Twee en een half jaar geleden was de première van het bijzonder fraaie en intrigerende ‘In Bed met Dietrich en Piaf’, nu is het drietal acteurs terug met ‘Callas Onassis Kennedy’. Wederom gaat het dus om feiten en fictie rond wereldberoemde personen. Deze nieuwe voorstelling boeit vooral in de tweede akte.
Het verhaal wordt verteld op twee locaties. In de eerste akte is dat de filmset van Medea in een woestijn in Turkije. Het is 1969, en Maria Callas is gestopt met zingen. Pier Paolo Pasolini heeft haar overgehaald de rol van Medea te spelen in zijn nieuwe film. De gerenommeerde regisseur is controversieel, wat deels te maken heeft met zijn communistische standpunten en deels met zijn geaardheid. Callas heeft moeite met de rol van Medea. Bij haar wraak kan ze zich van alles voorstellen, maar het vermoorden van je kinderen is toch echt een stap te ver. Pasolini belooft haar het einde te veranderen. Pasolini’s moeder ziet het met lede ogen aan. Als er uit Italië allerlei berichten komen over seksueel misbruik van haar zoon vindt zij dat hij een gewone film moet maken, en ze is niet vies van wat manipulatie om dat voor elkaar te krijgen. In de tweede akte is de plaats van handeling het dek van het miljoenenjacht van Onassis, enkele jaren later. De scheepsmagnaat lijdt aan een spierziekte en het gemis van zijn overleden zoon, en ontspant er met zijn vrouw Jackie, die vooral in het Witte Huis-verleden lijkt te leven. Dan verschijnt Maria Callas er met een (nogal verlaat) huwelijkscadeau.
De rol van Maria Callas wordt gespeeld door Frédérique Sluyterman van Loo. Ze speelt haar als een krachtige vrouw, die ook eenzaam en gekwetst is. Pasolini en Onassis worden gespeeld door Ger Otte, die ook de partijen achter de vleugel voor zijn rekening neemt. Vooral de rol van Onassis is sterk: een man die met geld alles kan krijgen en zijn vrouwen ook als zodanig behandeld. Irene Kuiper is Pasolini’s moeder en Jackie. De ene erg betrokken bij haar zoon, de ander leeft in een andere wereld. Hoewel haar acteerwerk beperkt blijft tot het verzorgen van Onassis direct na de pauze heeft celliste Marieke van der Heyden een belangrijke rol in de sfeer van de voorstelling, waarin muziek natuurlijk een belangrijke rol speelt. De stem van Callas horen we vanaf band, maar de voorstelling zelf kent zowel originele nummers als bestaand klassiek werk.
Bijzonder is het hedendaagse tintje die de voorstelling heeft gekregen. Er wordt al snel geklaagd over het 3g netwerk en het nieuws komt via internet binnen. De verwijzingen naar klassieke Griekse verhalen (naast Medea voor Callas is er een voor Onassis een duidelijke parabel met Deadalus en Icarus) is met twee Grieken (Naast Onassis komt ook Callas uit Griekenland) passend.
Hoewel er in de tweede akte soms mooi wordt teruggegrepen op de eerste, voelt de eerste toch niet helemaal passend. Niet alleen missen we twee van de drie titelpersonages, maar is de derde gevoelsmatig ook niet de hoofdpersoon. Het lijkt hier toch vooral om Pasolini te draaien, wat het allemaal niet erg urgent maakt. Daarom voelt deze wat langdradig aan. Wat ook niet helpt is dat de samenzang niet optimaal is en de liedjes waar ze met z’n drieën zingen daardoor niet erg beklijven. Na de pauze voelt zodoende ook als een rehabilitatie.
Maria Callas Onassis weet dus vooral in de tweede akte te boeien. Naar het einde toe is er nog een aardig Droste-effect, en de ontknoping doet je je toch afvragen. Zou dit echt zo zijn gebeurd?
Foto’s: Willem Sluyterman van Loo