Recensie

Dat was dus revue

‘Snip en Snap. Ja dat is revue!’ mengt hedendaags drama met fragmenten uit de oude doos. Het is een mix die uitstekend werkt.

Willy Walden en Piet Muyselaar. Ze waren jarenlang zeer populair als de dametjes Snip en Snap, en hun revue trok volle zalen. In deze voorstelling zit Willy Walden — hij is inmiddels achter in de negentig — in een verzorgingstehuis. Een mengeling van nostalgische en schuldgevoel speelt hem parten. Hij praat graag over vroeger, maar ook weer niet. Zijn favoriete verpleegster Tessa hoort de verhalen met belangstelling aan, maar als hij de dingen aanstipt die hij dan weer niet wil vertellen, ontstaat er ruzie. Tessa wordt door hem soms ook aangezien voor zijn vrouw Aase Rasmussen. Hij praat ook met de geest van zijn overleden revuepartner Piet Muyselaar, haalt herinneringen op, maar heeft ook een geheim voor hem. En zo zien we het ontstaan van Snip en Snap, op aandringen van producent en legende René Sleeswijk. Dat vooral Willy Walden het helemaal niet zag zitten een jurk aan te trekken, en later, toen de roem minder werd, deze ook niet uit wilde trekken. Hoe hij afgunstig was op het opkomende succes van Johnny en Rijk, en ook opmerkt wat een slecht acteur Kraaykamp was. Hoe Walden gekwetst was omdat Muyselaar wilde stoppen, toen hij gevraagd werd om een rol in een Shakespeare toneelstuk te spelen.
Tegelijkertijd zien we ook een stukje maatschappijkritiek, en dan met name op de hervormingen in de verzorging. Tessa verzorgt liefdevol, maar moet op het matje komen omdat ze haar targets niet haalt. Ook krijgt Walden steeds nieuwe verpleegsters, waar hij agressief op reageert. En terwijl deze allemaal druk bezig zijn deze lastige klant uit de pyjama en in de kleren te krijgen, zien we een andere patiënt om aandacht smeken.
De vergelijking met de voorstelling Ramses dringt zich wel op. De hoofdrolspeler die in een verzorgingstehuis zit, en dan bezoek krijgt van ‘geesten’ uit het verleden. In Ramses zijn jongere zelf, in deze voorstelling zijn ex-revue partner. Ook het gevoel is hetzelfde: de voorstelling begint wat sloom, en kent een buitengewoon boeiend vervolg, met een hele sterke tweede akte.
Burt Lamaker is mooi als Willy Walden. De wat hoge piepstem is karakteristiek, en de wisselvallige buien worden prachtig gespeeld. Stan Limburg is prima als Muyselaar. Daphne Groot is komisch als Aase met haar treffende accent en bewonderenswaardig als de begripvolle verpleegster Tessa. Arthur Roffelsen is René Sleeswijk, maar vooral sterk als de dominee, die met wollige beeldspraak eigenlijk heel vreselijke dingen zegt. Het ensemble, bestaande uit Annerie van Loenen, Patricia van Haastrecht, Susanne Büchner Presberg en Marcella speelt vooral de revuemeisjes, maar hebben ieder als verpleegster nog een eigen rol. Zelfs pianist Mattijd Verhallen speelt een extra rolletje als patiënt aan het infuus.
Revue, het is een term van lang geleden. Met de televisieserie ‘Moeder, ik wil bij de revue’ maakt ook een jonger publiek kennis met dit stukje nostalgie. In deze voorstelling blijft het iets nostalgisch, met fragmenten die lang genoeg duren om een idee te krijgen, maar niet zo lang om te vervelen. Want zoals in de voorstelling ook duidelijk wordt gemaakt bij de opkomst van Johnny en Rijk, het is wat oubollig geworden. Deze voorstelling zal vooral de mensen aanspreken die Snip en Snap bewust hebben meegemaakt. Voor hen is er een hoop “o ja”, en wordt er gegniffeld om dingen die de jongeren niet zullen herkennen. Vooral het stukje ‘Raad een lied.. of niet”, over het radioprogramma wat Walden met zijn vrouw presenteerde, en waarbij kandidaten, die een liedje moesten raden iedereen in de studio groetten tot de hond aan toe, is leuk voor iedereen, maar extra leuk voor de oudere mensen in de zaal. Het einde, met de onthulling, een filosofisch tintje en een visueel stukje symboliek maakt de voorstelling helemaal af.

07 November 2012
Première
Amsterdam
Delamar
Amsterdams Kleinkunst Festival
snip en snap, piet muyselaar, willy walden, aase rasmussen, Burt Lamaker, Stan Limburg, Daphne Groot, Arthur Roffelsen, Susanne Büchner Presburg, Patricia van Haastrecht, Annerie van Loenen, Marcella Wisbrun

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen