Allah, Boeddha en God zijn op retraite. Gelukkig heeft Fabio, de concierge van de hemel, of misschien zouden we hem tegenwoordig crisismanager noemen, voor vervanging gezorgd. Hera en Zeus bleken bereid weer even in te vallen. Sinds niemand hen meer aanbad leefden ze een teruggetrokken leven. Voor het publiek is dat wel zo prettig; zij zijn namelijk allen omgekomen op weg naar het theater en wachten op een nieuw lichaam om te worden gereïncarneerd. Echter, er zit nog een jongetje op de bank die eerst aan de beurt is. Maar wat een gelopen koers bleek gaat mis, de aanstaande ouders breken. Maar Zeus lost dit probleem op. Na de 20 minuten pauze zijn we dan 20 jaar verder, op het eiland Samos, waar Hera wordt verheerlijkt. Hera heeft er echter niet meer zo’n zin in, totdat er een jongeman zeer bijzondere interesse in haar toont…
Hera begint op het moment dat je als publiek de zaal betreedt. Op het voortoneel wacht Fabio je op, en ook de nimfen zijn al vrij snel in de zaal te vinden. Ze knopen een praatje met je aan betreffende je heen-gaan. Als zo’n beetje iedereen in de zaal zit worden wat namen opgenoemd, en wie reageert krijgt, al dan niet na een kort gesprek, een nummertje. De interactie met het publiek verdwijnt nagenoeg als de voorstelling eenmaal is begonnen, een goede keus die de vaart erin houdt.
Het improviseren gaat Arjan Ederveen uiteraard goed af, maar ook de rol van Fabio is op zijn lijf geschreven. De wat lijzig sprekende Fabio, die het liefst in een huisje in Frankrijk poppendokter zou zijn, heeft iets vriendelijks, maar tegelijkertijd een wat ranzige kant. Hera is wat bazig en jaloers, en wordt strak vertolkt door Vera Mann. Ze speelt de rol, die in eerste instantie door Loes Luca vertolkt zou worden, uiterst ernstig, en komt juist daardoor soms zeer geestig uit de hoek. Met een kast vol musicalawards in huis is het niet verwonderlijk dat ze het materiaal weer geweldig zingt. Ietwat minder zuiver is het zware stemgeluid van Rob van de Meeberg, een oude bekende van Vera Mann. Ze zongen samen in zowel een Brel als Shaffy liedjesprogramma. Hij speelt de overspelige drankliefhebber Zeus met verve, en het duurt even voordat we hem in de tweede akte herkennen als Zeus. Waldemar Torenstra heeft in de eerste akte de ondankbare rol van baby. Het gespeel met de navelstreng, het mannelijk geslacht wat met klittenband wordt bevestigd is een beetje banaal, maar ook wel geestig. Hij zingt zijn nummer “tering” (over de diverse eindes die hij in eerder levens heeft meegemaakt; hij werd nooit ouder dan 14) verrassend goed; hij zingt niet onaardig. Als hij echter in akte 2 20 blijkt te zijn en er uit ziet als een vleesgeworden grieks standbeeld (wel heel) blijkt dat we geen medelijden met hem hoeven te hebben.
Jennifer van Brenk heeft een krachtig en prachtig stemgeluid. Ze speelt in de twee aktes twee vrouwenrollen, de moeder en de vriendin van Casper.De nimfen zorgen eveneens voor een zeer aangenaam geluid.
De muziek is typisch Martin van Dijk. De man die met Hans Dorrestijn toert, en die op televisie pianeert bij “Met het mes op tafel” schreef niet alleen de muziek, maar voert het met zijn medemuzikanten ook zelf uit. De teksten van Jan Boerstoel zijn soms prachtig, dan weer hilarisch. Een van de hoogtepunten is Primula, een lied over planten uitgevoerd door Fabio en Hera naast een hemelhoog rek vol planten, waarin door de keuze van de plantensoorten blijkt hoe verschillend Fabio en Hera over de flora denken.
Het decor oogt wat quasi-amateuristisch. Oude en simpele decorstukken, die er allesbehalve gelikt uitzien, maar waar tegelijkertijd toch weer over is nagedacht. De draaiende schijven die op het podium hangen en door weerkaatsing van licht voor een apart effect zorgen gaan wel irriteren; gelukkig zijn deze de tweede acte verdwenen.
De serieuzere liedjes zorgen voor wat bezinning, en er is genoeg kolder, zwarte en andersoortige humor om te lachen. Toch laat de voorstelling een dubbel gevoel achter; ze heeft net wat te weinig humor om van een geslaagde komische voorstelling te spreken, en net te weinig diepgang om het als een goede serieuze voorstelling te zien. Toch is de voorstelling apart genoeg om te bezoeken.
scenefoto’s: Ben van Duin.