet meer wist wie er met hem op het toneel stonden, weten wij dit van zijn medespelers natuurlijk wel. Jip Bartels, Matthijs Rijsdijk en (medespeler in Het Groene Meisje) Lucas Schilperoort spelen vol verve de vaak wonderlijke karakters die X op zijn pad tegenkomt.
Het is dus misschien even wennen om in Nederland een voorstelling in het Engels te bekijken. Aan de andere kant: The Book of Mormon heb je mogelijk ook recent nog gezien. Job Greuter’s A Kind of Odyssey, met de bizarre subtitel ‘A modern musical in molto bad-ass’ is een fantasieprikkelende, fraaie, geestige voorstelling.
A Kind Of Odyssey is onderdeel van Musicalmakers, ontwikkelaars van nieuwe producties. De voorstelling is nog te zien tot en met 7 april in DeLaMar West.