Waar de meeste producenten in de huidige tijd vooral feel good musicals produceren heeft Bos Producties de moed gehad om voor iets totaal anders te gaan: een grote musical over het leven van Nelson Mandela. Voor producente Inge Bos is er jaren aan voorbereiding aan vooraf gegaan. Theater Carré, 24 oktober, de vooravond van de wintertijd, beleeft de productie zijn wereldpremière.
De voorstelling eindigt bij de vrijlating uit Robbeneiland en de scheiding van zijn vrouw om politieke redenen. Ze begint als de kleine Mandela bij zijn oom gaat leven omdat zijn vader is overleven, In deze eerste scène zien we ook Herdigein, maar wie hij daar precies is is niet duidelijk. De eigenzinnige Mandela groeit op in de geest van Ubuntu, de broederschap, met de normen en waarden van de chief. Ambitieus is hij zeker, Hij belandt op de enige universiteit waar blanken en zwarten samen studeren. Als hij wordt gekozen tot voorzitter van de studentenraad ziet hij hier van af, omdat slechts 25 procent stemde, en hij zich niet gesteund voelt door de meerderheid. Als hem door de rector de keus wordt geboden tussen zijn rol accepteren of verdwijnen kiest hij voor het laatste en vertrekt hij naar Johannesburg. Zo komt hij terecht bij het ANC. De ontwikkelingen in Europa geven het ANC hoop. Churchill vecht voor de rechten tot zelfbestuur van alle volkeren, maar blijkt dit standpunt niet voor Afrika te bedoelen. Als Verwoerd aan de macht komt worden de rechten van niet-blanken steeds verder ingeperkt. Op een gegeven moment ziet Nelson Mandela ook geen heil meer in de vormen van vreedzaam verzet die het ANC tot dan toe heeft voorgestaan. Hij gaat over tot het saboteren van electriciteitscentrales, wordt opgepakt en berecht. De keuze tot bekennen geeft ze de mogelijkheid hun motieven te betogen, en de wereldaandacht te krijgen. Ze worden niet ter dood veroordeeld, maar moeten een levenslange straf uitzitten op Robbeneiland.
In de tweede akte volgen we het verblijf in Robbeneiland en zien dat de speculaties dat de straf niet lang zou duren steeds weer fout blijken te zijn. Tot de gesprekken met De Klerk. De knappe parabel tussen de vrijheidsoorlog van de boeren tegen de Engelsen (waar de boeren door de Engelsen in concentratiekampen werden gestopt) en hun strijd voor gelijke rechten zorgt uiteindelijk voor de vrijheid.
Wat we zien bij andere biografische voorstellingen als Rembrandt en Piaf geldt ook voor deze: er is eigenlijk maar één hoofdpersoon, wat de voorstelling verhaaltechnisch zijn beperkingen geeft. Dat hoeft niet verkeerd uit te pakken, als de bijfiguren in het verhaal zelf niet veel te vertellen hebben. Maar in dit geval is er natuurlijk Winnie Mandela, een kleurrijke dame die veel karakterontwikkeling doormaakt, maar in deze voorstelling wat te weinig tijd krijgt om dit te laten zien. Een keuze die wel begrijpelijk is omdat er in het levensverhaal van Nelson nu al veel is weggelaten (zoals zijn eerste vrouw), maar tegelijkertijd ook is te betreuren, omdat het zo’n mooi contrast geeft tegenover de gevangenschap van Nelson Mandela,
De voorstelling zelf levert een gemengd gevoel op, waarvan de meest prominente is of het wel de juiste keuze is geweest dit stuk als een musical op te voeren. Er wordt namelijk geweldig geacteerd, terwijl er op de muzikale gedeelten wel het één en ander aan te merken valt.
De manier waarop Kenneth Herdigein Nelson Mandela neerzet is fenomenaal. De manier waarop hij zich voortbeweegt, zijn typische manier van praten en de rust die hij uitstraalt is precies zoals we ons Mandela voorstellen. Het publiek leeft met hem mee. Winnie Mandela wordt prachtig neergezet door Sophia Wezer. Een liefdevolle vrouw, die alles voor haar man overheeft. Een vechtster ook, die een van de weinige slachtoffers is van het ‘happy end’. Er is een mooie chemie tussen Herdigein en Wezer.
De donkere kant van het verhaal, de blanke overheersing, wordt fraai gespeeld. Een zeer opvallende verschijning is Marcel Jonker, die de verpersoonlijking is van het kwaad mag spelen als Van Rensburg. Deze bewaker is symbool voor de afrikaner Nasionale Partij en Nazi sympathisant. Hij speelt zijn personage heerlijk onaangenaam, maar weet in zijn samenvatting van een bloedbad gevoel te leggen. Ook Peter Bolhuis vertolkingen van diverse blanke machthebbers zijn prachtig. De griezelige apartheid-architekt Verwoerd, de rechter De Wet, Botha en met name De Klerk zijn allen zeer geloofwaardig.
Maar ook de ANC-kant van het verhaal kent fraaie vertolkingen. Felix Burleson (Sisulu), Raymond Sambo (Tambo), Jeremy Sno (Justice) en Wil van der Meer (de blanke advocaat Bizos) spelen hun rollen met verve. De voorstelling duurt inclusief pauze zo’n drie uur, maar er zijn maar weinig punten waar er wat tijd te besparen valt. Een van die punten is het gesprek met De Klerk, dat wel wat lang duurt voor de informatie die wordt gegeven.