Recensie

Misery:  wel een lach geen angstzweet

Misery levert meer lach-, dan angstmomenten. Toch toont deze eerste showcase van de musical zeker mogelijkheden voor een vervolg.

Misery beleefde op 9 juni zijn eerste showcase. Voordat het zo ver was gekomen was daar al een hoop misère aan voorafgegaan; het is, om in Misery-thema te blijven, een zware bevalling geweest. Oorspronkelijk stond deze voorstelling in het M-lab op het programma, maar een conflict tussen maker Florus van Rooijen en M-lab baas Koen van Dijk had als resultaat dat deze werd geschrapt. Van Rooijen gaf de moed niet op, met als gevolg dat in het Werkteater in Amsterdam Misery nu alsnog te zien is. Een musical die zijn ontwikkeling begon in 2005, toen Van Rooijen toestemming kreeg van de wereldberoemde schrijver dit project uit te voeren. Een gecombineerde rol van schrijver, componist en regisseur maakt Misery voor hem natuurlijk een uitermate persoonlijk project.

In Misery draait het om Paul Sheldon, schrijver van de boekserie Misery. Hij is de serie ooit uit een soort baldadigheid begonnen; om de draak te steken met het streekromangenre. Maar de serie werd een groot succes. “Het was maar een grap, maar niemand die ‘m begreep.”
Aan het begin van de musical treffen we Paul in bed aan. Hij wordt verzorgd door Annie Wilkes, en blijkt een auto-ongeluk te hebben gehad. Zijn benen zijn gebroken, en hij is dus totaal afhankelijk van haar, en de pijnstillers die zij hem geeft. Annie blijkt een grote fan van de schrijver, of beter gezegd, van Misery. “Ik ben je grootste fan ooit.”
Als zij het nieuwe manuscript van Paul, “Plankgas”, leest wat zij in zijn tas vindt, is ze geschokt. Door de tijd waarin het speelt, door het taalgebruik, en vooral door het gebrek aan Misery. Als eindelijk de softcover-versie van het laatste Misery-boek, Misery’s kind,  uitkomt gaat ze meteen lezen. En tot haar grote schrik blijkt Paul Sheldon haar te laten sterven tijdens het kraambed. Annie’s verzorging neemt vervolgens minder vriendelijke vormen aan.
Er is in deze versie van Misery de romanfiguren te visualiseren. Zo spreekt de schrijver met Misery (verwijten) en met Tony (die hem zelfs helpt met een ontsnappingspoging), en worden scènes uit de boeken opgevoerd. Vooral deze driestuiverroman-romantiek wordt lekker aangezet, wat buitengewoon komische momenten oplevert. Komische hoogtepunten zijn een Frankenstein-achtige scène en de gevolgen van het missen van de letter N op de schrijfmachine die Annie aan Paul geeft.

Er wordt voortreffelijk gespeeld door de cast. Sander de Heer mag dan geen uitmuntend zanger zijn; zijn stemgeluid past prima bij de schrijver Paul Sheldon.  Marjolein Algera geeft Annie Wilkes de juiste opbouw. Met de rare, verknipte Annie heb je in het begin zeker nog wel te doen. Het beschaafde “Vuile druiloor” is in het begin nog vertederend, maar als ze het later weer gebruikt, wordt je er toch bang van. Een mooie mix van kinderlijke naïviteit en griezelige obsessie. De romanfiguren Misery en Ian (Nyncke Beekhuyzen en Lieuwe Roonder) zijn heerlijk karikaturaal. Clichébeelden, gedrag en blikken steken de draak met de streekroman, precies zoals de visie van Paul Sheldon op het genre is. Lieuwe Roonder speelt ook Tony, de hoofdrolspeler uit Paul’s nieuwe (autobiografische) boek Plankgas, een jongen met een crimineel verleden.

Misery wordt gepresenteerd als de eerste psychologische thrillermusical ter wereld. Op basis van het verhaal van Stephen King is dat een logische omschrijving, maar zoals de voorstelling nu wordt uitgevoerd past dat etiket niet echt. Echt spannend wil deze musical namelijk niet worden. Of het de oorzaak is, of een welkome compensatie voor dit gemis; aan humor is in deze voorstelling geen gebrek.

Met psychologische thriller in het achterhoofd is het te begrijpen dat er is gekozen om de voorstelling zonder pauze te spelen; het zou een hinderlijke onderbreking in de spanning zijn. Het blijkt een ongelukkige keuze. Twee uur en een kwartier aan één stuk is lang, zeker als de bezoekers deze moeten doorbrengen op houten caféstoelen. Wie deze voorstelling nog gaat bezoeken doet er goed aan een kussentje mee te nemen om het zitcomfort wat te vergroten.

De muziek is aardig. Er zijn jazzy invloeden, en soms komt de muziek filmisch over. Harde atonale klanken bij spannende momenten bijvoorbeeld, terwijl sommige underscore ook in bijvoorbeeld Baantjer had kunnen zitten. Er zit wel veel herhaling in de muziek. Dat hoeft geen probleem te zijn; Blood Brothers bijvoorbeeld heeft dat ook, maar in dit geval gaat het op een gegeven moment wel vervelen. Dan zou je toch een muzikaal iets creatievere variant verwachten, of liever nog wat originelere muziek.

Het zal wel een raadsel blijven waarom deze musical geen kans heeft gekregen in het M-lab. Hoewel er van alles op aan te merken valt, en het duidelijk een voorstelling is die nog wat flinke ontwikkelstappen nodig heeft is wat we nu te zien krijgen interessant genoeg, en kwalitatief beter dan andere musicalprojecten die dit seizoen wel in het M-lab te zien waren.
Als de omschrijving “Feel Bad” musical betekent dat het een musical met een continue onderhuidse spanning is mag Misery in de huidige vorm als niet geslaagd worden beschouwd. Daarvoor blijkt de humor in de voorstelling te krachtig en te frequent, en schiet de spanning er te veel bij in. Als we deze voorstelling zien als een andere insteek op het spannende Misery-verhaal is er een stevige basis gelegd voor wat een goede musical kan worden. Maar dan wel gewoon met een pauze, en een uitbreiding van de score. In de huidige zit nog wat te veel herhaling.

De showcase is nog tot en met 12 juni te zien in het Werkteater in Amsterdam.

09 June 2010
Try-out
Amsterdam
Werkteater
http://www.miserydemusical.nl
misery, musical, feel-bad musical, stephen king, florus van rooyen, sander de heer, nyncke Beeman, Lieuwe Roonder, Marjolein Algera

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen