Het lijkt voor de musical wel de periode van de concerten. Eerst zijn in de Ziggo Dome Disney in Concert (met een behoorlijk aantal musicalvocalisten) en Musicals in Concert te zien en te beluisteren, en van die laatste was dan ook weer een spin-off in Breda te zien op kleinere schaal. En nog kleinschaliger zijn de concerten in bijvoorbeeld M-lab en Delamar. In dat rijtje kunnen we ook dit concert plaatsen van het Rotterdams Philharmonisch orkest, waarin musical- en operanummers gezongen worden door vocalisten uit deze zelfde genres. Voordeel is dat dit concert wordt gespeeld in De Doelen, een ruimte met een prachtige akoestiek, zodat het geluid van dit immens grote orkest volledig tot zijn recht komt. Betreurenswaardig is dat niet geldt voor alle stemmen: vooral in de eerste akte is lang niet alles even goed verstaanbaar.
De titel van de voorstelling dekt de inhoud: er is een selectie gemaakt uit fragmenten uit musical- en opera, met de nadruk toch vooral op musical, en ook zijn er wat uitstapjes naar operette met Candide en Die Lustige Witwe. Uit de opera komen Henk Neven en Karin Strobos. Uit de musical zijn Simone Kleinsma, Linda Wagenmakers en Terence van der Loo vertegenwoordigd, alsmede het zangensemble bestaand uit muziektheater studenten van de Rotterdamse opleiding Codarts. Wat opvalt is dat de operazangers makkelijker boven de muziek te horen zijn. Met name Terence van der Loo in zijn opening ‘Oh, what a beautiful morning’, enkele solisten in het door Codarts-studenten uitgevoerde ‘Oklahoma’, maar ook Simone Kleinsma in het breekbare ‘Send in the Clowns’ zijn dat niet altijd, iets wat met een andere geluidsbalans toch op te lossen moet zijn. Dat blijkt ook wel in de tweede akte, als het grotendeels lijkt te zijn opgelost. Alleen bij de finale, als er extra solisten tussen de hoofdcast staan, gaat het weer mis, en dreigt het prachtige concert door een disbalans in de stemmen een rommelig slotakkoord te krijgen. Dat wordt gelukkig weer volledig hersteld tijdens de toegiften. Simone Kleinsma is weer even Norma Desmond in ‘Alsof ik nooit meer weg zal gaan’ uit Sunset Boulevard en met het gezamenlijke ‘Sunrise sunset’ uit Fiddler on the roof wordt het concert toch nog schitterend afgesloten.
Het orkest heeft de ereplaats en terecht. Er wordt geweldig gespeeld, en het is een genot om te kijken naar bijvoorbeeld de enorme strijkerssectie: om de strijkstokken min of meer synchroon te zien bewegen, of de slagwerksessie in actie te zien komen, wetend dat er een daverende klapper aankomt. Halverwege de eerste akte, als tijdens de ouverture uit Candide niet wordt gezongen en alle aandacht op het orkest is gevestigd, valt extra op hoe energiek dirigent Hans Leenders beweegt. Zijn enthousiasme doet denken aan Mickey Mouse in De tovenaarsleerling. Het maakt dat het naast prachtig om te horen, ook leuk blijft om naar te kijken. Het niet schuwen van een beetje theater maakt ook dat Karin Strijbos de ster van de avond wordt. Als ze tijdens ‘Ah! Quel Diner’ als een dronken tor tussen het orkest opkomt, en tijdens het met dubbele tong vertolken van het lied en passant ook nog de dirigent en eerste violist lastigvalt, en daarna ook nog ‘gàªnant afgaat’ krijgt ze terecht een oorverdovend applaus. Als wat later Linda Wagenmakers dankzij haar hoge hakken en lange jurk assistentie nodig heeft om een trapje op te komen gaan de gedachten automatisch even terug naar dit hilarische hoogtepunt uit de show.
Er zijn meerdere komische momenten, zoals ‘Anything you can do’ (uit Annie get your gun), maar het merendeel valt toch in de categorie serieus. Meest verrassende keuze uit het musicalrepertoire is Kiss of the Spider woman, in het Nederlands gezongen door Simone Kleinsma, dat met zo’n vol geluid zorgt voor rillingen over het hele lijf. Minder verbazing is er bij de keuze voor een flink blok uit The Phantom of the Opera, een nummer uit Bernstein’s West Side Story (‘Something’s coming’) of ‘Summertime’ van Gershwin. Musicals de laatste decennia zijn niet vertegenwoordigd: de klassieke des te meer (Oklahoma, Carousel, Fiddler on the Roof). Het operagedeelte bevat veel Rossini, maar ook bijvoorbeeld Mozart ontbreekt niet.
Merkwaardig zijn de applausmomenten; soms wordt er doorgespeeld, een enkele keer lijkt het publieksapplaus in de muziek in te breken (na ‘Summertime’), en soms zijn er duidelijk ingeplande stiltes. De verschillende theaterculturen in de zaal zijn een enkele keer terug te horen als een applaus wordt ingezet als de zang is gestopt en de muziek nog niet, en aanzwelt als ook het orkest de laatste noot heeft gespeeld. Bij klassieke concerten wacht je met klappen tot de laatste noot gespeeld is.
The Best of Musical & Opera smaakt naar meer, en mag zeker op herhaling. Hopelijk is de instelling van de microfoons dan wel wat beter (dat geldt natuurlijk ook al voor het tweede concert dat vanavond wordt gegeven). Ondanks dat het enige zwakke vocale optreden in dit concert het gezamenlijke ‘One day more’ was, zou het toch wel leuk zijn om wat meer kruisbestuiving te zien tussen de zangers uit de twee disciplines. Gezien het succes van ‘Ah! Quel Diner’ kan er misschien ook nog wel wat meer theater in. En om het verlanglijstje compleet te maken: misschien ook nog wat muziek van recentere datum. Maar ook als niets van dit lijstje wordt ingewilligd, blijft het een geweldig initiatief dat een vervolg verdient. Wie nog de gelegenheid heeft vanavond: ga en geniet.