Een hoop bekende schrijvers hebben veel succes geboekt met boeken over figuren die niet binnen de lijntjes kleuren, of gewoon ondeugend zijn. Annie MG Schmidt, Roald Dahl, David Walliams zijn er een aantal voorbeelden van, en veel van die verhalen bleken ook goed te werken in het theater. Dat kan ook gezegd worden van deze bewerking van De NEEhoorn. De voorstelling begint met een discussie over de rolverdeling tussen de vier acteurs: Iris Bakker, Daniëlle Deddens, Max Laros en Lucas Schilperoort.
De laatste benoemt zichzelf al snel de NEEhoorn, terwijl Daniëlle Deddens met een wat-reactie de rol van de WATbeer krijgt. Over de rol van prinses ontstaat nog wat meer discussie: Iris Bakker is toch te ….. groot, en waarom eigenlijk geen prins. Maar de WELLES-prinses belandt toch in de handen van Iris, zodat voor Max Laros de rol van KUS-m’n-KONT-hond overblijft. Het publiek wordt aangespoord om vooral te reageren als daarom gevraagd wordt, en die instructie is niet aan dovenmansoren gericht.
Het verhaal begint met de geboorte van de eenhoorn, die we als NEEhoorn zullen leren kennen. Het bijbehorende zoetig liedje met mierzoete tekst is echter niet aan hem besteedt. Zoals zijn naam al aangeeft is de standaardreactie Nee. We hebben dan al een korte verhandeling over eenhoorns die uit een ei komen – zoogdieren die helemaal niet uit eieren komen – nou ja toch voor de helft wel – vraag details later maar aan vader of moeder gehad. Het plezier straalt op dat moment al van het podium af, en dat zal ook niet verdwijnen. Met name bij de zaalreacties zie je ze stralen. De NEEhoorn gaat op zoek naar nergens, en ontmoet zo dus de andere personages: de wasbeer die standaard reageert met wat, de onverschillige hond en de prinses die denkt altijd gelijk te hebben. Maar hun reis naar Nergens brengt het uiteindelijk toch dichter bij elkaar, vooral als ze allemaal afzonderlijk een angstig moment ervaren – momenten die voor de wat jongere bezoekers wel spannend kunnen zijn. Niet iedereen in de zaal lijkt de aanbevolen leeftijd 7+ te hebben. Formeel heeft de voorstelling ‘geen moraal’, maar de goede verstaander krijgt af en toe toch best een boodschap mee.
De voorstelling straalt op alle fronten speelsheid uit, zowel in het verhaal zelf als in de uitvoering ervan. Het abstracte decor wordt in een intermezzo met een schaalmodel ontleedt. En als de toren – een van de grotere decorstukken – gedraaid is, en deze wat later in de voorstelling door de personages voor allerlei andere dingen wordt aangezien, wordt naar de scène terugverwezen. “We hebben er ook drie rondjes om gelopen.” Ook tegen het continue gebruik van rijm wordt op een gegeven moment geageerd. Voor mij ook juist op tijd: het ging me inderdaad storen. Dat de voorstelling wat in herhaling valt en gevoelsmatig best wat korter had gekund, lijkt meer mijn ervaring dan die van de kinderen om me heen.
De cast heeft er duidelijk lol in, vertolkt de rollen dus met een dubbel laagje en zingt uitstekend. Lucas Schilperoort speelt in de titelrol goed met het publiek. Dat de reacties uit de zaal lang niet altijd eenduidig zijn is dan weer de kracht van zijn medespelers. Daniëlle Deddens en Iris Bakker zijn mooie tegenpolen, de een meer denkt meer, de ander zegt meer. Max Laros had al iets ongrijpbaar charmants toen ik hem als jonge knul zag in de geweldige jeugdmusical ‘Icarus’, en dat is niet verdwenen. Grappig: in die voorstelling was ook ene Iris Bakker indrukwekkend aanwezig.
De songs van Bart Rijnink zijn aanstekelijk, hoewel niet heel memorabel. Hoogtepunt is het afsluitende “Grille Geit”, dat voorzien wordt van een boyband dansje. In het rapstukje herkent deze ‘oudere jongere’ wel wat leentjebuur uit “Oops upside your head”. Kinderen in de zaal doen enthousiast mee, en uiteindelijk krijgen ook nog andere songs uit de voorstelling een reprise.
De NEEhoorn doet het als voorstelling uitstekend bij het jonge publiek, maar voor de volwassene valt er ook genoeg te genieten. Meedoen is dan misschien een stap te ver, maar de voorstelling tovert ook bij hen regelmatig een lach op het gezicht. Een prima voorstelling dus om met het gezin te bezoeken.
Scènefoto’s: Anne van Zantwijk