Een fijne bestemming voor kleine intieme theaterproducties, midden in de natuur. Bij velen staat het nog niet op de radar, maar het Herman van Veen Arts Center op Landgoed De Paltz in Soestduinen is een locatie, waar je, als je er eenmaal bent geweest, graag terugkeert. De Kapschuur biedt meestal een podium aan mooie, kleine voorstellingen, gespeeld door professionals, waarbij Herman van Veen soms wel en dan weer niet betrokken is geweest. Ik zag er eerder onder andere de volwassen voorstellingen Saskia zingt Sonneveld, De Radiodagen en de topjeugdvoorstellingen De Vriendelijke Draak en Oma, mag ik mijn pop terug . Ook de ontwikkelingen van Anne de Poes, dat uiteindelijk met een groot orkest werd opgevoerd, beleefde hier haar ontwikkeling. Interessante voorstellingen zijn er dus volop.
Deze zomer is het programma een beetje anders. Op de weekenddagen is de Kapschuur het thuis voor Repelsteeltje de musical. De spelers zijn geen beroepsacteurs, en flink in aantal. Waar sprookjes sinds jaar en dag een grote inspiratiebron zijn voor jeugdtheatermakers, is het altijd leuk om te zien hoe ieder daar weer zijn draai aan weet te geven. Deze Repelsteeltje zou er in de handen van bijvoorbeeld Van Hoorne Theaterproducties of Theater Terra heel anders hebben uitgezien. Deze nieuwe vertelling van Repelsteeltje voelt vooral poëtisch aan, fantasievol en maakt de plotwendingen voor mensen van deze tijd aannemelijk.
De grote lijn van het sprookje is in één zin te vertellen. “Vrouw moet om haar kind te behouden de naam raden van haar belager”, waarbij de titel van het sprookje een weggever is. Wie zoals ik groot werd met sprookjesboeken en LP’s met sprookjesverhalen weet vast nog dat deze vrouw, of meisje, de dochter van een molenaar is. Hij bluft richting de koning dat zij van stro goud kan spinnen, iets waar zij natuurlijk niet echt toe in staat is. Een trol of kabouter helpt haar dit daadwerkelijk voor elkaar te krijgen, steeds in ruil voor iets, en uiteindelijk in ruil voor haar eerstgeborene. Als het daadwerkelijk zo ver is, en zij in tranen uitbarst, krijgt zij nog één kans haar kind te behouden, als ze raadt hoe hij heet. Die naam is zo onwaarschijnlijk, dat zij het toch nooit raadt.
In deze versie van het sprookje is het geen trol of kabouter, maar een tovenaar, half man half vrouw, half mens half dier. De molenaar is een man die veel te veel drinkt, en sterke verhalen vertelt. Soms zijn ze waar, als hij spreekt over de tovenaar in het bos, maar een goud spinnende dochter komt natuurlijk nog steeds uit zijn dikke duim. Hij woont in een land in crisis. De koning is overleden, en de prins is nog niet echt op zijn nieuwe taak voorbereid. Dat is ook niet verwonderlijk; zijn vader heeft hem met een lege schatkist achtergelaten. Het geld heeft hij besteed aan zijn koninklijke harem, of zoals de verteller het zal beschrijven, drie hofdames waarvan hij is gaan houden, nadat zijn vrouw was overleden. Tussen de molenaarsdochter en de troonsopvolger is een klik en de daaropvolgende liefde is dusdanig sterk dat ze trouwen, maar financiële staat van het land is nog steeds deplorabel. Belastingen verhogen zit er ook niet meer in. De helft zoals nu is echt maximale.
Hofdame Amanda, een van ‘de drie’, is heel geïnteresseerd geraakt in de molenaar na zijn verhaal en de molenaar ziet zoenen met Amanda wel zitten. Zij ziet vooral een gouden ketting. Hij maakt uiteindelijk de eerder benoemde deal met de tovenaar.
De voorstelling kent naast de verteller, die soms een stukje verhaal vooruit vertelt, en soms even teruggrijpt op wat we te zien hebben gekregen, ook een flink aantal nevenkarakters. Voor de kern van het verhaal zijn ze niet essentieel, maar ze zorgen voor comic relief, zijn klankbord of boodschapper, hebben een klein rolletje in het verhaal. Als ensemble zijn ze het volk, en zorgen ze ook voor een wat griezelige scène met witte maskers.
Met name de expressieve karakters, de belangrijkste rollen binnen het stuk, worden vol overtuiging gespeeld. De tovenaar is mooi mysterieus, daarbij onbewust geholpen door haar tongval. De molenaar is zeer overtuigend als loslippige zuipschuit en hofdame Amanda een heerlijk berekende golddigger. De prins en molenaarsdochter nemen de kinderen mee in hun avontuur; ze identificeren zich gemakkelijk met het tweetal.
De voorstelling wordt gespeeld langs de lange kant van de zaal, wat een verrassend podiumbeeld oplevert. Op de verhoging zijn het vooral een drietal spiegels, die de aandacht trekken, maar omdat de achterwand van glas is, is ook ‘buiten’ soms deel van het decor en het speelvlak. Zo zien we onder andere de uitvaartstoet van de koning, maar bijvoorbeeld ook de tovenaar die de bewegingen van de hoogzwangere molenaarsdochter imiteert. Het zijn mooie plaatjes, waarvan we er, zeker gezien de beperkte middelen, wel meer te zien krijgen. Less is more, en dat geldt ook voor sommige heel effectieve geluidseffecten.
De zaal heeft een vlakke vloer: de eerste rij is gereserveerd voor de kinderen. Op een paar momenten wordt de vierde wand doorbroken, wat bij het ene kind wat schrik oproept, terwijl anderen juist met graagte helpen om het toverboek terug te brengen naar de verteller. Gelukkig maar, anders zaten we nu nog te wachten op het vervolg van het verhaal.
De liedjes in de voorstelling ondersteunen verhaal en sfeer goed, en worden prima uitgevoerd. Het maakt deze Repelsteeltje zeker het zien waard.
De Kapschuur is niet geheel met de auto te bereiken. Er is een pendelbus vanaf het parkeerterrein van het nabijgelegen hotel, maar met het goede weer is een wandeling, indien mogelijk, een goed alternatief. Zeker als je de afslag van de doorgaande weg hebt genoten, en je rustig in de natuur wandelt is het genieten. De speciale locatie biedt allerlei mogelijkheden. Met een beetje goede wil kunnen we op deze voorstelling zelfs het razend populaire predicaat immersive plakken. In de buurt van de locatie zijn namelijk al een aantal van de spelers te zien. Soms levend in hun eigen wereld, als kloosterzuster, terwijl een ander je weer kan aanspreken. Zo gaat de voorstelling al leven voordat deze goed en wel begonnen is. Ga het een der komende weekenden zelf maar ervaren.