In zekere zin is Bucket List een vreemde eend in de bekende The Singing Factory bijt. We roemden hun producties eerder om de grote verzameling talentvolle jongeren, met de samenzang als grote kracht. Deze Bucket List krijgt die kwalificatie niet, simpelweg omdat er een cast is van slechts vier personen, waarvan slechts een als jongere omschreven kan worden. Waar Bucket List wel de TSF-traditie volgt, is de keuze voor een pittig, emotioneel onderwerp, die leidt tot een aangrijpende voorstelling.
In Bucket List maken we kennis met de Elias, die gekluisterd zit aan een ziekenhuisbed. Hij legt zijn situatie uit aan de zaal. Deze vrije avond offer je inderdaad op om naar een stervende elfjarige te kijken, “Maar het wordt niet zo’n voorstelling.” Dat laatste is grotendeels waar. Door de soms lichtere toon krijgt de viering van het leven volop de ruimte, mede omdat Elias zelf niet als een opzichtig terminaal zieke wordt geportretteerd. Tegelijkertijd is het aankomende verlies door zijn moeder en broer, en de conflicten die dat oplevert dusdanig invoelbaar neergezet, dat je het zeker niet droog houdt.
Want als de voorstelling begint zien we Elias’ moeder vooral als een vrouw die de hoop wil uitstralen dat het allemaal nog wel goed komt. Zo komt ze met gemberthee en honing (dat Elias in tegenstelling tot deze schrijver niet te drinken vindt), omdat het mogelijk helpt. Adam, Elias’ studerende broer staat er een stuk realistischer in, en worstelt met deze waarheid, waarover hij niet met zijn moeder kan praten. Dat zij echter op twee gedachten hinkt blijkt uit de pogingen om Elias’ vader te bereiken. Hij liet het gezin vlak na Elias’ geboorte in de steek. Als op een dag de oudere meneer Leon in Elias’ kamer verschijnt – hij zit in de kamer naast hem - en hem uitnodigt om eens lekker te vloeken, laat Elias zich na enige huivering helemaal gaan. De man noemt ook voor het eerst de term Bucket List, en nadat Elias van zijn broer hoort wat die term betekent, gaat Elias na enige aansporing aan de slag om die lijst te maken. Waar Adam hem wil helpen deze lijst daadwerkelijk nog uit te voeren in de korte beschikbare tijd, wil moeder er niets van weten. Voor haar botst de lijst met haar overtuiging dat Elias zal genezen en zeker met het zo lang mogelijk volhouden. De dagen erna komt meneer Leon regelmatig langs, waarbij Elias naar zijn levensverhaal vraagt, en doet Adam alles wat in zijn macht ligt om zaken af te vinken. Waarbij hij een flink risico neemt….
De cast van vier speelt de sterren van de hemel. Hoewel de zang van Jerom Somers (hij deelt de rol met Emeric Coene) in de opening nog wat onzeker klinkt, vertolkt hij Elias prachtig. Hij neemt je in de rol van verteller mee in zijn laatste dagen – hoe de voorstelling feitelijk eindigt weten we al in de eerste minuten - en weet je als publiek in zijn hart te sluiten. Mauro Janssens speelt broer Adam fantastisch en vertolkt zijn songs zuiver en vol emotie. De jongvolwassene, die de laatste dagen van zijn geliefde broer zo mooi mogelijk wil maken, en tegelijkertijd worstelt met de toekomst. Een worsteling die ook Deborah de Ridder laat zien, al gaat zij daar in de moederrol heel anders mee om. Deze avondvoorstelling stond op de tocht omdat zij de dag ervoor nog ziek was, maar als we haar horen zingen is daar niets van te merken. Wat een orkaan. Het contrast wordt verzorgd door Jan Schepens, die als meneer Leon voor lichtvoetigheid zorgt, en dit razendknap doet.
Een verhaal als dit is een grote balanceeract. Soms wordt er wat geneigd richting clichés: een nummer als ‘Afscheid van je kind’ voel je aankomen. Maar over het geheel genomen is de balans goed. Het script van Wanne Synnave geeft volop ruimte aan het vieren van het leven, ook in deze wat iedereen als onrechtvaardige context zal beschouwen. Maar leed en drama wordt dus niet geschuwd: de pijnlijke vraag wat Adam gaat doen als hij (Elias) er niet meer is bijvoorbeeld.
Ik vraag me wel af of de twist in de tweede akte voor velen als een verrassing komt. Uit ervaring blijkt dat het niet erg is als het niet zo is, al is de neiging om bevestiging te zoeken voor de vermoedens misschien een beetje afleidend.
Het decor is betrekkelijk eenvoudig: een ziekenhuiskamer met een bed en aan weerszijden een opening. Helemaal links nog een kleine ruimte waar korte scenes die zich buiten de kamer afspelen kunnen worden vertolkt. De vormgeving van dit stuk lijkt op een graf met grafsteen, maar of dit bewust is is me niet duidelijk. Achter de wand bevindt zich de twee muzikanten die de muziek prima vertolken. De composities van Sam Verhoeven ondersteunen het verhaal goed. Zijn signatuur is op sommige plekken wel heel herkenbaar (zoals bij Laat me los), maar dat is zeker geen bewaar.
De voorstelling wordt in twee aktes gespeeld en dat is wel jammer. Er mag dan wel een flinke cliffhanger zijn, maar aangezien die over de hoofdrolspeler gaat weet je vrijwel zeker dat het zwartste vervolgscenario toch niet zal uitkomen. De tweede akte heeft vervolgens toch weer wat tijd nodig je terug in de spanningsboog te krijgen die in de eerste zo zorgvuldig is opgebouwd. De zaal is comfortabel genoeg en de totale speelduur is ook van dien aard dat het gemakkelijk als een eenakter kan worden gespeeld.
Er staan rollercoasters en pretparken op mijn bucket list. Deze achtbaan van emoties stond er uit onbekendheid nog niet bij, maar het was zeker een bijzondere ervaring. Een prachtige voorstelling, die zeker veel publiek verdient. Zoals gebruikelijk bij voorstellingen van The Singing Factory: de speelduur is slechts kort: 26 januari is de laatste.
Speciaal voor de Nederlandse musicalliefhebbers (en Vlaamse die wat verder van de stad af wonen): ook aankomend weekend kun je drie verschillende musicals in hartje Antwerpen zien. Een mooie reden voor een tripje naar deze stad.
Scenefotos: Wanne Synnave