Erg veel tijd om deze solo’s in elkaar te zetten is er niet geweest. Toch valt dat niet op als je de studenten aan het werk ziet. Alle vier weten ze hun sterke punt of punten naar voren te brengen, en alle vier de presentaties zijn elk weer op eigen wijze boeiend. In deze wat kleinere zaal met intiemere sfeer geniet het publiek. Als de voorstelling begint zitten ze alle vier nog op het podium, evenals pianist en manusje van alles Hans Grotenbreg. Dan verlaten er drie het podium en blijft er één liggend op de vleugel achter….
De koffer in - Eva Doornewaard
Eva heeft met “De koffer in” conceptueel de mooiste presentatie. Als marktverkoopster van tweedehands koffers prijst ze haar koopwaar aan. Elke keer als ze de koffer opent - er zijn er drie - verandert ze in de vorige eigenaar. Ze toont hiermee haar talent om verschillende karakters goed neer te zetten. Qua zang is ze niet de sterkste, en het gekozen repertoire gaat over haar grenzen. Ook de power-versie van het nummer Terug naar af is niet de meest geslaagde keuze, omdat het hierdoor een stukje breekbaarheid verliest. En zo verandert ze van iemand in de sleur van een relatie (15 jaar, hoe hou je het vol), een verlopen diva met rode boa, naar de “eigen” moeder met alzheimer, en steeds tussendoor die kofferverkoopster.
Niet kijken - Joyce Geurtsen
Vloekend en tierend horen we haar al van verre aankomen, terwijl de toneelhulpen het podium volstorten met lege dozen. Joyce Geurtsen komt als een zwerfster het podium op, met plastic Albert Hein tas van de feestdagen. Ze geeft af op de welgestelde lieden, die haar niets geven. Een zwerfkind, aan lager wal geraakt nadat vader overleden was en moeder het allemaal niet meer aan kon. De ziekte van vader, die zijn dochter vraagt om zijn favoriete nummer - euh aria, te zingen. Joyce speelt mooi met woede en breekbaarheid, terwijl ze met dozen een soort hut bouwt. Als er een telefoon uitgaat en ze, na het uittrekken van de zwerverskleding een mantelpakje blijkt te dragen, en afgeeft op de beller dat ze toch niet gestoord wenste te worden tussen 10 en 12 weten we niet meer wat echt waar is. Als de boodschap die ze krijg een onheilstijding over haar moeder blijkt te zijn is het kennelijk toch niet allemaal nep. Joyce heeft een hiermee een fraai staaltje van haar kunnen afgeleverd, waarbij ook nog eens sterk zangwerk nog benadrukt mag worden.
Persona - Dennis Willekens
De clown, de mens en zijn maskers. Dennis komt op als clown. Een clown leeft in het nu en heeft hoop. Deze clown heeft zijn oprechtheid niet. En zo verwijdert hij de schmink, om vervolgens zijn ogen als vrouw op te maken, Twee maskers: een van buiten en een innerlijk. Maskers om jezelf een plezier te doen, of een ander een plezier te doen zodat je zelf er ook weer plezier aan hebt. Een ontmoeting met een vrouw die door het masker heenprikt .
De presentatie van Dennis heeft een poetische inslag, hoewel hij niet schuwt zijn grimas te gebruiken om “als clown” een lach te krijgen. Hij zingt prachtig, en het lukt ‘m zelfs door te zingen terwijl hij zich aan het opmaken is. (wie zegt dat mannen geen twee dingen tegelijk kunnen doen). Dennis speelt ook tijdens de voorstelling mooi met stiltes. Stiltes als het publiek lacht, en stiltes als het publiek geraakt is. Een poetische voorstelling die na een uiteindelijke stilte (alles wat rest is stilte) eindigt met een stuk spel op de trompet. De bedoeling daarvan is mij niet duidelijk.
De ivoren waaier - Fiona Zweegers
Klassieke muziek, een vrouw in japon met waaier. Het plaatje van deze sjieke vrouw uit lang vervlogen tijden klopt totaal niet met het taalgebruik. De woordkeuze is uitermate eufemistisch, maar deze vrouw vertelt toch vooral over sex en geslachtsdelen. Juist de beelden die ze gebruikt werken enorm op de lachspieren. Het verplichte huwelijk met haar Moor “Achmutat” (in hilarische sferen is zo’n woordspelen gewoon leuk), de kruistocht die hij onderneemt, de kuisheidsgordel die al is ontmanteld voordat hij goed en wel weg was. Een beetje plat is het zeker, maar o zo leuk.
Fiona Zweegers is er tevens in geslaagd de voorstelling echt een verrassende draai te geven. Tijdens de voorstelling vond ik het juist zo jammer dat ze haar rode handen niet verborgen had, omdat het zo duidelijk aangaf dat het met een moordpartij zou eindigen, hoogstwaarschijnlijk haar man. Dat gebeurt ook inderdaad, als ze erachter komt dat haar man haar tijdens de kruistocht heeft bedrogen. Ze vertelt smakelijk dat ze veroordeeld is tot de vrouwenliefde. Dan komt haar partner binnen, met een soort plastic poncho en blauwe verf op haar handen: ze zijn zo leuk aan het vingerverven.
Vier totaal verschillende presentaties onder regie van het docententeam (resepctievelijk Alexandra van Marken, Jeroen Phaff, Howard van Dodemont, Dorine Niezing), die alle vier naar meer smaken .