1) Symphony in C - George Balanchine - muziek: Bizet
Danseressen in witte tutu’s en spitzen, dansers volledig in zwart tegen een korenblauwe achtergrond.
Deze symphony is verdeeld in 4 stukken: allegro vivo, adagio, allegro vivace, allegro vivace.
In elk stuk was er sprake van een corps de ballet van 6 danseressen en drie solistenparen, waarvan steeds 1 solistenpaar het belangrijkst was.
Mening: Over het algemeen een mooi stuk. In het eerste en derde deel vond ik de dans wat saai, m.u.v. de sprongen van de solist in het eerste deel Boris de Leeuw. Het adagio was prachtig vooral dankzij het lyrische samenspel van het solistenpaar Igone de Jongh en Raphael Coumes-Marquet.
In het vierde deel kwam alles samen en volgde er een levendige finale met vooral veel mooie plaatjes.
Ik vond het jammer dat er zo weinig variatie zat in de opbouw van de stukken en de formaties van de dansers.
2) Frank Bridge variations - Hans van Manen - muziek: Benjamin Britten
5 dansparen; dames gekleed in rood/zwarte catsuits, heren in groenige catsuits; donkere coulissen en achtergrond,
waaronder 2 solistenparen: Igone de Jongh - Gail Lambiotte en Yumiko Takeshima - Cedric Ygnace
Een nieuw stuk van Van Manen, wereldpremiere was op 18 mrt. jl., desondanks weer duidelijk herkenbaar als zijnde een “Van Manen”.
Het verhaal draait met name om de 2 solistenparen, de heren en dames spelen met elkaar: trekken elkaar aan en stoten elkaar af , uiteindelijk komt het helemaal goed. De andere 3 paren vullen aan en spelen mee.
Mening: Mooie Pas de deux’s en solo’s. Indrukwekkend: de funeral march, eigenlijk een stuk waarin alleen maar gezamelijk over het toneel wordt gelopen (er komt er steeds 1 bij), maar dat lopen gebeurt met zoveel spanning dat het heel intens wordt.
Minder: De houding met de armen gestrekt in een V boven het hoofd en de handen geflext heb ik op een gegeven moment wel gezien.
3) The second detail - William Forsythe - muziek: Thom Willems
6 danseressen (spitzen) en 7 dansers allen gekleed in het grijs. Witte coulissen, wit achterdoek en door aan de zijkanten en achterkant tot halverwege witte doeken te laten zakken werd er een soort kamer gecreeerd. Tegen het achterdoek aan stonden 13 stoelen zonder leuning op een rij en voor op het podium stond een bordje met THE. Ik denk dat dat een verwijzing is naar Het Nationale Ballet zelf, wat vaak simpelweg HET genoemd wordt.
In het programmaboekje staat: “Hoe uitdrukkingsvol en overtuigend ze los van elkaar zijn- de ritmische en repetitieve elektronische muziek van Willems vol onderhuidse, niet thuis te brengen klanken, en de abstracte dans van Forsythe, die zichzelf genoeg lijkt- zodra je ze samen ondergaat is de optelsom snel gemaakt: 1+1=3. Alsof er een extra dimensie bijkomt.”
The second detail is heel duidelijk een samenspel tussen dans en muziek. Zo oogt het ook, als een spel, heel dynamisch. Op het podium gebeurt vanalles tegelijk. Mensen doen dingen alleen, smelten samen met groepjes, houden ineens op en gaan zitten op de stoelen. Activiteit wordt afgewisseld met rustige momenten, zowel in beweging als in aantal mensen dat iets doet, soms zijn er veel mensen op het podium, soms maar 1, soms is er rechts voor een groepje en links helemaal achteraan danst een soliste. De bewegingen waren voornamelijk klassiek, maar origineel gebracht en ook zeker met invloeden uit de moderne hoek.
Mening: Leuk stuk!!! Heel boeiend doordat er steeds iets nieuws gebeurde. Het stuk blijft de hele 22 minuten lang dynamisch, spannend en zelfs grappig. Ik had soms zelfs het idee dat Forsythe bepaalde klassieke “standaardbewegingen” en “vormen” en companies een beetje belachelijk maakte, maar wel op een speelse en milde manier. Op het eind van het stuk werd het bordje met THE omgeschopt…... Erg grappig, want (vermoedelijk) schop tegen de eigen groep! Een “lekker-puh-stuk”.
Mijn vriend had niet zo’n uitgebreide mening, maar wel een heel verfrissende in een zaal vol Oeh’s en Ah’s. Hij vond Balanchine “wel aardig, zaten wel mooie stukken in”. Van Manen vond hij “bagger”, vooral die funeral march die ik juist prachtig vond, vond hij “helemaal niks”.
Bij The Second Detail was hij stomverbaasd dat dat nou juist een staande ovatie kreeg (de andere 2 stukken niet), hij vond het wel onderhoudender dan het stuk van Van Manen.
Hij was wel blij dat hij het nou eens gezien had, nu weet hij tenminste wat het is.
Ik had een beetje gehoopt dat hij modern klassiek leuker zou vinden dan romantisch klassiek (hij vond Romeo en Julia lachwekkend), maar ja, niet dus.