Met een week onderbreking vanwege verblijf in het buitenland zagen we nu de laatste voorstelling van de diverse musicalklassen van DAPA. Helaas betekende dat dat we Icarus, dat vorige week speelde, moesten missen, maar we konden nog wel Vijf Dagen zien, van musical 2. Tevens zagen we Pasta, dat wordt gespeeld door de NME-Foundation klas. De jongste generatie, dat met veel plezier laat zien wat ze kunnen. Met alleen nog 7 Tales van Kids On Tour voor de boeg (volgend weekend, er zijn nog kaarten) zit het er dus bijna op.
Vijf dagen.
De tweedejaars DAPA-studenten hebben het zich niet gemakkelijk gemaakt met dit zelfgemaakte stuk over de dood. En eigenlijk maken ze het het publiek ook niet gemakkelijk, want een helder verhaal ontbreekt. Flarden van gevoelens, van emoties, herkenbare en tegelijkertijd ongewenste praktische dingen die bij een begrafenis horen en een vreemde ontmoeting tussen de dode en Hein, daar moeten de toeschouwers het mee doen.
Wat vooral indruk maakt zijn de ‘plaatjes’, en de choreografieën. Daar waar de agressie of woede wordt getoond, spat dat er echt aan alle kanten van af. De opening, waarin de groep hun ballon laat leeglopen, is mooi in symboliek. De lijdensweg van de stervende, die wel heel vaak neergaat, oogt pijnlijk.
De achterblijvers, in zwart gekleed, tonen hun emoties. ‘9 minuten heb ik om je gerouwd’, 9 uur heb ik om je gerouwd’, tot aan ‘9 eeuwen zal ik om je rouwen’. Het toont aan dat de overledene niet bij iedereen evenveel indruk heeft achtergelaten. De muziekkeuze is ook opvallend, vooral in het gebruik ervan. ‘Niemand weet hoe laat het is’ van Youp van ’t Hek is misschien wel voor de hand liggend, maar ‘Over 100 jaar’ van het Klein Orkest moet voor deze studenten toch zeker een onbekend nummer zijn. Met name de wheeeooo kreet die het nummer die het origineel in zijn vrolijkheid versterkt, krijgt hier iets wrangs.
De overledene is gekleed in half wit, half zwart, en als er een jongen in wit bij komt denken we in eerste instantie aan een engel (die dan wel zijn vleugels mist). Als hij zich als Hein voorstelt, blijken we met een minder religieuze variant van doen te hebben. Hein biedt ook geen oplossingen.
En dan zijn er natuurlijk de vervelende praktische zaken. Het uitkiezen van de kist, en wat de gevolgen zijn van de keuze. Een jakkiebah-verhaal over pieren, en vooral over geklots in kunststof kisten volgt/
‘Vijf dagen’ intrigeert, maar weet niet echt te raken. Waar dat precies door komt is niet helemaal duidelijk. Missen we net te weinig achtergrond om mee te voelen. Hebben we te weinig contact met de rouwende die aan het woord is, omdat we deze niet goed kunnen zien in de weinige belichting.
Pasta.
We kennen allemaal de rustieke pastareclames. Vriendelijke sociale Italiaanse gezinnen de volop genieten van pasta met saus van die mamma uit een potje of zak. Ook in het dorp waar de voorstelling zich afspeelt zijn de mensen wel sociaal naar elkaar. De mannen zijn vertrokken, want er heerst een tomatenoorlog (creatief in beeld gebracht met echte gevechtsbeelden en beelden uit La Tomatina in Buà±ol, het tomatensmijtfeest). Twee restaurants met verschillende eigenaren zijn echter goed met elkaar; ze delen zelfs de kok, die ondanks zijn onhandigheid (hij laat wel eens wat vallen), wel goed is. Ook de personeelsleden van beide tenten gaan goed met elkaar om, en de 2 dochters van de beide eigenaressen zijn beste vriendinnen.
Maar als de voedselschaarste toeneemt nemen ook de spanningen toe. Drie mysterieuze dames, lid van de knoflookmafia, weten de boel nog eens op te stoken. En als dan ook nog eens Don Gorgonzola verschijnt, die een van de eigenaressen helemaal inpalmt, maar eigenlijk niets anders wil dan totale controle over de restaurants in het dorp, staan beide families lijnrecht tegenover elkaar. Behalve de kinderen dan, die ondanks het verbod van hun moeders, toch contact houden. Maar het zijn de kinderen die doorhebben dat het allemaal niet deugt. En dan wordt de kok ontslagen. Don Gorgonzola had hem zijn plan tot in detail uitgelegd, omdat de eigenaressen hem toch niet zouden geloven. Maar terg niet een ontslagen kok.
Pasta is een vrolijke voorstelling met een betrekkelijk eenvoudig verhaal. Een enkel contact met het publiek verloopt niet heel soepel, maar verder geniet het zichtbaar. Er wordt gebruik gemaakt van een voice-over, die vertelt wat er allemaal aan de hand is. Dat is een praktische, maar soms ook een wat gemakkelijke oplossing. De eigen melodieën passen goed bij het stuk, en bij de capaciteiten van de jonge spelers. De voorstelling is een mooie kroon op hun werk.