Regionale producties zijn een zeldzaamheid, zeker in de Noordelijke provincies, en zeker ook met een cast die zo veel professionals kent. De beslissing om de musical Bonifatius, oorspronkelijk gemaakt in Fulda, waar het Bonifatiusklooster staat, naar Dokkum te halen is te prijzen. Uiteraard is deze productie behoorlijk aangepast aan een Nederlands publiek en de locatie, en ligt de focus op de Friese episode. Syb van der Ploeg van de Kast, die deel uitmaakt van de cast, schreef een nieuw nummer voor de musical, en andere nummers verdwenen. Na het succes van die eerste speelperiode (die tevens een nomatie voor de Musicalworld Award voor beste kortlopende productie opleverde) is de musical nu dus terug, grotendeels met dezelfde spelers, maar ook met een drietal nieuwe namen.
Bonifatius de musical is een combinatie van feiten en fictie. We zien aan het begin van de voorstelling de acteurs, die de rollen die ze spelen zelf voorstellen en die vervolgens samen de inleiding van het verhaal doen. Als Milan van Weelden in zijn rol wat al te enthousiast bezig is, wordt hij dan ook als Milan door zijn collega’s tot bedaren gebracht.
We ontmoeten Bonifatius als de abt van zijn abdij (in Engeland) is overleden, en hij de aangewezen persoon is om hem op te volgen. Maar hij wil niet, en terwijl iedereen op hem had gestemd, stemt Bonifatius voor zijn jonge leerling Sturmius om abt te worden. Aangezien de benoeming unaniem moet zijn, komt hij onder de benoeming uit. Hij wil de wijde wereld in, in de voetsporen van Jezus mensen bekeren, en gaat dit ook doen, met toestemming van de bisschop van Utrecht. Ondertussen is het heibel aan het bisschoppelijke hof in Keulen. Deze bisschop neemt het niet zo nauw met het celibaat, en heeft de dochter van een Friese druïde bezwangerd. Zij is als goodwill, of deel van belastingen, daar in een klooster belandt. Deze ‘onbevlekte ontvangenis’ kan natuurlijk niet, en als ze weigert het kind weg te snijden wordt ze buitengesmeten. Terug in haar dorp wordt ze ook daar verstoten.
Dan ontmoet ze Bonifatius en Sturmius, die haar verhaal maar moeilijk kunnen geloven. Vooral Sturmius heeft een ideaal beeld van de kerk, en een rotsvast geloof. Als ze verhaal gaan halen in Keulen worden ze niet geloofd, maar Bonifatius twijfelt. Ook bij de bisschop van Utrecht, verantwoordelijk voor het Friese gebied, krijgen ze nul op het rekest. Dan komt Lioba, dol op Bonifatius op meerdere manieren, met een gewaagd plan…
De voorstelling is een slow-starter, mede omdat de setting duidelijk moet worden gemaakt. Het duurt bijna een kwartier voordat het eerste lied klinkt, en daarna komt de vaart er ook echt in. Waar het in eerste instantie toch richting een gespeelde geschiedenisles lijkt te gaan wordt het toch een echte show, waarin ook het (amateur) ensemble een belangrijke rol heeft in de grote nummers. In Keulen bijvoorbeeld, als de bisschop zich vergrijpt aan de nonnen, die er dan ook uitdagend uitzien. Maar ook aan het onherroepelijke einde, als ze met fakkels het duister verlichten.
De cast is voortreffelijk en de vervangers doen het uitstekend. Richard Spijkers heeft een aangenaam stemgeluid, en is geloofwaardig als de ‘heilige’ Bonifatius, die zijn emoties onder controle heeft, en niet naar zijn omgeving laat blijken. Wouter Braaf blijft het hele stuk ontwapenend als Sturmius. Eerst door zijn rotsvaste geloof in de kerk, later ook door de emoties richting Alrun. De Gregoriaanse hoge noten, die hij aan het begin en einde laat horen zijn indrukwekkend mooi.
Theun Plantinga is sterk in komische rollen, al dan niet met een karikaturaal kantje. Als bisschop van Keulen geniet hij zichtbaar van het gebodene, en moet je je als publiek nog inhouden om hem niet weg te boe-en. Maar het hoogtepunt is de comedy-act die ontstaat als Lioba in de tweede akte haar plannetje uitvoert. Milan van Weelden imponeert als je hem ziet, of hoort, en zeker als beiden worden gecombineerd. Als de brute bissschopsassistent Sidonius komt dit goed van pas, en als Friese koning Redbad snap je wel dat met hem niet valt te spotten. Met Syb van der Ploeg als druïde hebben we minder een klik, wat grotendeels komt omdat we niet kunnen verstaan.
De drie nieuwe castleden doen het ook prima. Liss Walravens speelt een prachtige Alrun, eerst ontgoocheld door de kerk, daarna door haar vader verstoten. Lioba krijgt in de musical niet veel kans wat van zich te laten zien, maar Maike Boerdam haalt er het beste uit. Natuurlijk klinkt ze weer als een klok. Bert Simhoffer speelt een aantal kleine rollen, waarvan die van paus de meest komische is. Een rol, waar, in samenspel met zijn hofhouding, de optimale lach uit wordt gehaald.
Er is gekozen om de voorstelling van twee jaar terug niet één op één te kopiëren, hoewel het overgrote deel wel herkenbaar zijn gebleven. Dit komt uiteraard deels door de inbreng van de drie nieuwe hoofdrolspelers, die weer hun eigen inbreng hebben, maar ook omdat de verstreken tijd soms nieuwe inzichten geeft. Eén van de fraaie nieuwe momenten is het moment dat Alrun de staf van Bonifatius in haar handen gedrukt krijgt (om even vast te houden). Ze behandelt deze alsof het vergif is, en doet haar uiterste best deze niet echt vast te houden.
De voorstelling is voor een klein gedeelte in het Fries. De druïde spreekt en zingt allen Fries. Voor een niet-Fries zijn deze teksten grotendeels niet te verstaan. Wat er gezegd wordt wordt wel duidelijk door spel, intonatie en situatie (althans, laten we aannemen dat dat zo is). In ieder geval hoeft dat een ‘buitenstaander’ niet te weerhouden de voorstelling te gaan zien.
In de musical is Bonifatius een heilige, die steeds voor het goede kiest, en niet valt voor de verleiding. Dat dit beeld wat genuanceerder ligt (en in zijn enthousiasme mensen te bekeren verder ging dan dat we heden ten dage acceptabel vinden) wordt aan het eind van de voorstelling nog wel genoemd, net als dat de ontknoping van deze musical is zoals het gegaan zou kunnen zijn. Het geeft je achteraf nog stof tot nadenken.
Bonifatius is nog tot en met 12 juni te zijn in de Bonifatiuskapel in Dokkum. Begintijd 21.15. De voorstelling heeft vrije zitplaatsen, dus vroeg komen voor een goede plek is aan te raden. Net als het meenemen van een zitkussentje, en (afhankelijk van het weer, nu zijn de avonden nog heel koud) warme kleding.