Recensie

Rotterdamse nostalgie in Ketelbinkie

Hofplein's Ketelbinkie ademt vooral Rotterdamse nostalgie uit, waarin een Rotterdamse (muziek)kroeg, een ketelbinkie, en zijn springerige zus centraal staan.

Jeugdhelden uit jeugdboeken. In de bestsellerslijst komen ze niet meer voor, maar namen als Dik Trom, Ciske de Rat of Kruimeltje zullen slechts weinigen niet bekend voorkomen. Misschien wel door de recente musicals. Kruimeltje werd door Hofplein al zo’n 20 jaar geleden tot musical bewerkt, voordat er het enige jaren terug (ontdaan van de Rotterdamse roots) in de Efteling opnieuw een voorstelling van werd gemaakt. Maar Hofplein heeft een nieuw koon gevonden, te weten Ketelbinkie.
Vlak na de oorlog verscheen een trilogie met verhalen rond Jan van Leeuwen, die als Ketelbinkie het water op gaat. De musical heeft aandacht voor het eerste verhaal, maar vertelt nog veel meer. En natuurlijk komt ook het lied met dezelfde titel (al kent vrijwel iedereen het als “Toen wij van Rotterdam vertrokken”) terug in deze voorstelling. Het is één van een aantal Rotterdamse klassiekers die in de show te horen is.
Ketelbinkie is vooral een nostalgische terugblik. Niet dat die tijd in alles zo prettig was. De vader van Jan is vergaan, hij en zijn zus hebben geen thuis en de kroegbaas dreigt zijn café uit te worden gezet als hij een kleine betalingsachterstand heeft. Schuldeiseres is tevens eigenaresse van de rederij. Maar toch is straalt het warmte uit. De tuttige kleding en omgangsvormen, de dansen, de kleding, de scheepvaartberichten op de radio en de film.
In de voorstelling maken we kennis met Jaap en Bep, ze hebben een kroeg waarin wordt gedanst, zijn enthousiast, maar hebben wat ook financiële problemen. We zien een hoogzwanger vrouw, die niet 1 maar 2 kinderen baart. Jan, en zijn zusje Marietje. Op dat moment krijgt ze bezoek, en wordt haar verteld dat haar man is overleden.
Een aantal jaren later blijkt Jan ook naar zee te willen, maar zijn moeder ziet dat niet echt zitten. Zeeman blonde Arie krijgt het toch voor elkaar dat hij dat mag doen, op de schuit waarmee hij net was teruggekeerd. Want als Jan naar zee gaat, kunnen moeder en dochter van het voorschot in een huis gaan wonen. Dat staat natuurlijk vlakbij het café van Jaap en Bep Maar voordat Jan kan aanmonsteren beleeft hij eerst nog een avontuur in de haven, als ze toevallig met een diefstal in de haven in aanraking raken. De boosdoener, Hendrik, de jonge zoon van de reder Knijpinga, en zijn hulpje Geepie, worden gepakt. Jan ontsnapt met twee maten, maar komt zo in een los bootje terecht dat richting zee drijft. Zus Marietje ontsnapt spectaculair via een hijskraan.

Waar andere Hofplein producties snel met het verhaal beginnen, start het echte verhaal van Ketelbinkie hier eigenlijk pas na de pauze, als Jan als ketelbinkie met een ketel de bemanning voorziet van koffie. Zijn directe baas, de kok, is een enorme hufter, en de hielenlikker die altijd rond de kok rondhangt, ene van Gammeren, is geen haar beter. Gelukkig is de bootsman vriendelijker, en hij weet Jan dan ook regelmatig te redden. Maar niet alleen is het tweetal onvriendelijk, ze hebben ook nog eens smerig plannen.

Wie de relatie nog niet had gelegd komt er in de loop van de musical wel achter dat de naam Jaap, de café-eigenaar, niet toevallig is gekozen. Kernlied van de voorstelling is ‘Diep in mijn hart’ en daarnaast zijn ook ‘Dat kan alleen in Rotterdam’ en ‘Japie de portier’ (in een hilarisch kostuum) te horen en is er een verwijzing naar het Feyenoord-clublied ‘Hand in hand’. Allen liedjes van Jaap Valkhoff.
Ketelbinkie wordt gespeeld met een viermans live-orkest, wat in deze setting goed tot zijn recht komt en af en toe ook uit hun ‘hok’ komt. Meest opvallende verschijning daarbij is Thomas Hengeveld, die als oom Jan een buitengewoon charmante Rotterdamse gangmaker is. De cast wordt verder geleid door acteur Pim van Alten, die de vriendelijke Jaap en de onvriendelijke kok speelt. De jongeren van Hofplein zetten verder een degelijke voorstelling neer, waarbij zeker de jeugdrollen goed worden gespeeld. Lola van Duijl, die als Bep het nummer Ali Cyaankali brengt is een bijzondere vermelding waard, en zeker ook Ilana Volwerk als de arrogante, nare mevrouw Knijpinga. Nergens wordt het, ondanks de grote cast, rommelig, en de dansjes die er zijn komen goed over. Het decor, dat afwisselend het café en de boot toont is praktisch, en heeft een paar leuke details. De effecten zijn goed. Als iedereen op het podium staat is wat meer licht wel wenselijk.

Ketelbinkie is een voorstelling, die bij echte Rotterdammers het bloed sneller zal doen stromen. Wie minder binding heeft met de stad heeft vooral in de tweede akte een spannend verhaal (en misschien dat oom Jan je toch nog een beetje een Rotterdam-hart geeft).

Ketelbinkie is not tot en met 5 mei te zien in het Hofplein theater. De voorstelling wordt gespeeld door twee verschillende casts, waarbij Pim van Alten en het orkest met Thomas Hengeveld altijd te zien is. Wij zagen cast A.

02 March 2013
Première
Rotterdam
Hofplein Theater
http://www.hofpleinrotterdam.nl
ketelbinkie, pim van alten, nostalige, recensie, hofplein rotterdam

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen