De voorstelling werd reeds in Frankrijk en Duitsland opgevoerd, en zal binnenkort in Singapore verschijnen. Het stuk weet dus zeker belangstelling te wekken. Bijzonder is dat het orkest vrijwel uitsluitend uit blazers bestaat, waardoor de muziek toch een andere klank krijgt dan een doorsnee musical. Als zodanig is deze voorstelling een mooi einde van een concertreeks ter gelegenheid van het tienjarig jubileum van muziekuitgeverij Beriato, die destijds ook de cd van de voorstelling heeft uitgegeven, zoals werd gezegd ” voor de liefhebbers van de blaasmuziek en de musical.”
Het verhaal speelt aan het begin van de 17e eeuw in een Vlaams dorpje. Hier woont een zwangere vrouw, Elisabeth, met haar dochter Kathalijne. De vrouw is een expert op het gebied van kruiden, en is bij een gedeelte van de bevolking geliefd, en bij een ander deel gevreesd. Ze zou een heks kunnen zijn. Haar man sterft als hij een kruidenboek ophaalt in de grote stad, en hiermee verdwijnt ook de enige getuige die zeker kan zeggen of het kind van hem is, of verwekt is met het Zaad van Satan, en dus een duivelskind is.
Thomas, de zoon van de meier van het dorp, heeft een oogje op de dochter. Anna, die Thomas ook wel ziet zitten, stookt de bevolking tegen haar op en slaagt er in Kathelijne tot heks te laten verklaren en te laten veroordelen tot de brandstapel. De lokale macht, de pastoor en de meier, laat zich meeslepen in de mennerij van het volk. Ook een smeekbede van Thomas richting zijn vader helpt niets.
Enige wat de machthebbers doen is moeder Elisabeth nog eenmaal de gelegenheid geven haar dochter te bezoeken, terwijl zij al met een kap over het hoofd op de brandstapel staat. De van het feest dronken bevolking merkt niets. Tijdens dit bezoek verwisselt ze van plaats met haar dochter, en geeft haar en haar geliefde de gelegenheid te vluchten. De pastoor is onder de indruk van deze opoffering en biedt in een gebed zijn plaats in de hemel aan aan deze vrouw. Als de volgende dag de brandstapel wordt aangestoken heeft de bevolking niets in de gaten.
Op het verhaal zelf is weinig aan te merken. Tijdens deze uitvoering vertelt schrijver Jef Mellemans het verhaal en zouden de nummers verder voor zich spreken. Het hebben van een tekstboekje, die tegen prijs naar goeddunken te krijgen waren, is echter bittere noodzaak. De koorpartijen zijn nauwelijks te verstaan, en, op de ballads na, geldt dat ook voor enkele van de solisten. Met deze teksten komen we op het zwakke punt van deze voorstelling. Misschien hebben Vlamingen een ander beeld van poezie dan Nederlanders, maar ze klinken pretentieus en warrig tegelijk, en zijn veelal nauwelijk te volgen. Een wat toegankelijker tekst had waarschijnlijk ook meer emotie opgeroepen voor de personages, met wie je nu nauwelijks meeleeft.
Onder de solisten een aantal bekende namen, waarvan die van Hilde Norga, die Elisabeth speelde, waarschijnlijk de bekendste is. Ondanks dat ze qua zuiverheid niet helemaal haar dag had, is haar presence zelfs “in concert” weer enorm. Hilde van Wesepoel is haar dochter Katharina, en is met haar zuivere heldere stem 1 van de twee vocale hoogtepunten. Pastoor Marc Meersman is de andere.
Pieter van Nieuwenhuyze vervangt Sam Verhoeven als Thomas en doet dat verdienstelijk, vooral in ‘Wat als jij me laat’, een cliche-duet wat wel erg mooi werd gezongen. De andere vocalen, An Engels, Dirk van de Merlen en Johan Uytterschaut maken minder indruk.
Waar in een gewone musical het orkest als bijzaak wordt ervaren, is het in deze setting prominent aanwezig. En zo zie je wat tijdens een musical normaal verborgen blijft; slagwerkers die tussen de instrumenten rennen bijvoorbeeld of blazers die hun instrument aanpassen. De Muziekkapel van de Belgische Gidsen, met dirigent Jan Cober, weet de dramatische, vaak zware muziek, goed neer te zetten. Het wordt hierin goed ondersteund door het Leuvens Universitair Koor en Vocaal Ensemle Last Minute. Soms heeft de muziek meer weg van een requiem of klassiek concert dan een musical, maar juist die momenten zijn de hoogtepunten van de avond; bombast in optima forma.
Als concert is deze avond geslaagd te noemen. De stemmen zijn in dat geval mooie extra instrumenten. Als meeslepend verhaal kan Zaad van Satan in deze versie, met deze liedteksten me niet bekoren. Terugkijkend was dit een voorstelling die meer geschikt was voor liefhebbers van blaasmuziek, dan voor die van musical.