Na de eerdere voorstellingen Anastasia, De Klokkenluider van de Notre Dame en Jungleboek zou je denken dat Oliver in New York ook weer geïnspireerd zou zijn door een tekenfilm, namelijk Oliver en Co. Maar in deze voorstelling geen kat tussen de honden, zingend op gele taxi’s. Oliver in New York is een heel eigen verhaal. Een verhaal, dat natuurlijk elementen heeft van het verhaal van Dickens en de gelijknamige musical, maar dat zich grotendeels afspeelt in hedendaags New York. Een verhaal dat ook een vleugje Kruimeltje met zich meedraagt.
De proloog: Rebecca, een jonge talentvolle klassieke celliste, gaat een band bekijken, en Chad, de zanger van de band valt wel voor haar. Er ontstaat een klik, en het begin van de titelrol van deze show. De moeder van de celliste ziet niets in de jongen, en als deze langs komt wijst ze hem de deur en zegt dat zij hem dat Rebecca hem niet wil zien. Als zij hier weken later achter komt, ontvlucht ze het huis en wordt ze aangereden. In het ziekenhuis zorgt haar moeder ervoor dat het kind richting het weeshuis gaat, en vertelt ze Rebecca dat het is overleden. Contact met Chad zit er niet in: haar telefoon was door haar moeder ingenomen, en hij heeft een goedbetaalde vaste gig met zijn band aangenomen, ver weg in Tulsa.
Zo’n 12 jaar later na dit laatste incident zien we Adam Leary (de titelverklaring komt later in de voorstelling) in het weeshuis. Hij heeft muziek in zijn hoofd, dirigeert een denkbeeldig orkest, en is mikpunt van spot en geweld van de medewezen. Op een dag besluit hij niet langer op zijn ouders te wachten, maar op zoek te gaan. Geen idee waar, maar een trucker brengt hem naar New York, en stopt hem zelfs wat geld toe om de eerste dagen door te komen. Daar ontmoet hij Hannah, een straatmuzikante, die hem na wikken en wegen meeneemt naar haar ‘gang’ van straatmuzikanten, geleid door Logan, die weer schulden heeft bij de gewelddadige Conner. Eerst is Adam nog een ongewenste mond, die gevoed moet worden, maar als hij vanuit het niets prachtig blijkt te kunnen pianospelen zien ze in hem een bron van inkomsten. Hij krijgt de artiestennaam Oliver (inderdaad vanwege de grote gelijkenis qua verhaal) en speelt op straat. Ondertussen is jeugdzorg op zoek naar de vermiste Adam, en weet Rebecca na het overlijden van haar moeder ook dat ze een kind heeft. Ook zij is op zoek naar hem. Er is een inval bij Logan, waarbij ze Adam/Oliver maar net uit de handen van de politie kunnen houden. Hij moet vluchten en zich verstoppen. Hij belandt in een kerk, en daar wordt zijn talent op waarde geschat. Maar ook de bende wil Oliver terug, dus inmiddels zijn er, zonder dat Adam het weet, drie partijen naar hem op zoek.
Het verhaal draait natuurlijk om Adam/Oliver, en de vertolking van Valentijn Ave is om door een ringetje te halen. Hij heeft daarbij zijn uitstraling mee: een mooie jongen, klein van stuk en een hoge aaibaarheid. Een mooie hoge zuivere zangstem zorgt voor een perfect totaalplaatje. De andere sterren van de show zijn drie vrouwelijke speelsters. Jip Warmerdam zingt prachtig, weet overtuigend de cello te playbacken (of speelt ze echt en goed) en is een mooie Rebecca. Sharisa Boland is fraai als straatmuzikant; je zou haar daadwerkelijk wat geld toewerpen, en speelt haar rol, zeker richting Adam, erg goed. Dat Adam onder de indruk is van het gezang van Dena in de kerk, verwondert niet. Dat zijn we allemaal. Elaine Hakkaart heeft een ronduit betoverend stemgeluid. De cast bestaat natuurlijk uit allemaal jongeren, wat ook betekent dat er in de vertolkingen vaak wat wisselvalligheid zit. Overtuigend spel en zang wordt afgewisseld met wat minder sterke momenten, maar het totaalbeeld is zeker positief. Hier staat een sterke cast te spelen.
Recensie
Oliver in New York
Oliver in New York, de nieuwste voorstelling van Fanwork, kent een aantal topacteurs, en een meeslepend verhaal. Maar hoeveel is de voorstelling je waard?
14 September 2013 | |
Première | |
IJsselstein | |
Fulco Theater | |
http://www.oliverinnewyork.nl | |
Rhody Mathijs, Fanwork, recensie, Oliver in New York, |