Een orgelman introduceert dit verhaal van Roodkapje. Ze woont in een dorpje met haar moeder, die het druk heeft met de winkel. Kennelijk wordt er veel gemorst, want Roodkapje lijkt een dagtaak te hebben aan de was. Zoals we uit het sprookje weten is ze verzot op haar oma, een operazangers in ruste, die regelmatig haar gezicht in het dorp laat zien, maar afgelegen in het bos woont. Dan is er nog de zoon van de jager, Benjamin, die goed ligt bij de jongedames, maar verzot is op Roodkapje. Zij heeft er geen oog voor.
In het bos zijn wolven gesignaleerd. Het blijken de dominante furie Tina en vegetarische schlemiel Gerrit te zijn, die in een grot wonen in de buurt van het huisje van oma. De zang van oma is een bron van ergernis voor de twee. En dan op een dag voelt oma zich niet zo lekker om de boodschappen te halen. Dus gaat Roodkapje op pad, met de boodschappen.
Als Roodkapje op pad gaat is het zo’n 10 minuten voor het eind, en dat is meteen het grote nadeel van de voorstelling. Waar veel tijd wordt genomen voor nieuwe karakters en de inleiding naar het verhaal wordt de essentie afgeraffeld. Dat je, als je een tweede wolf hebt, het sprookje niet natuurgetrouw volgt is de vrijheid die je als theatermaker kunt en mag nemen. Helaas is wat er hier gebeurt is wel heel mager en deels niet in lijn met de karakters. De voorstelling moet het dan ook vooral hebben van de goede muziek. Het songmateriaal ligt lekker in het gehoor, en de vertolkers brengen het materiaal goed. Alleen de operaklanken van oma zijn wat mager en ook het accent van de wolf doet zijn zangpartijen geen goed.
De productie heeft met Maud als Roodkapje een stuntcasting toegepast. Ze brengt het er goed van af; de liedjes zingt ze goed, en wat er in deze rol te acteren valt is zeker voldoende. Orgelman Olivier speelt mooi naturel en zingt erg goed. Roy van den Akker is als jager Benjamin quasi-stoer, en heeft een hoog vertederend gehalte. De rollen van moeder (Ester van Santen) en oma (Wilma Janmaat) zijn vrij klein, maar worden degelijk neergezet. Het sterkste optreden is dat van Tina de wolf, gespeeld door Sandra Dijkstra. Als deze dominante wolvin op de planken staat weet ze onmiddellijk de aandacht op zich te vestigen. Iemand om niet van te houden, en dat is natuurlijk precies de bedoeling als je de slechterik bent. Binnen de vertolkingen van de rollen valt er één in negatieve zin op, die van Gerrit de Wolf. De vertolking is ergerlijk te groots, op alle vlakken te veel van het goede. Hij schmiert te veel, en ook zijn loser-zijn wordt te veel aangezet. Het aangezette spraakgebrek heeft als onwelkome bijkomstigheid dat kinderen domheid en een spraakgebrek met elkaar gaan associëren. Daar waar hij echter samen speelt met wolvin Tina is het ineens wel leuk; die interactie werkt erg goed.
Een ander dieptepunt is het decor. Het draaiende decor, wat drie locaties kan uitbeelden, ziet er uit alsof ze dà³à³r in plaats van voor de doelgroep is gemaakt. Het bakkershuisje, waar Roodkapje woont, en het interieur van oma ogen zeer amateuristisch, alleen de grot waar de wolven wonen, het kleinste van de drie, ziet er wel goed uit.
De kostuums zijn in orde, zonder echt te verbazen. Eén uitzondering: de jagerszoon is een hunk, populair bij de vrouwen en verzot op zijn uiterlijk, inclusief achterwerk. Dan verwacht je dat hij er ook “lekker” uitziet, en niet zo hobbezakkerig als in dit kostuum.
Het sterke punt van Roodkapje zit vooral in de muziek. Qua muziekstijl had het ook een volgende Studio 100 sprookjesmusical geweest kunnen zijn. Eenvoudige, goed in het gehoor liggende songs, weliswaar met weinig bijzondere teksten, die de sfeer prima bepalen. Erg fijn dat deze op CD verkrijgbaar is.
Van Hoorne presenteert zich zelf als een jong bedrijf dat weet wat het publiek wil zien. Afgaand op deze Roodkapje wil ik ze meegeven dat het publiek ook uit volwassenen bestaat, die betalen voor de kaartjes. Voorn hen is Roodkapje wat mager. Een wat professioneler ogend decor zou daarvoor al wonderen doen, alsmede ook wat toevoegingen die ook voor volwassenen leuk zijn. Dat zou met name het geschmier van de wolf wat draaglijker hebben gemaakt.
Roodkapje is een aardige kindervoorstelling waaraan de doelgroep vast anderhalf uur plezier beleeft. Het valt echter te hopen dat het ook een vroege voorstelling is in een opbouwende reeks sprookjesmusicals. Want er zijn wel wat kansen gemist en planken misgeslagen.