De twee voorstellingen zijn totaal verschillend, al hebben ze wel een zeker bizarheid gemeen. Een verklaring voor de gemeenschappelijke titel kan ik niet vinden, maar wat maakt dat uit.
Voor de pauze is het aan de cast van Kliniek Vage Klachten om het publiek te boeien. De voorstelling heeft zijn oorsprong in een nieuwsbericht dat het VU medisch centrum een kliniek voor onverklaarbare klachten geopend heeft. Choreograaf Jaakko Toivonen heeft daar met zijn spelers een eigen draai aan gegeven, en neemt het publiek mee met wat mensen met vage klachten richting deze kliniek, en hun ervaringen in de kliniek.
Als de voorstelling begint is er nauwelijks ruimte voor de dansers. Ze spelen pal op het publiek de reis richting spreekkamer. De panelen op wieltjes die nu voor het gebrek aan diepte zorgen zullen later nog veelvuldig en creatief worden gebruikt.
In de voorstelling wordt nauwelijks iets mondeling verteld. Er een soort dagboekkamer, waarin de patiënt praat, maar deze staat op band, en werkt met vervormde stemmen. Schilderijen worden geanalyseerd en er wordt in een scene een waslijst aan therapieën uitgebeeld en benoemd (hier schort het door de luide muziek wel wat aan verstaanbaarheid) Alleen aan het slot neemt een van de patiënten nog het woord. Gevolg is dat het verhaal puur met dans wordt verteld, en dat lukt meestal wonderwel. Het maakt de voorstelling buitengewoon boeiend.
Meest interessant om te zien zijn de duetten, conflicten die spectaculaire onderdelen hebben. Maar ook het creëren van de schilderijen fascineert. De muziek is niet echt “gewoon”; we komen onder andere Popcorn tegen, maar ook een bizarre versie van Love is in the air, en een remix van Two Tribes. Met het decor wordt leuk gespeeld; het is toch even schrikken als iemand uit het raam valt, en als iemand met een aanloop er dwars doorheen springt hou je toch even je hart vast. De spelers stralen enthousiasme uit; terecht, want ze hebben iets heel moois neergezet.
Het Temmen van het Beest is een bewerking van The Taming of The Shrew, waarin regisseur Cormac Burminia met de cast heeft geimproviseerd. De basis is grotendeels in tact gebleven. Bianca wordt bemind door Lucentio en Hortensio. Spreekstalmeester Baptista stelt echter dat eerst haar oudere docher Katherina getemd moet worden, voordat er met Bianca gehuwd mag worden. Om dit klusje te klaren wordt de vriend van Lucentio, Petruchio ingeschakeld. Een allesbehalve makkelijke opdracht. En wie is de uiteindelijke winnaar als deze opdracht slaagt.
De voorstelling wordt in een kooi gespeeld, en alle rollen hebben iets beestachtigs gekregen. Petrucio de leeuw, Lucentio is een aap, Hortensio menen we ezelgeluiden te horen maken. Bianca is het lekkere kippetje, en Katherina wordt Kitty, het katje. Bijzonder is het dat de rollen van de dochters door meer dan één actrice worden gespeeld. Bianca bestaat uit drie personen, Katharina zelfs uit vier.
Het taalgebruik is veelal eigentijds. Vooral de geile Lucentio weet hier wel raad mee. Bianca is zeer gevoelig voor zijn opwindende praatjes. Hortensio, die Bianca meer als een muze bemint, krijgt geen poot aan de grond. Als hij uiteindelijk met een pruik opduikt, is dat vertederend, maar toch vooral sneu.
De voorstelling kent een hoop crue momenten. Het temmen van Kitty gaat zeker niet gemakkelijk, en de manier waarop maakt Petruchio ook zeker niet sympathiek. Wreed, al kun je je voorstellen dat als de sleutel van de kooi op het spel staat, en dus vrijheid, je ver wilt gaan om de sleutel te bereiken. Met Katharina die zich zeker niet zonder slag of stoot gewonnen geeft zijn sommige scènes dan ook zeker niet smakelijk.
Tegen het einde wordt er dan toch nog Shakespeariaans gedeclameerd. Maar wie er nu gewonnen heeft? Het temmen van het Beest weet zeker te boeien, al zou het slot wat meer helderheid kunnen gebruiken; vooral de rol van de sleutel van de kooi daarin.
Foto’s: Martijn Kappers