Het pretpark is natuurlijk beroemd geworden dankzij het sprookjesbos, het bijbehorende theater heeft een behoorlijke traditie in sprookjesachtige musicals, al zijn de echt traditionele sprookjes een zeldzaamheid. Maar dit jaar is het dan weer een keer raak, en wordt De Gelaarsde Kat op het podium gezet.
Zoals menig sprookjesmusical is er in deze versie ook wat extra verhaal ten opzichte van het oorspronkelijke sprookje. Daarbij zit de verwachte ‘eerdere ontmoeting die het vuur doet opwaaien’, maar vooral de eerdere ontmoeting tussen de gelaarsde kat en de tovenaar is een vondst. De voorstelling begint namelijk als de kleine Tim insluipt in het kasteel van tovenaar Mavros, en hem met een list probeert af te leiden om wat eten te kunnen stelen. Maar hij komt van een koude kermis thuis, als hij door de tovenaar tot kat wordt omgetoverd. Omdat de mensen schrikken van een pratende kat, vindt hij opvang bij een kattenvrouwtje, die hem aanraad vooral te zwijgen. Op een dag ontmoet de inmiddels wat gegroeide kat de molenaar, die hem meeneemt naar huis. Daarna gebeurt wat we uit het sprookje kennen: de molenaar sterft en de oudste zoon krijgt de molen (en wat geld), de middelste de ezel (en wat geld), en de jongste zoon, Bas, de kat (en ook wat geld). Bas is een beetje een lanterfanter, maar was wel altijd aardig voor de kat geweest. Ondanks zijn allergie zorgde hij goed voor het beestje, en daarom besluit Tim wat terug te doen. Wat, dat weet hij nog niet. Ondertussen in het paleis heeft prinses de huwbare leeftijd bereikt, en worden op het paleis de adel uit de omgeving uitgenodigd. Er zit echter niets van haar gading tussen, en als ze het paleis verlaat, komt ze Bas tegen. Het klinkt meteen, maar als de prinses onthult wie ze is, weten ze allebei ook dat deze romance nooit iets kan opleveren. Maar dan hebben ze niet op Tim gerekend.
De cast maakt er een swingende en energieke voorstelling van. De jonge Nick van der Stroom heeft als de jonge Tim de lastige taak het verhaal te openen, en doet dat met verve. (Al is hij als voormalig Billy Elliot wel wat gewend natuurlijk.) Marcel Visscher straalt als Gelaarsde Kat. Als hij erg stoer doet, doet dat wel wat aan zijn vorige rol, Gaston in Beauty & the Beast, denken, maar dat stoort niet. Vajén van den Bosch is overtuigend als de prinses met zowel een eigen wil, als gevoel voor het decorum. Soy Kroon heeft zich al meermaals bewezen als de jonge held. Deze Bas is een wat suffiger en sulliger karakter, en daar kan hij ook goed mee uit de voeten. Zijn stoere bodybuild-poses (slechts gekleed in een niet zo flatteuze witte onderbroek) zijn zeer komisch, en onder andere daardoor, ga je wel van hem houden. Aan de andere kant snap je wel dat zijn oudere broers (Eli ter Hart en Pepijn Schwarz hem niet voor vol aanzien. Tenslotte het manusje van alles (zonder het goed- en hardwerkende ensemble te kort te willen doen), Dick Cohen. Naast een kortstondig optreden als de molenaar kan hij zich heerlijk uitleven als het kattenvrouwtje, én als de koning. De ene met een Italiaans accent, de ander natuurlijk uitermate chique, maar beiden zorgen regelmatig voor een vette lach.
Op de humor valt nog wel wat af te dingen: van zeer geslaagde grappen, die we vooral liever niet verklappen, gaat het van gevat (Koning Lodewijk van den Eersten - de Tweede wil zijn derde buitenverblijf op de vierde van de vijfde opgeleverd hebben) tot nogal flauwe woordgrapjes, zoals de adellijke gasten op het bal (zoals keizer Babi Pangang met knechten Fou Yong en Hai). Deze wijken niet heel erg af van de bewust foute grappen van de middelste molenaarszoon, die hijzelf alleen grappig vindt. Ook de entree van de koning in de voorstelling, op een kikker, slaat wat door. Daar staan bijvoorbeeld weer heel geestige momenten in de koets tegenover, of verrassend vreemde situaties als een Vlaams sprekende boer (een rol van Musicalworld Award 2016 genomineerde Brent Pannier), zodat de balans zeker naar de positieve kant doorslaat.
Een voorstelling in het Efteling-theater heeft ook een aantal tradities. Al vanaf de eerste voorstelling wordt ruim gebruik gemaakt van het middenpad, waar zich ook scenes of gedeeltes ervan afspelen. Daarop is deze voorstelling zeker geen uitzondering. Een andere is het gebruik van de ééndagscast: een aantal kinderen die één keer met de voorstelling mee mogen doen. In dit geval is hun rol er met de kattenharen bijgesleept, maar ze lijken er zelf lol in te hebben, en zoveel vooral kleine kinderen weet toch wel te vertederen.
Ook met het decor is weer eens flink uitgepakt. Het ziet er mooi en degelijk uit, en behoeft weinig wisselingen. Dat betekent wel dat de koning scènes vooral in een koninklijk kampement plaatsvinden, maar dat stoort niet echt. De muziek is eigentijds, en ligt goed in het gehoor, van frisse dansmuziek tot de gebruikelijke ballads, van traditioneel tot rap. Andermaal is René Merkelbach er verantwoordelijk voor.
De regie is van Mark van Haasteren, die hiermee zijn professionele debuut maakt. Tot nog toe zagen we hem vooral als regisseur van de kindercast, bij onder andere Stage Entertainment en de Efteling. Het eindresultaat mag boven verwachting worden genoemd; het is een ijzersterke voorstelling die goed de balans vindt tussen rustmomenten en totale chaos.
De Gelaarsde Kat is een heerlijke familievoorstelling, die van begin tot eind weet te boeien. De paar momenten, waar iemand net wat té overdreven geprobeerd heeft grappig te zijn, knijpen we dan ook graag een oogje toe, net als bij de ontknoping die in deze enscenering ook niet helemaal logisch is. De bijbehorende chaos is namelijk bijzonder vermakelijk. Dit is de beste Efteling theatervoorstelling sinds jaren.