Bij Dromen zijn bedrog zien we de dagen na het overlijden (door euthanasie) van man, vader en opa Peter. Voor zijn vrouw Loes levert dat gemengde gevoelens op; verdriet, maar ook een bevrijding. Voor kleinzoon Keks is het afscheid het zwaarst. Hij hield erg van zijn opa, bij wie hij ook in huis woonde. Zoon Aris is vooral met zichzelf bezig. Hij is geïrriteerd als de euthanasie niet een paar uur kan worden uitgesteld vanwege zijn vergadering. Tevens blijkt hij in de running voor een ministerspost, dus het hele overlijden van zijn vader komt wel heel slecht uit, want Wouter kan elk moment bellen. Zijn vrouw Sophie is ex-dichteres die aan de drank is. En dan komt de scharrel van haar man, Venus, ook nog eens lang met de mededeling dat ze zwanger is. De drank vloeit rijkelijk, en de tongen worden losser. En naast de conflicten komt er ook nog een familiegeheim in de openheid.
De voorstelling opent met oma Heddy Lester en kleinzoon Joël de Tombé. Dat Heddy Lester anders klinkt dan toen ze bijna een halve eeuw geleden aan het songfestival meedeed was te verwachten, maar deze fraaie Marianne Faithful-achtige rauwe klank is heerlijk.
Joël de Tombé is sinds de Idols-roem door een grote groep mensen verguisd, maar overtuigd in de eerste vijf minuten van deze voorstelling al totaal. Hij speelt zijn rol prachtig. We hebben het echt te doen met de Kecks, en hij blijkt ook vocaal prima uit de voeten te kunnen met steviger materiaal dan dat we van hem gewend zijn (het All Music en Bas & Joël materiaal).
Remko Vrijdag is natuurlijk een komiek pur sang. Hij kan zich prima manoeuvreren tussen het schlemielige en het opvliegende, beiden karaktertrekken van Aris. Een slapstickscène gaat ‘m eveneens gemakkelijk af. Zowel de Golden Earring- als de Herman Brood-imitaties waren briljant.
Vera Mann is een alleskunner. Ze is zeer overtuigend als de dronkenlap Sophie. Zo overtuigend zelfs dat we nog steeds niet weten of het gestuntel met het stoeltje op de steiger nu helemaal gespeeld werd, of dat er daadwerkelijk iets mis is.
Jelka van Houten is het in eerste instantie schijnbare naïeve meisje dat de boel nog eens extra op stelten zet. Zowel Ilse de Lange als Anouk worden door haar prachtig vertolkt.
Het decor bestaat uit het rommelige huis van Loes. Een tuin met een steiger de zaal in, die ook deels woonkamer is, en een huisje dat kan draaien en waarvan de witte zijwand op enkele momenten als projectiewand wordt gebruikt om wat van opa Peter te laten zien. Mocht er een prijs komen voor “hartverzakkingsmoment van het jaar in een kleine musical” dan kan de prijs deze musical niet ontgaan. De opkomst van één van de decorstukken veroorzaakt een fraai schrikmoment. De platenspeler heeft, zoals mag worden verwacht, een belangrijke rol, waarbij de vertolking van de muziek meestal wordt overgenomen door de sterke band op het podium, maar een enkele keer ook met het originele liedje op band (“de mallemolen”).
De aandacht rond Dromen zijn Bedrog in de aanloop naar dit nieuwe seizoen is nogal bedrieglijk geweest. Op de Uitmarkten (en bijbehorende TV-uitzending) kregen we een 50-jaar-Nederpop sing-along. Bij de perspresentatie probeerde regisseur Frank Lammers vooral verwarring te zaaien. En in de titel wordt de productie gepresenteerd als ‘musical’. De kans is dus groot dat heel veel mensen met totaal andere verwachtingen in de zaal zitten van de voorstelling die ze te zien krijgen. Van het meezingen met klassiekers als “Kom van dat dat af” is geen sprake; deze Uitmarkt-song komt zelfs niet eens in de productie voor. En voor een musical zijn de liedjes die worden gezongen toch te weinig verbonden met het verhaal. De vertolkingen zijn veelal prachtig, de keuze voor een aantal niet Gouden Uren- of Arbeidsvitamine-klassiekers om volledig te vertolken is een gewaagde, die wel goed uitpakt. Je verveelt je niet bij de liedjes, al zitten ze soms wel op plekken waar je liever het stuk had zien doorgaan. Een van de hoogtepunten: het Maarten van Roozendaal nummer Red mij Niet.
Er wordt leuk gespeeld met het feit dat dit een musical rond Nederpop-liedjes gaat. Soms is het maar een regel tekst, soms een regel of misschien twee gezongen. “Zo, die hebben we ook weer gehad” klinkt het na een regel uit “Sophietje”, waar het publiek na het horen van de naam Sophie uiteraard op zat te wachten. Ondanks dat er meer dan honderd nummers zijn verwerkt, die ik zelf toch zeker niet allemaal heb herkend, zijn er natuurlijk altijd liedjes die je wel had verwacht, maar er niet in voorkomen. De titelsong bijvoorbeeld, al krijgt Marco Borsato in deze show zeker de aandacht die hij verdient.
Dromen… zijn bedrog is een geslaagde muziektheatervoorstelling geworden, waarin veel kan worden gelachen om allerlei soorten humor. Soms van plaatsvervangende schaamte, dan weer door buitengewoon gevatte opmerkingen, dan weer door het leuk spelen met de geschiedenis van de Nederlandse popmuziek. Toch zijn er ook een aantal breekbare momenten. Een voorstelling dus met contrasten, die razendknap in elkaar is gezet door scenaristen Sjoerd Kuyper en Dick van den Heuvel en regisseur Frank Lammers. De emotionele opening doet niet vermoeden dat er verderop zo veel te lachen valt. Wie echter gaat voor een vlotte musical of een avondje mee blèren zit bij Dromen… zijn bedrog verkeerd.
Scenefoto’s: Roy Beusker.