Dat je je als acteur voorbereidt op je rol is natuurlijk logisch. Toch heeft Koen van Dijk (regisseur) er bij de cast op gehamerd om juist niet naar de oude afleveringen te gaan kijken. Dit biedt de cast de mogelijkheid om haar stempel op de rol te drukken, iets eigens van te maken. Uiteraard liggen hier wel bepaalde grenzen aan. Zo wilde Manon Novak bij het Musical Awards Gala aan het eind van het refrein (“dan doe ik dit en alle staat stil”) met haar vingers knippen. Deze beweging is echter zo Tika, dat dit de handenklap moet blijven.
Manon speelt in deze musical haar eerste hoofdrol. Alle verhaallijnen draaien rond haar avontuur, en ze zal dus vrijwel continu op het podium staan.
“Vroeger ging ik een script door met een marker en dan had ik: Owh, weer geen scene; Owh hier heb een zin. Ah, ensemblelied. En hier was het gewoon aan één stuk door met die pen.”
Manon zal van Tika een wat pittiger meisje maken dan ze was in de televisieserie. Toch blijft ze een dromer en droomt met haar 116 jaar van de wijde wereld; aan dromen over jongens is ze overigens nog niet toe.
Manon is iemand die veel druk op zichzelf legt. Ging ze vastberaden richting auditie en was ze vreselijk blij met de rol; een paar dagen later kwamen de zenuwen; ze realiseert zich dat ze het nu ook echt moet waarmaken. Zenuwen die waarschijnlijk bij de premiere weer zullen opborrelen. In de tussentijd verheugt ze zich op de repetities. Het is de eerste keer dat ze in een totaal nieuwe voorstelling staat, dus met hoe dat precies zal gaan heeft ze geen ervaring. Maar zelfs in Mamma Mia was er nog wal wat ruimte voor je eigen invulling.
Anne-Mieke Ruyten speelt de slechterik Grobelia. Ze wil de macht letterlijk in handen krijgen en de enige die dat kan is TiTa. Ze zal dus haar uiterste best doen om dat op het astrologisch beste moment voor elkaar te krijgen. En ondertussen gebruikt ze de Grobbedalers als personeel om dit allemaal voor elkaar te krijgen.
Ze vind het heerlijk om een “slechte” rol te spelen; op jou wordt namelijk het meest gereageerd. En dan spreekt ze uit ervaring: “De eerste keer was voor mij in Sneeuwwitje van Studio 100. Ik schrok me kapot die eerste keer. Op den duur leer je daar een beetje mee spelen en dat is heel leuk om wat mee te doen.”. één ding is zeker: Grobelia krijgt zeker humor. Eendimensionaal slecht is ook niet te pruimen. En de voorstelling moet een feest worden.
Voor velen van de cast geldt het niet, maar Annemieke van de generatie die TiTaTovenaar wel bewust heeft meegekregen. Ze herinnert zich het verstrooide van Ton Lensink; “en ik was hardstikke jaloers op het haar van Tika”. Omdat Grobelia haar niet meer voor de geest stond heeft ze voor de auditie wat DVD’s bekeken. Een iets te goede voorbereiding, gezien de wens van de regisseur er zo veel mogelijk eigen rollen van te maken. En terloops is ze alsnog een illusie armer geworden; het haar van Tika was gewoon een pruik.
Annemieke is TiTaTovenaar eigenlijk ingerold. Ze is door Albert Verlinde gevraagd om auditie te doen voor deze rol. Om te kijken hoe het samenspel zou zijn met Erik Brey. Belangrijk, want Grobelia zet namelijk alle middelen in om haar doel te bereiken en zal proberen TiTaTovenaar te versieren. Ze wordt hierin ook nog eens sterk aangemoedigd door haar moeder.
Optreden in de Efteling ziet ze wel zitten. De Anton Pieck stijl die overal is doorgevoerd is prachtig. En nu natuurlijk elke ochtend warming up in de Python.
Rop Verheijen is van zijn glansrol in de Zevensprong eigenlijk doorgerold naar TiTaTovenaar. Koen van Dijk, die ook de Zevensprong regisseerde, zag hem wel een goede Kwark. En na een tijdje is hij door V&V benaderd voor een auditie. Met vertrouwde figuren als Koen en choreografe Wilma Hornstra zal hij het wel enorm zitten. Hoewel hij van meerdere rollen in de Zevensprong nu teruggaat naar een is het er wel eentje die wat meer gewicht heef en die een ontwikkeling doormaakt. Dat maakt deze nieuwe rol interessant.
Over die rol: Kwark is iemand uit de mensenwereld die heel graag toveren wil leren, maar in zijn enthousiasme heel veel fout doet. Zijn fouten zorgen ervoor dat hij en Tika op het slechte pad komen en de wijde wereld in gaan. Hij is een jonge hond die overal doorheensjeest.
Rop staat voor het eerst in een vast theater. Eén voordeel ziet hij alvast. Je hoeft niet allesop te ruimen (“voor bezorgd Eftelingpersoneel: ik neem aan dat het hier om de spullen op het podium gaat en niet om de rotzooi in de kleedkamers. red). Bovendien ziet hij het erg zitten om in de Efteling te staan. Als kind ging hij er elk jaar naartoe en nog steeds gaat hij wel regelmatig. De warming-up in de achtbanen ziet ook hij wel erg zitten.
Voor zijn rol moet hij zo kundig tapdansen dat het snoepjes regent. Dat vereist enige oefening. Al vier maanden wordt hij daarin getraind door Marijke de Braal en zo klaargestoomd voor de rol. “Terwijl iedereen op het strand lag stond ik te zwoegen in een studiootje.”
Na momenten van wanhoop ziet hij het nu wel zitten. “Zo langzamerhand begint mijn lichaam de bewegingen te herkennen. Ik verheug me wel op de dansrepetities.” Repeteren ziet hij zowiezo wel zitten. Zeker omdat dit een nieuwe musical is en er nog helemaal niets vastligt. Je kan er een soort van je eigen ding van maken.