Iedere generatie heeft zo zijn eigen jeugdherinneringen, en slechts enkele van die herinneringen worden door diverse generaties gedeeld. Een daarvan is Pippi Langkous. De jeugdboeken van Astrid Lindgren zijn nog steeds te koop, en menig vakantie komen de inmiddels antieke films weer op televisie voorbij.
Wie kent er niet het stoere meisje dat helemaal op zichzelf woont, sterk is als een paard, en vooral een hele rijke fantasie heeft, en ook fantastische avonturen beleeft met de twee gewone kinderen Tommie en Annika, die net als wij lang niet zo moedig zijn als Pippi en het gek vinden wat Pippi allemaal zegt en doet. Natuurlijk weten we nog van het paard op de veranda van Villa Kakelbont, het aapje meneer Nilsson, en het dorp vol met mensen die het helemaal niet ziet zitten, zo’n meisje alleen in een groot huis.
De theatervoorstelling begint in dat dorpje, waar orde rust en regelmaat heerst. Villa Kakelbont, het leegstaande huis van de familie Langkous is de tante van Tommie en Annika een doorn in het oog. Het enige huis in het dorp wat niet grijs is. Ze wil het grijs laten verven, zodat ze er met het koor in kan oefenen. Maar dan blijkt het huis niet leeg te zijn. Tommie en Annika sluiten al snel vriendschap met de wonderlijke bewoonster van het huis, die van alles doet en kan wat zij niet durven, of kunnen. Pippi’s moeder is in de hemel, en haar piratenvader is overboord geslagen, en gevangen genomen door andere piraten, die zijn schat willen stelen. Als tante dreigt Pippi in een kindertehuis te stoppen, moet Pippi op zoek naar haar vader. Die blijkt in de (gewone) gevangenis te zitten, omdat hij jarenlang zijn belasting niet heeft betaald. Maar dat is niet zo simpel, als je woorden als overmaken niet begrijpt, en geen gebruik wil maken van banken.
Hoewel Pippi nog steeds het meisje is wat we van televisie kennen, krijgen we af en toe ook een ander kantje te zien. Zo vraagt ze zich af of ze niet liever een vader en moeder zou hebben, in plaats van alle vrijheid die ze nu heeft. En heeft ze ook een verklaring voor haar liegen. Die foute rekensommen klinken toch veel leuker dan juiste. Het maakt haar niet minder rebels, maar wel iets menselijker, al zullen het vooral de ouders zijn die deze elementen uit de voorstelling opvallen. De kinderen leven te veel mee met het avontuur van Pippi.
Het decor van de voorstelling is de blikvanger van de voorstelling. Een aantal podiumdelen die kunnen worden herschikt tot hele andere locaties, met onderdelen die kunnen verwijderd. De verrassing komt echter uit de nok, zodra Villa Kakelbont voor het eerst plaats van handeling is. Niet alleen komt de dak van het huis naar beneden, maar ook een groot gedeelte van de inrichting, die precies op de goede plek landt. Ook de acteurs spelen ermee. Het stuurwiel wordt hard rondgedraaid als er nog een item uit de lucht moet komen. Zonder context overigens, en ook de dubbelrollen die de ‘volwassen’ acteurs hebben worden naarmate de voorstelling goed duidelijk. Hier wordt speels en komisch mee omgegaan.
Dat travestie in kindervoorstellingen goed werkt weten de Engelsen al jaren. Een pantomime (Engelse kersttheatertraditie) kan niet zonder. Raymond Kurvers is enig als tante Pastellia, die geen tegenspraak verwacht en de grote bedreiging vormt voor Pippi’s zelfstandige leven. Harriët Stroet is als de moeder van de kinderen in eerste instantie volledig onderdanig aan haar, maar groeit mede dankzij Pippi onder dat juk vandaan. Finn Poncin is als piratenvader een sterke persoonlijkheid, die niet met zich laat sollen. De drie vertolken ook de gevangenbewaarders, waarvan er twee op zoek gaan naar het goud, in Villa Kakelbont. Uiteraard levert die zoektocht mooie slapsticktaferelen op.
Het hart van de jonge theaterliefhebbers ligt natuurlijk bij het viertal helden. Bij de gewone Annika en Tommie (Anne Deliën en de immer ontwapenende Joey Schalker, die zijn rol soms wel heel erg aanzet), maar vooral bij Pippi en meneer Nilsson. Hanna van Vliet houdt de herinnering aan de televisie-Pippi levend, en zingt bovendien ook nog eens prachtig. Voor de grootste uitdaging staat Remy Koffijberg, die het aapje vertolkt in kreet en gebaar met een prachtige motoriek, die hij de hele voostelling weet vol te houden.
Hoewel de voorstelling op een aantal vlakken zeer eigentijds is, is het op andere punten juist een vrij traditionele musical. Voorstellingen voor deze doelgroep zijn tegenwoordig eenakters die ruim een uur duren, deze duurt bijna twee uur, inclusief een pauze. Er zitten ook een paar vertragende momenten in de show. Een paar liedjes zijn eenvoudig te schrappen. Toch is het over het geheel genomen een ouderwets degelijke voorstelling vol creativiteit die zeker niet meer alledaags is. Pippi Langkous de musical is een genot voor kinderen, en zeker ook voor volwassenen Want wie is er niet een klein beetje jong gebleven door Pippi Langkous
Scènefoto’s: Leo van Velzen