Meerdere steden en dorpen gingen Enschede al voor met bijzondere stukken over de lokale historie, met Almelo als koploper met maar liefst drie van zulke stukken. Met Door Het Stof is de grootste stad van Twente nu eindelijk ook aan de beurt. Ditmaal niet op een van historie druipende buitenlocatie, maar binnen in de twee grote zalen die de stad kent: het Wilminktheater en het Muziekcentrum dat er pal naast ligt. Deze situatie geeft de gelegenheid tot een bijzondere aanpak van de geschiedenis. Je kunt een verhaal vanuit verschillende perspectieven en hun bijbehorende ambiance vertellen, en dat is precies wat er gebeurt bij deze voorstelling, die zich afspeelt op een avond dat de gemoederen hoog oplopen. In het Wilminktheater zien we de familie van textielbaronnen, in een weelderige omgeving vol schilderijen, waar alles voor de hoge heren wordt verzorgd door het personeel. Er is een verlovingsfeest, hoewel de zoon des huizes veel liever met de dochter van een personeelslid omgaat dan met de aanstaande verloofde. Er is een opvolgingskwestie, maar er dreigen ook stakingen, mede veroorzaakt door het tegelijkertijd ontslaan van negen man personeel. En dan komt ook nog priester Ariëns (een bestaande geschiedkundige figuur) om meer rechten vragen. In het muziekcentrum zien we de fabrieksarbeiders in een hal. Het decor is sober, met veel doeken, en elke decorwissel wordt met de hand uitgevoerd. Hier is onrust vanwege de ontslagen, onvrede over het lage loon. Het gezin dat centraal staat is dat van Saar, de geheime liefde van de zoon van de textielbaron. Ze heeft een bijdehante tante, die nogal veel commentaar heeft, en een veel jonger broertje dat in de fabriek werkt. Haar vader is een van de mensen die is ontslagen. Er is nog een fanatieke vakbondsman, die Saar ook wel ziet zitten, maar vooral hart voor zijn zaak heeft, en een arbeider die weet wat er tussen Saar en haar geliefde speelt, en van die kennis zeker gebruik wil maken om er beter van te worden.
Tijdens de presentatie van afgelopen week werd het principe niet alleen verteld, maar ook uitgevoerd. De aanwezigen, spelers, sponsoren, betrokkenen en pers werden, net als straks de bedoeling gaat zijn, in twee groepen verdeeld, en na een inleidend praatje vertrok ieder naar een locatie in een van de theaters voor een lunch. Wie in het Wilminktheater bleef kreeg een chique lunch aan mooi gedekte tafels, de anderen in het Muziektheater een werkmansmaal aan lange sobere tafels op houten banken. Onder het genot van garnalencocktails, wijn en kreeft werd het verhaal toegelicht vanuit het perspectief van de textielbaron. Schrijver Jibbe Willems begon met ene ode aan deze groep mensen, die Enschede veel verder heeft gebracht (via een videoboodschap). Regisseur Daniel van Klaveren vertelt nog wat meer over het verhaal, dat hierboven al kort is beschreven, en het themalied van de voorstelling wordt uitgevoerd door een viertal zangeressen. Joris van Veldhoven licht als decorontwerper het concept verder toe. Bier, droog brood, erwtensoep en iets met appel, deeg en bloedworst. Daarmee moeten de mensen aan de Muziekcentrum kant het doen. Ook hier brengt Jibbe Willems een lofzang, maar dan juist op de arbeidersklasse. Hier vertelt de regisseur van deze akte, Anne de Blok, meer over het stuk. De vier dames zingen het themalied in een rauwer arrangement met een andere tekst, en ook hier is weer een praatje van de decorontwerper. Een kwestie van pech of geluk, waar je terecht kwam? Niet echt, net als je tijdens de uiteindelijke voorstelling in de eerste pauze van zaal wisselt, gebeurde dat hier ook. Je krijgt dus beide perspectieven te zien: het lot bepaalt alleen de volgorde.
Na deze twee aktes is er nog een derde, waarbij het beeld hoe dat gaat uitpakken wat vager werd. Een surrealistische mengeling van heden en verleden, doden en levenden. Dit is in het Muziekcentrum, waar de zitplaatsen dan zijn verdwenen om beide groepen te kunnen herbergen.
De muziek is van Fons Merkies en Laurens ten Dam. Toen ik het voor het eerst hoorden kwamen meteen herinneringen boven aan de geweldige stadsmusical die Amsterdam ooit had: Sjakoo. Een geweldige voorstelling, die helaas te lijden had onder een gebrek aan belangstelling. Van dezelfde componist, en de overeenkomsten komen ook niet uit de lucht vallen. Het is dezelfde rauwe emotie, aldus Fons Merkies. Als de rest van de songs – nog niet alles is geschreven – van dezelfde kwaliteit is mag ik hopen dat er een castalbum beschikbaar komt. En natuurlijk dat de mensen zo verstandig zijn deze voorstelling te gaan zien.
Hoewel het arm van nu misschien niet helemaal te vergelijken is met het arm van toen, willen de makers de voorstelling ook toegankelijk maken voor de mensen die geen kaartje kunnen kopen. Daartoe is er bij een reservering de mogelijkheid om een kaartje te kopen volgens het ‘pay it forward’ principe. Je betaalt dan extra voor je eigen kaartje (maar niet het dubbele), zodat iemand anders die het zich niet kan veroorloven de voorstelling toch kan zien.
Tot slot nog de cast. Tijdens de presentatie hebben ze het script nog niet gezien, dus inhoudelijk vragen stellen heeft weinig zin. Op het affiche staan wel een aantal bekende namen. Ellen Pieters werd alom geroemd voor haar hoofdrol in Onze Jordaan, die inmiddels aan het einde van de speelperiode zit. Laus Steenbeeke is in de regio een bekend gezicht, mede door optredens in veel regionale producties, groot en klein. Of anders misschien van Flodder, ’t Schaep met de Vijf Poten, Klokhuis, of de stem van een regionaal salademerk. Han Oldigs was nog te zien in de Wilmink-kerstproductie ‘Het meisje met de zwavelstokjes’, maar gaat ook al jaren mee (mijn geheugen gaat terug tot ‘Unit 13’ ). Danny Westerweel en Julia Lammerts hebben als Ariëns en Saar de grote uitdaging om in twee aktes tegelijk te spelen, en dus tussendoor van zaal te wisselen. Andere namen die bekend zijn gemaakt zijn Alexander Schuitema, Baleria Bagchus, Fabian Jansen. Laurien van Rijswijk, Remco Sietsema, Jelmer de Groot en Christiaan Schreuder.
Op basis van eerdere stukken door dezelfde makers – ze wonnen ooit een Musicalworld Award - heb ik er zeker vertrouwen in dat ook deze voorstelling weer een pareltje gaat zijn. In juni zal het gaan blijken, als de voorstelling een maand lang zal worden opgevoerd.