In ‘Vietnam’, naar het verhaal van Minh Vu, maken we kennis met Margot en Freek, een stel dat kinderen opvangt die het moeilijk hebben. De Vietnamese tiener Lien is een van die kinderen. Zij worstelt met het verleden. Aan de hand van een aantekeningenboek van Liens grootvader en met hulp van Margot, Freek en Liens vriendin Sterre, wordt het levensverhaal van Lien en haar familie gereconstrueerd. Dat verhaal kent vele ontberingen. De Vietnamese oorlog heeft diepe sporen achtergelaten. Het land is na de formele beëindiging van de oorlog in 1975 verscheurd en voor velen is de onderdrukking nog niet voorbij. Voor hen is er niet of nauwelijks toekomstperspectief. Begin jaren ’80 neemt Liens grootvader de beslissing dat het zo niet langer kan. Hij bouwt in het geheim een boot van hout en andere materialen, en op een zekere dag vertrekt hij met zijn vrouw en zeven kinderen. Na een kilometers lang gesleep met hun bootje wagen zij de tocht over zee, hopend op een betere toekomst. Het begrip ‘bootvluchteling’ is geboren. Velen zijn hen al voor gegaan en zullen nog volgen, heel vaak met dodelijke afloop. Want de oceaan en zelfgemaakt bootjes gaan doorgaans niet goed samen. Zullen vader en moeder hun doel bereiken en hun kinderen de toekomst kunnen bieden, die zij hen zo gunnen?
‘Vietnam’ geeft inzicht in een oorlog die wij wellicht niet zo goed (meer) kennen, en de enorme gevolgen ervan. De voorstelling maakt tevens duidelijk tot welke beslissingen sociale ongelijkheid en een uiterste onzekere toekomst kunnen leiden. Beslissingen die levensbepalend zijn, enorme ontberingen en risico’s met zich meebrengen maar desondanks toch genomen worden.‘Vietnam’ gaat vervolgens ook over het onderdeel worden van die andere, westerse cultuur, waar de problemen van een heel andere aard zijn. Waar ouders niet worden gepusht te beslissen over leven of dood van hun jonge kinderen om de overlevingskans bij een overtocht te vergroten, maar zich bezig houden met het wegnemen van onmetelijk verdriet bij hun kroost na het kwijtraken van een favoriet knuffeldier. Een cultuur waar ‘ik’ vaak voor de ander gaat en voor elkaar klaarstaan zeker geen vanzelfsprekendheid is. En laat juist dat nodig zijn als je het zwaar hebt en, zoals in het geval van Lien, je weet dat je roots elders liggen - in een land ver weg - maar nog zoveel vragen onbeantwoord zijn.
De cast van vier zet in ‘Vietnam’ een puike prestatie neer. Spel scenes in het heden worden afgewisseld met flashbacks uit het verleden, waarbij acteurs dan even een rol in het Vietnam van begin jaren ‘80 spelen. Freek wordt gespeeld door David van den Tempel. Van den Tempel laat op overtuigende wijze de worsteling zien waar hij als westerling mee kampt. Het is allemaal heel erg dat er kinderen in moeilijkheden verkeren, maar waarom moet zijn lief Margot dat leed allemaal telkens op zich nemen? Freek meent dat het ten koste gaat van hun relatie en maakt haar keuzes belachelijk; zijn verwijzing naar Christus is spottend en voelt ongemakkelijk. Het is met name, of misschien wel louter de liefde voor Margot die hem op de been houdt.
Robin van den Heuvel speelt Margot, een idealiste die in haar spel meer dan geloofwaardig is. De echte reden van haar sociale handelen en karakter komt eerst aan het einde van de voorstelling aan het licht, hetgeen qua spel en zang tot een indrukwekkende ontknoping leidt. Net als Van den Tempel heeft Van den Heuvel een prettig stemgeluid en komt hun samenzang goed tot zijn recht. Het lied waarin Margot en Freek elkaar al dansend weer een beetje weten terug te vinden, is er een van grote schoonheid.
Lien wordt gespeeld door Charlotte Ha, die in haar spel goed laat zien waarom zij met welke vragen over haar afkomst worstelt. Haar Aziatische achtergrond draagt zeker bij aan de geloofwaardigheid van haar performance.
Anne Fleur Du Pré speelt Sterre, de nuchtere en onbezorgde westerse tiener die aanvankelijk geen idee heeft met welke problemen men aan de andere kant van de wereld kan kampen. In het samenspel van Ha en Du Pré zorgen de afwisseling van verdriet en onbezorgdheid voor een mooie balans, terwijl hun samenzang regelmatig sprankelt.
Met een sober maar doeltreffend decor en fraaie belichting en projectie wordt een voor deze voorstelling passende sfeer gecreëerd. Projectiebeelden uit het verleden worden voorzien van commentaar door een voice-over van stemacteurs, waaronder Stanley Burleson.
‘Vietnam’ houdt de mens bij tijd en wijle een behoorlijke spiegel voor, met verwijzing naar actuele thema’s als migratie, maar draaft nergens door. Er zit voldoende ‘lucht’ in de voorstelling. Zo rekent Freek na kennisname van de rijke Vietnamese keuken grappend af met de zure oer Hollandse ‘stimp stamp’ (stamppot) waar hij wel klaar mee is, en dankt hij de bootvluchteling voor deze culinaire rijkdom. In dat licht wordt ook de Vietnamese loempia, die door de familie Minh Vu in Nederland wordt geïntroduceerd, door hem omarmd. Een van de mooiste quotes van de avond komt echter voor rekening van Margot. Op Freeks vraag welke ingrediënten er in de loempia zitten, antwoordt zij: “geschiedenis”. En zo is het.